Hoofdstuk 7

In het tussen uur zaten we in de kantine want Sara wou toch niet naar de winkel. We zaten op de banken aan het einde.
‘Emma, Sara’ begon Tom,’Ik weet niet wat er met me is deze dagen’. ‘Ik weet niet waarom ik tegen je schreeuwde, Emma’. ‘Maar wat ik wel weet is dat er iemand in mijn hoofd zit, en dat die mij woedend maakt’. ‘Maar van een ding ben ik zeker, Ik vind jou….’ Begon hij
‘Ja ’ zei ik, ‘Wat weet je zeker’?
‘Dat..’ begon hij, ‘Ik je leuk vind’
Tranen sprongen in mijn ogen, en ik sprong op van mijn stoel en omhelsde hem. Ik trok me snel terug en bloosde weer eens hevig. Hij bloosde ook en pakte mijn hand vast. Ik ging naast hem zitten en hield zijn hand vast.
‘Eindelijk’ zei Sara, ‘jullie hebben het gezegd’! ‘Jullie zijn echt niet snel van begrip’.
‘Haha’ zei ik, ‘wat ben je weer grappig’
‘Sarcasme hé’ zei hij
Ik zat nog naast hem toen Jasper aan kwam lopen met Grace aan zijn arm.
‘Hé broertje’ zei hij, ‘Heb je eindelijk ook een meisje aan de haak kunnen slaan’.
‘Ik wel’ zei hij, ‘Maar zo te zien is het jou ook gelukt’
‘Jazeker’ zei hij, ‘Het populairste meisje van de school’
‘Das mooi’ zei hij, ‘Ik het aardigste en mooiste meisje van de school’
‘Wat’!!riep Grace uit, ‘Zij’
‘Ja’ zei ik, ‘Ik’
‘Ha’ zei ze, ‘Dan ben je dom’
‘Wie is dom’ zei ik
Ik ging voor haar staan en ik ging dicht voor haar gezicht staan.
‘Jou domme vriendje’ zei ze
‘Hou je mond over mijn vriendje’ zei ik terug
‘Echt niet’ zei ze, ‘ik mag zeggen wat ik wil’
‘Ja je mag zeggen wat je wilt’ zei ik, ‘Maar niet over mijn vrienden’
‘Hij is je vriend niet’ zei ze, ‘Hij heeft zich gewoon vergist van meisje’
‘Nee hoor’ zei hij
Tom kwam naast me staan en hield mijn hand vast.
‘Oh ja wel hoor’ zei ze
Ik zag Jasper naar Tom staren, en zijn ogen werden wazig. Tom liep naar Jasper en Grace toe en gaf Jasper een harde klap.
‘Wat doe je’? vroeg Jasper
‘Ik geef je je verdiende loon’ zei hij
‘Ga toch gewoon weg’ zei ik
‘Dit is een vrij land’ zei Grace, ‘Ik mag gaan en staan waar ik wil’
‘Dus’ zei ik, ‘Ik wil dat je nu weg gaat’
‘Jij bent altijd al een doorn in het oog geweest’ zei ze, ‘En nu’.’Steel je de kans van een van mijn vriendinnen om een vriendje te krijgen’.
‘Dus’ zei ik, ‘Als je gewoon aardig bent kun je ook een vriendje krijgen’
‘Jij bent te aardig en vervelend’ zei Grace
Voor ik het doorhad had ze me in mijn gezicht geslagen, en lag ik op de grond.
‘Emma’ zeiden Sara, Jasper en Tom.
Sara en Tom hielpen me omhoog, en ik leunde een beetje op hen.
‘Sorry Sara’ zei ik
‘Wat is er’ vroeg ze
‘Ik heb je pijn gedaan of niet’ zei ik
‘Nee hoor’ zei ze
‘Ze bazelt’ zei Tom, ‘Laten we haar naar de schooldokter brengen’.
‘Nee dat hoeft niet ik voel me prima’ zei ik
En toen werd het zwart voor mijn ogen. Het laatste wat ik me herinner is dat ik op de grond viel.



‘Nee ik blijf bij Emms’ zei Tom
‘En ik ook’ zei Sara
Ik hoorde ze vaag praten en lette er niet echt op, ik probeerde mijn hoofd helder te krijgen.
‘Hoe gaat het met haar’ vroeg Jasper, ‘word ze al weer wakker’
‘Is Jasper ook hier’ dacht ik, ‘Ik denk dat het tijd is om wakker te worden’. ‘Laat ik eens wat proberen’.
‘Wat doe jij hier Jasper’ vroeg Grace, ‘Jij hoort met mij om te gaan’.
‘Ik blijf hier’ zei Jasper, ‘ik wil weten of ze weer helemaal beter word’
‘Nee jij komt met mij mee’ zei ze
‘Nee’ zei Jasper, ‘het is uit’
‘WAT’! riep Grace uit, ‘jij kunt mij niet dumpen’
‘Ik heb het net gedaan’ zei hij
Iemand liep stampend weg, en die gene begon te huilen.
‘Je breekt weer iemands hart’ zei Tom
‘Ja wel’ zei hij, ‘jij pakt het meisje die ik eigenlijk wou’.
