Hoofdstuk 2 - Deel 1
Maar zie hier: Het nieuwe stukje!
Wat gebeurt er allemaal in vredesnaam. Luce stond verstijfd op het strand. Toen Sarah weg was gegaan, had ze ook direct weer de normale wereld meegenomen.
De man deed iets, iets raars, en hij verdween. Hij verdween? Je kan niet verdwijnen, dat kan niet, is onmogelijk.
En wat moest ze nu doen? Weglopen? De rest van haar leven doen alsof dit nooit gebeurd was? Maar kan dat wel? Kan je wel dingen vergeten, zulke herinneringen verbannen zonder je schuldig te voelen. Misschien. Maar Luce kon niet weglopen, dat kon ze niet.
De jongen lag bewusteloos in het zand. Luce liep zachtjes naar hem toe, totdat ze vlakbij hem was, en ze bleef stil staan. Haar hart klopte in haar keel, en ze probeerde wanhopig dingen te bedenken om te doen.
“Tom?” fluisterde ze uiteindelijk maar. Ze trilde. Hij reageerde niet. Nee, natuurlijk niet, hoe stom kon je zijn? “Tom?”fluisterde ze nogmaals, niet wetend wat ze anders zou moeten doen. De politie bellen? En ze dan wat vertellen? Dat de dader plotseling verdween, net zoals ze plotseling waren verschenen? Ze keek wanhopig naar de jongen in het zand, toen er plotseling een angstige gedachte bij haar opkwam. Hij was toch niet, hij zou toch niet… dood zijn? Nee, nee, dat kon toch niet? En dan zou iemand haar vinden, op het strand, naast een lijk? Nee, nee, dat moest ze niet denken. Het woord ‘lijk’ maakte het nog eens tien keer erger. Hoe was ze in vredesnaam in zo’n situatie terecht gekomen?
Luce zakte op haar knieën, naast hem. Wat nu? Kijken of hij nog leefde, dat was een goed idee. Bevend pakte ze zijn pols en ze voelde heel zachtjes en zwak een hartslag. Ze zuchtte opgelucht, maar ook van vermoeidheid. Om een of andere reden leek het heel veel energie te kosten om zijn hand op te pakken. Was ze soms zo moe? Ze voelde zich uitgeput. Maar net toen ze daar over nadacht, voelde ze zijn hartslag sterker worden. Steeds sterker, en toen kwam er weer kleur op Tom’s gezicht. Nog nooit was ze zo opgelucht geweest. Ze liet zijn hand los, en zakte in elkaar. Haar bloed leek moeizaam door haar aderen te stromen, en haar lichaam voelde zo zwaar. En zonet was ze helemaal niet moe geweest. Haar hoofd bonsde, en zonder erbij na te denken liet ze zich achterover in het zand vallen.
“Luce?” klonk een verbaasde stem.
“Hmm, Tom?” mompelde Luce, en ze kwam moeizaam weer overeind. Tom was wakker geworden (was dat wel het goede woord?) en keek haar verbaasd aan, voor hij glimlachte.
“Je hebt mijn leven gered.”
“Wat?” Luce keek verbaasd naar het glimlachende gezicht van Tom.
“Melanie had gelijk. Ik zou je hier inderdaad weer ontmoeten. Maar niet twee jaar geleden, nu! Ik was al verbaasd, en ik had dit niet meer verwacht, maar het was wel zo. Ik was bang dat het niet meer zou gebeuren, en toen kwam ik Marten tegen, en ik wist dat ik in de problemen zat, maar jij was er. Jij! Het plan is gelukt!” Tom keek haar opgewekt aan, alsof hij wilde dat ze hem direct begreep.
“Je maakt het er niet duidelijker op,” zei Luce vermoeid. Ze wou gewoon weten wat er aan de hand was, en had niet de energie om er heel veel over te praten. Tom fronste even en staarde haar niet-begrijpend aan, totdat hij zich iets bedacht.
“Ik heb je er niet meer over verteld, hè?”
“Nee!” zei Luce geïrriteerd. Het werd stil op het strand, de kleine regendruppeltjes vielen op hen neer.
“Het spijt me, ik was het vergeten. Ik heb het je gegeven. Mijn krachten, mijn gaven. Ze zijn nu van jou. Als dank. Ik kan ze toch niet meer gebruiken, sinds de raad mij heeft verbannen. Jij wel.” Tom keek haar met een grijns aan. Luce dacht na. De enige verklaring die ze hier voor kon bedenken- Nee, dat kon niet. Dat bestond gewoon niet.
“Bedoel je soms-“
“Luce. Heb je het nog niet door? Ik heb het je gegeven. De magische krachten. Mijn magische krachten. Je hebt mijn leven gered met jouw magie. Luce, je bent een magiër.”
Reageer (1)
mooi, hoe nuchter Luce reageert op deze situatie
1 decennium geleden