Opdr. 1 [Deceptive]
May is twee jaar geleden uit Mindanao, de Filippijnen in Nederland terechtgekomen. Ze heeft met veel moeite een bestaan op kunnen bouwen. Totdat haar "beste vriend" Miguel weer opduikt. Miguel heeft haar gebruikt en misbruikt nadat ze 100.000 pesos van hem leende.(€5.000) Nu moet ze hem afschudden en zorgen dat ze niet weer verstrikt raakt in de ondergrondse zaken van Miguel. Zal ze het overleven?
Mijn laarsjes klakken over de roodbruine, afgesleten kinderkopjes. Het is elf uur 's avonds en het miezert. Geïrriteerd rommel ik in mijn te grote tas voor een opvouwparaplu. Net als ik het roze plastic zie liggen, voel twee paar ogen in mijn rug branden. Mijn hart klopt iets sneller terwijl ik me zo langzaam en onopvallend mogelijk probeer om te draaien richting mijn huis. Ik weet zeker dat er iemand zit. Ik pak de sleutels uit een zijvakje en loop zo normaal mogelijk weg. Hem kennende heeft hij zijn geliefde pistola bij zich. Mijn voetstappen lijken tromslagen door de verlaten straat als ik steeds sneller loop. Ik weet dat hij nu het andere steegje induikt. Een vluchtige traan glijdt over mijn wang als ik besef dat hij er nu is. Ik heb nog maar weinig kans. De politie is geen optie. Ze zijn allemaal corrupt, en zullen me zonder meer aan Miguel uitleveren als hij ze genoeg euro's toestopt. Mijn hart klopt in mijn keel als ik vijftig meter verderop mijn haveloze appartementje zie verschijnen. Niet rennen. Dan schiet hij meteen. Niet rennen. Niet rennen. Het lijkt wel een mantra die ik blijf herhalen in mijn hoofd, terwijl ik steeds dichterbij mijn 'veilige' thuis kom. Niet rennen. Zo onopvallend mogelijk zoek ik mijn huissleutel. Nu moet ik snel zijn. Sleutel in het slot, omdraaien, de deur open. Een harde knal klinkt van het pistoolschot en het dichtslaan van mijn deur. Zo snel als ik kan ren ik de trappen in het gebouw op. Maar halverwege de derde trap besef ik dat ik een fout heb gemaakt. Ik heb de deur niet meer op slot gedaan. Hij zal hem zonder meer openbreken. Ik begin te hijgen door de inspanningen en voel hoe mijn spieren beginnen te branden als ik zo snel mogelijk de vierde trap op ren. Nu ben ik er bijna. Mijn ogen volgen alleen nog de smerige grijze tegels als ik het nummer zie. 417. Zou Miguel weten in welk appartement ik zit? Ik trek de deur open en ram hem weer dicht. De klikkende geluiden van de sloten hoor ik weerklinken op de galerij terwijl ik mijn bank richting de deur begin te schuiven. Alle gordijnen gaan dicht en ik duw ook het koffietafeltje richting de deur. Iedere twee seconden sta ik stil om te luisteren. En dan hoor ik voetstappen. Ik probeer zo regelmatig mogelijk adem te halen, alhoewel ik zou moeten weten dat hij buiten staat en ik binnen, en dat hij me dus onmogelijk kan horen. Maar evengoed duik ik in elkaar en knijp ik mijn ogen stijf dicht. Mijn armen sla ik zo strak over mijn benen dat ze onderaan licht beginnen te voelen. Als ik anderhalf uur later de voetstappen hoor wegsterven laat ik een zucht van verlichting uit mijn mond ontsnappen. Ik loop niet eens naar bed, trek mijn pyjama niet aan maar zak neer tegen het koffietafeltje en sluit vrijwel meteen mijn ogen om weg te zakken in een niet bepaald droomloze slaap.
