Na een paar minuten kwam Cynthia terug. ‘Het is goed.’ Ik knikte en liep met haar mee naar buiten. Buiten de poort van Volterra ontwaakte ze uit mijn gave. ‘Tagas!’ siste ze. Ik keek haar aan. ‘Ik wil ook naar huis.’ Siste ik terug. Ze zuchtte. ‘Het voelt echt raar.’ Mompelde ze. Ik grinnikte. ‘Ik help je wel met thuis te komen, maar je weet dat ze je zullen zoeken.’ Ik zuchtte en knikte. ‘Als we via het water gaan dan ruiken ze ons niet meer.’ Ik knikte. ‘Weet ik, alleen kan ik niet zolang mijn adem inhouden.’ Ze maakt een Ó gebaar. ‘Laten we maar gaan rennen, want ik heb niet genoeg geld voor het vliegveld.’ Ze knikte. Toen we ver van Volterra waren kwamen we langs een telefoon winkel. ‘Wacht even.’ Zei ik tegen Cynthia en liep naar binnen. Ik kocht met al mijn geld een eenvoudig mobieltje. ‘In Frankrijk wil ik mijn moeder bellen.’ Vertelde ik toen Cynthia me vragend aankeek. Ze knikte en we rende weer verder. Na een paar minuten stopte Cynthia. ‘Ik ga even jagen.’ Mompelde ze. Ik zuchtte en knikte. Terwijl zij naar de stad om de hoek ging dook ik het bos wel in, ik wil geen onschuldige mensen leeggedronken zien worden, nooit.
Reageer (7)
Snel verder!!
1 decennium geledenLove it!!!
1 decennium geleden