Acht|•|

Hoofdpijn kwam plotseling op. Onee hé! Ik greep naar mijn tas en zocht naar mijn pillen. ‘Wat zoek je?’ Ik schrok op. ‘O, hey Alice. Ik zoek mijn pillen.’ ‘Wat voor pillen?’ vroeg ze terwijl ze mijn tas afpakte. ‘Pillen voor een soort van hoofdpijn.’ Mompelde ik. Ik pakte mijn lunch en nam een hap uit mijn appel, de rest gooide ik weg. Alice stopte mijn pillendoosje in mijn hand. ‘Moet je niet eten?’ ‘Ehm, nee, ik moet over een uur weg.’ ‘Waarheen?’ Ze is te nieuwsgierig. ‘Naar mijn vader.’ ‘Waarom?’ Ik zuchtte. ‘Hij is dokter.’ Mompelde ik en ik slikte een pil door. Ik draaide de dop van het flesje water weer dicht. ‘Wat heb je dan?’ De bel ging. Saved by the bell. ‘Dag Alice.’ Mompelde ik en ik stond op. Bij Biologie ging het precies hetzelfde, ik zat nu alleen naast een jongen die zijn mond niet wist te houden, ene Mike. Na Biologie zocht ik de parkeerplaats weer. ‘Lieverd! Hoe was je dag?’ Dag? Drie uurtjes maar. Mijn vader pakte mijn hand en sleepte me naar de auto. ‘Hoe is je nieuwe werk?’ ‘Leuk, ik werk samen met een erg goede dokter, dokter Cullen. Aardige man, hij gaat je zo ook helpen.’ Ik zuchtte. ‘Waarom jij niet?’ ‘Ik heb zo een operatie lieverd.’ Ik knikte. De auto stopte na een paar minuten en pap hielp me uitstappen. Met Pepijn nog steeds op mijn schouder, verstopt onder mijn haar, liepen we naar binnen. ‘Ah, Dokter Wish, is dit u dochter?’ vroeg een vrouwelijke stem. ‘Ja, dit is Madelein.’ ‘Aangenaam Madelein, ik ben Margreeth.’ Ik knikte. Pap sleepte me weer ergens mee. ‘Maar hoe ging het op school?’ vroeg hij. ‘Goed, maar in de pauze kreeg ik last dus nam ik een pilletje.’ Mompelde ik. Het was weer stil tot we ergens stopte. ‘Carlisle, dit is Madelein. Madelein, dit is dokter Cullen.’ Ik stak mijn hand uit die hij vastpakte. Ook al zo koud. Pap drukte een kus op mijn haar. ‘Ik kom zo terug.’ Ik knikte. Carlisle leidde me naar een ruimte. Ik werd op een stoel gezet. ‘Je vader heeft alles al verteld, maar weet het zelf allemaal ook?’ vroeg hij. Ik knikte. Ik wist precies hoe alles werkte. Er zijn drie dingen in mijn leven, twee problemen, een leuk en handig ding. Het handige is dat ik met sommige dieren kan praten, een probleem is dat ik blind ben en het andere probleem is iets waar ik mijn hoop al voor opgegeven heb. Een hersentumor, kanker.