Als ik om half vijf in de morgen wakker schrik schiet er een pijnscheut door mijn nek. Ik draai me verstijfd om en zie dat het komt omdat ik tegen het koffietafeltje geslapen heb. Nachtmerries over Miguel zijn niet ongewoon. Ik loopt richting de keuken. Dan overspoelen de gebeurtenissen van gisteravond me, en midden in de keuken zak ik in elkaar. Na een halfuur van gierend snikken, sta ik op en probeer mezelf te vermannen. Ik slikt een paar keer en veeg ruw alle tranen weg, maar ze blijven toch komen. Ik schep wat prut in een koffiefilter en zet mijn ratelende koffiezetapparaat aan. Mijn hand glijd door mijn donkerbruine haar. Terwijl het koffiezetapparaat nog steeds zijn best doet fatsoenlijke koffie te maken, loop ik naar de badkamer. Ik heb, alhoewel mijn huid mocchakleurig is, donkere kringen onder mijn ogen. Ik heb erge dingen meegemaakt, maar mijn huid is nu asgrauw en mijn donkerbruine ogen dof. Ik zak neer in de douche en sla mijn armen om mezelf heen. Met al mijn kleren nog aan, mijn mobiel in mijn broekzak en mijn nieuwe horloge nog om, laat ik me kalmeren door de warme stralen van de douche. Na een tijdje, als ik mezelf bijeengeraapt heb stap ik eruit en trek ik in mijn kamer de meest comfortabele kleren aan die ik kan vinden. Ik ga zorgvuldig in mijn hoofd alle details na van hoe ik mijn leven hier kan uitwissen. Mijn baan als schoonmaakster in het Amsterdam Hilton moet ik maar opzeggen, Miguel kan er sowieso te veel informatie vinden. Met nog steeds enigszins trillende handen pak ik een willekeurige pan uit een keukenkastje en sla er een ei in kapot. Mijn droom ligt nu ook in duigen. Ik had dolgraag kok willen worden. Terwijl het ei ligt te sudderen in de pan schenk ik een flinke mok koffie in en neem een slok, die ik ook meteen weer uitspuug. De koffie is veel te bitter door de enorme hoeveelheid prut, die ik nu pas in het koffiefilter zie liggen. Een wonder dat het niet is overgelopen. Ik spoel snel mijn mond onder de kraan en giet alle inhoud van de mok door de gootsteen. Snel draai ik me om om te zorgen dat het ei niet aanbrand. Ik ben nu wat beter bij zinnen, en schep, met wat peper en zout, het ei op een plastic bordje. Ik ga op de grond voor de tv zitten, en kijk tv tot het licht wordt. Met inmiddels bloeddoorlopen ogen kijk ik naar buiten, enigszins gekalmeerd. In een portiek aan de overkant staat een man om zich heen te gluren. Ik begin sneller te ademen als ik in hem één van Miguels mannetjes ontdek. Ik had kunnen weten dat hij niet alleen zou gaan. Hij is waarschijnlijk een flinke hoeveelheid drugs aan het inslaan. Ik kijk schichtig de straat door en ga dan in mijn bed liggen, slaap is het enige wat me nu nog kan kalmeren.
Net als ik het dekbed over me heen trek en eindelijk de slaap kan vatten, hoor ik drie harde bonzen op de deur. Het is geen "ik sta voor de deur". Het is een waarschuwing. Ik ga binnenkomen, zegt het. Ik kijk angstig om me heen, ik weet dat verstoppen geen zin heeft, maar toch probeer ik onder mijn bed te komen. Zodra de deur openknalt schuif ik met mijn voeten onder het bed en krul ik me op. Mijn uitstel van executie. Ik doe mijn ogen dicht en probeer onopvallend te ademen, maar het werkt nauwelijks. Ik hoor de badkamerspiegel de vloer raken. Hoe de tv ingeslagen wordt. En dan, wordt mijn grootste angst waarheid. De slaapkamerdeur gaat open, en als ik onder de rand van mijn wimpers doorgluur zie ik de afgetrapte Italiaanse schoenen. Het is een symbool van zijn groep, en waar hij vandaan komt. "Kom toch tevoorschijn, May. Wil je je verstoppen voor je beste vriend?" Een geluidloze traan glijdt over mijn wang. "Ja? Oh jeetje. Dat is niet erg aardig van je!" Een schot weerklinkt, waarvan ik zeker weet dat het door het plafond ging. Maar de beweging deed me opschrikken, en ik kan mezelf wel aftuigen voor de adem waarnaar ik snakte. Ik hoor hem door zijn knieën zakken. "Angelo! José! Kom eens hier en help me die mooie bed kort en klein te slaan!" Ik hoor de zware voetstappen van zijn persoonlijke bodyguards. De eerste knuppel die het matras raakt, dringt niet tot me door. Maar bij de tweede wordt het matras iets opgetild. De harde slag raakt mijn zij terwijl ik op mijn lip bijt. De pijn schiet ook door mijn been na een tweede klap, maar dan houdt het al op. "Til het bed eens op, jongens." Ik hoor hoe het bed omhooggelift wordt, en voel het licht op me schijnen als Miguel me vol haat aankijkt. "Jongens. Geef ons eens wat quality time." Ze knikken en lopen zo snel mogelijk weg. Miguel steekt zijn hand uit. "Kom op, dit is hetzelfde als drie jaar terug. Ik steek mijn hand uit en jij pakt hem aan." Terwijl ik tril over mijn hele lijf pak ik zijn hand aan. Ruw trekt hij me overeind, maar gaat vervolgens met zijn hand door mijn haar. Hij fluistert in mijn oor. "Ik heb je wel gemist, hoor." Dan duwt hij me van zich af, waardoor ik met een klap tegen de muur smak. Pijn schiet door mijn rug, en dan voel ik de koele loop van het pistool tegen mijn slaap. De bekende klik van de veiligheidspal. "Waarom liet je me nou achter?" Ik maak een bang geluid, en hij schudt zijn hoofd terwijl zijn ogen me vuurspuwend aankijken. "Bitch!"
Reageer (2)
Oh jee! Ik lees soms een beetje te snel (: Danke schön voor de complimenten
1 decennium geledenWow, dit heeft me echt wel aangegrepen.
1 decennium geledenJe hebt alles heel goed beschreven met vaak afwisselende woorden en een lekker vlotte schrijfstijl. May's angst is duidelijk voelbaar als ik het verhaal lees.
Af en toe maak je een klein schrijffoutje zoals "die mooie bed", wat eigenlijk "dat mooie bed" moet zijn.
Het is een open einde, wat me wel aanspreekt. Je blijft met een lekkere spanning achter.
Het enige waar ik echt commentaar op kan leveren, is het feit dat je SA eindigt met de uitspraak en niet begint. Misschien heb je de opdracht een beetje verkeerd gelezen. Nu, dit is geen ramp omdat je hem toch mooi en origineel verwerkt hebt.