32- Wie heb ik aan de lijn?
P.S. Sorry voor de titel, maar ik voelde me nostalgisch toen ik dit bedacht.
De cullens PoV
De telefoon ging over; één keer, twee keer, drie keer... Emmett vroeg zich ongeduldig af hoe lang het zou duren eer er iemand de telefoon zou opnemen Het geluid irriteerde hem. Hij, Felix en Jasper gingen naar binnen. niemand bewoog, zelf Elisabeth bewoog niet. Plots stond Nessie voor haar, en iets van haar moest Lisa overtuigt hebben om toch maar op te nemen. Edward was opgelucht, hij wou niet dat Aro of Caius dachten dat ze Lisa gekidnapd hadden. Hij had genoeg Volturi gezien voor een hele lange tijd.
'Hallo? Met wie spreek ik?' vroeg Elisabeth zacht. Edward rolde met zijn ogen, en zelf Rose vond dat het niet iets overdreven was om te vragen wie er je belde, als je het op voorhand al wist. 'Wie denk je, Elisabeth?' vroeg de ijzige stem van Caius. Bella en Edward keken elkaar heel even in de ogen, en ook de ander koppels wisselden een blik uit bij de hardheid van Caius' stem.Elisabeth bleef rustig, ze had Caius al meer kwaad meegemaakt. 'Hallo Caius, waaraan heb ik dit te danken?' Carlisle was van plan om Elisabeth te proberen in te tomen, maar Alice en roos hielden hem nog even tegen. Iedere hoorde duidelijk Caius' ongeduldig gegrom en buiten Elisabeth de telefoon door de lucht vliegen. 'Lilly!' hoorde ze de nonchalante stem van Aro zeggen. 'Ik moet toegeven dat ik verbaast was om Alec en Dimitri hier zo snel te zien, ik had ijdele hoop, maar ik had mezelf de teleurstelling kunnen besparen, is het niet?' zijn stem bleef rustig, maar overtuigend. Jasper hield Elisabeth goed in de gaten. 'Misschien, je weet hoe koppig ik kan zijn.' zei ze zachtjes. Aro deed alsof hij lachte.'Ja, dat kon Alec nog maar eens bevestigen.' zei hij. 'Trek het je niet aan, Aro. Je zal me nog wel weten thuis komen, daarvoor zal je toch lang genoeg leven, hoop ik.' zei ze. 'Wat?!' hoorde ze Caius. 'Rustig Caius, je kent me toch?' vroeg ze. Carlisle stond achter haar met zijn hand op haar schouder, een duidelijk teken voor Elisabeth. 'Lilly, zoiets is niet grappig.' Hoorde ze de veel geduldigere stem van Marcus zeggen. 'Toch nog iemand die hem meeheeft.' zei Elisabeth met een harde lach. Felix sloeg zijn armen om zich heen.
'Aro, Caius, ik heb Alec en Dimi terug gestuurd omdat ik vind dat jullie overbeschermend zijn.' zei Elisabeth die nu duidelijker op haar woorden lette. Ze merkte nu pas hoe Caius en Aro haar woorden hadden geïnterpreteerd; als een bedrijging. Dat ze misschien niet lang meer zouden leven, en wetende wie ze voor het moment logeerde, was het misschien niet de juiste woordkeuze gewist. 'Je bent nu eenmaal een gemakkelijk doelwit voor mensen die ons willen tegenwerken.' zei Aro Sussend. 'Ik ben veilig bij Felix, anders had je hem toch niet meegestuurd met mij? Of ga je hem nu zeggen dat je hem niet meer vertrouwd?' vroeg ze. Caius siste zachtjes. 'Caius stel je niet aan, alsjeblieft.' zei ze zacht.'Ben je gelukkig?' Jasper keek met grote ogen naar Elisabeth die Marcus' vraag heel goed gehoord. 'Nu ik meer vrijheid heb, ja. Ik ben blij dat ik zelf de kans krijg om de wereld te ontdekken, en om mensen echt te leren kennen.' zei ze zacht, en iedereen kon de stille traan die in haar keel zat, horen. 'Goed zo, zolang je gelukkig bent, en veilig.' benadrukte hij, en volgens Elisabeth was het onder lichte druk van de andere oudsten. Ze glimlachte. 'Bedankt, Marcus. ik wist dat je me wel zou begrijpen.' zei ze zacht. Ze hoorde zijn zachte lach en dan zei hij plots. 'Er is nog iemand die je wilt spreken.' zei hij zacht. Elisabeth keek naar Felix en knikte. hij nam haar op en bracht haar naar het bos zodat ze privé kon spreken. TOen hij terug kwam keken de CUllens hem vragend aan. 'Jane, ze hebben een close band, en ze weet hoe anti-jane jullie zijn.' zei hij terwijl Elisabeth zich bijna een kilometer verderop tegen een boem zette. 'Jane?' vroeg ze zacht. 'Hallo, gek.' zei ze zacht. ELisabeth lachte zacht en zuchtte. 'Lilly, als je ons mist, kom dan gewoon terug. iedereen mist je hier, we willen je terug, met al je klungelige, trage rare mensen dingen.' zei Jane en het was heel duidelijk dat ze heel anders met elkaar omgingen dan normaal van Jane verwacht werd. 'Ik mis jullie wel, maar nu ben ik nog jong en menselijk. Ik wil de wereld zien.' zei Lisa zacht. 'Eenmaal je veranderd bent, zal je de wereld veel beter kunnen zien.' zei ze in een poging haar "zusje" te overtuigen. 'Maar alleen in de nacht.' mompelde Elisabeth. 'Daar merk je niets van, het blijft even klaar en mooi.' antwoordde ze. 'Maar het is niet hetzelfde.' zei Elisabeth. 'Ik heb er geen spijt van, nog geen seconde.' zei Jane. 'Omdat je een lievelingetje bent, en niets mist, en je je familie bij je hebt, omdat je een verschrikkelijk gevaarlijke gave hebt en omdat je het leuk vindt dat mensen bang zijn van je.' Zaagde Lisa. 'Lilly! Je weet dat dat niet zo is!' riep ze kwaad. 'Nee, Jane vindt het niet leuk dat iedereen bang is van haar, dat heb ik gemerkt. maar dat spreekt het niet tegen.' zei Lilly. Jane gromde iets onbegrijpelijks. 'Ah, jane, ik ben gewoon mijn tijd aan het inhalen. Ik heb je al een tijdje niet kunnen pesten, ik moet toch iets doen om je te pesten.' zei Lilly. Jane had zin om de telefoon aan stukken te scheuren, maar probeerde niets te zeggen. 'Meester aro wil je not iets zeggen.' zei ze plots. 'Lilly, bedank Reneesmee alsjeblieft voor me en doe Carlisle mijn groeten. Zeg hen dat ze altijd welkom zijn in volterra.' zei hij snel. 'Aro, alsjeblieft, van daarnet. Zie het niet als een bedreiging.' zei ze terwijl ze haar haren recht streek. 'Natuurlijk niet. Ik vertrouw Carlisle, en Caius ook.' zei hij snel. 'Ik weet het niet, maar ik heb er toch geen goed gevoel over. Alsjeblieft... begrijp dat ze jullie niets willen doen.' zei Elisabeth en Jane vond dat het nogal smekend klonk. 'Je bent al redelijk gehecht aan hen.' Merkte Caius op. 'Ja, als een tweede familie, maar dat veranderd niets aan mijn familie in Italië.' zei ze. 'Dat weten we wel.' zei Aro. 'Ik denk dat het tijd is voor mij om op te hangen.' zei ze plots. 'Goed dan, Lilly. Pas goed op jezelf nu ALec en Dimi niet meer in je buurt zijn.' hoorde ze iemand zeggen, Aro of Caius. 'Geen probleem.' zei ze en daarna haakte ze resoluut in. ze wachtte nog even tot haar ogen minder rood waren voor ze terug naar binnen ging. ze vroeg zich af of ze niet beter naar huis kon gaan, nu ze iedereen zo veel mistte. en dat ze zo gevoelig was.
Reageer (6)
Noooooooo, ik zie de titel en ik heb dat kuttige nummer van K3 in m'n hoofd... =S
1 decennium geledenNu ga ik lezen
Snel verder!!!
1 decennium geledenSnel verder (:
1 decennium geledenxxx
GEWELDIG <3
1 decennium geledenvlug verder !!
Xx
Snel verder!!!
1 decennium geleden