‘Dat had ik al door’ zei Tom, ‘alleen vond ik haar ook leuk’
‘Vond’ zei Jasper
‘Ja ’ zei Tom, ‘Nu is ze super leuk’
‘Ik wou haar jaloers maken met Grace’ zei Jasper, ‘Mislukt’
‘Erg mislukt’ zei Tom, ‘Nu heb ik haar’
‘Das waar’ zei Jasper, ‘nou dan neem ik haar vriendin maar’
‘Ik ben geen lot’ zei Sara, ‘humpph’
‘Nee sorry’ zei Jasper,’maar jij ’. ‘Jij bent meer dan Grace en al haar vriendinnen bij elkaar’
‘Oké’ zei ze
‘Dus wat ik nu wil vragen is’ zei Jasper, ‘Wat is jou gave’?
‘Je hebt het dus wel gehoord’ zei Sara, ‘En Grace’
‘Ik ben goed met hoofden’ zei Jasper
‘Das waar’ zei ze, ‘Mijn gave is om dingen te kunnen bewegen met mijn gedachten’
‘En die van Emma’ zei Jasper
‘Die hoef je niet te weten’ zei Sara, ‘Zij alleen vertelt het je’
Toen zag ik op begeven moment een visioen, een visioen van Sara en Jasper. Ze zoenden, ze zoenden op een romantische dineetje.
‘Aaaaaaaaah’ ik schrok op en alle mensen in deze kamer keken me aan.
‘Emma’ zei Tom, ‘Hoe voel je je’?
‘Goed’ zei ik
‘En met je hoofd’? vroeg Tom, ‘Prima’
‘Emma’ zei Jasper
‘Ja Jasper’ zei ik
‘Kan je me vergeven’ vroeg hij
‘Waarom’ zei ik, ‘nee zo bedoel ik het niet’, toen hij een raar gezicht trok.’Ik bedoel waarvoor moet je je verontschuldigen’ .
‘Voor dat mijn vriendin je heeft geslagen’ zei hij
‘Daar kon jij niks aan doen’ zei ik, ‘Het was ook mijn eigen schuld’
‘Ik heb er ook niks van gezegd’ zei hij, ‘van dat ze je sloeg’. ‘En het was niet jouw schuld, zij lokte het uit’.
‘Echt waar’ vroeg ik, ‘denk je’?
‘Ja echt’ zei hij
‘Zie je wel dat ik nog een kans heb’ dacht hij
‘Dat had je gedacht’ zei Tom
‘Ik voel me prima’ zei ik, ‘Laten we gaan’
‘Emma’ begon Sara, ‘het laatste uur is al begonnen’.’Dus laten we naar huis gaan’.
‘Prima idee’ zei ik, ‘laten we gaan’
Ik probeerde op te staan en voelde me gelijk weer duizelig.
‘Kom ik help je wel’ zei Tom
‘Moet ik helpen’ vroeg Jasper
‘Nee’ zei Tom, ‘ik kan het wel’
Tom ondersteende me en ik leunde zwaar op hem, ik voelde me schuldig dat ik zo zwaar op hem leunde. Maar hij bleef mij vast houden en zo liepen we met de fiets aan de hand, naar huis. Jasper had mijn fiets meegenomen, ook hem was ik dankbaar. Voor het blij maken van Sara. Maar ik maakte me zorgen over wat er zou komen. Toen we aan kwamen bij Sara’s huis, maakte haar moeder zich zorgen over me. Ik moest gelijk op de bank gaan liggen en ik ging zitten. Tom kwam aan de ene kant van mij zitten en Sara aan de andere kant. Jasper ging naast Sara zitten en gelukkig ging niemand meer bij ons op de bank zitten.
‘Wat is er met je gebeurd Emma’ vroeg ze
‘Oh niks’ zei ik, ‘een gevecht tussen Grace en mij’
‘Oké’ zei ze, ‘en wie ben jij dan’?
‘Ik heet Jasper’ zei hij beleefd, ‘Ik ben de broer van Tom’
‘Oké’ zei ze,’ik heb al veel over je gehoord’
‘Veel slechts denk ik’ zei hij, ‘Ik heb dat ook verdiend’.’Ik heb me verschrikkelijk gedragen’.
‘Dat is niet waar’ zei ik
‘Niet tegen jou’ zei hij, ‘maar tegen mijn broertje’
‘Dat is waar’ zei Tom
Tom hield nog steeds mijn hand vast en had zijn arm nog steeds over mijn schouders geslagen. Ik keek naar hem en….. Bloosde alweer. Hij was als een broer die ik nooit had gehad, maar dan was er nog iets aan hem. Hij gaf me weer kracht om op te staan na een gevecht voor hem…. Hij was mijn beste vriend.
‘Waarom bloos je Emma’ vroeg hij
‘Oh niks’ zei ik, ‘ik dacht aan iets’
‘Aan wat dan’? vroeg Jasper
‘Niks’ zei ik, ‘laten we morgen naar mijn huis gaan’
‘Waarom morgen’ vroeg Sara
‘Zodat ik nog wat kan herstellen’ zei ik, ‘en morgen hebben we vrij’
‘Oh ja’ zei Jasper
‘Ja’ zei ik, ‘want dan is het sint burgers day’
‘En wat gebeurd er dan’? vroeg Tom
‘Weet ik veel’ zei ik, ‘ik weet alleen dat we vrij zijn’
‘Goed we gaan morgen’ zei Sara
‘Mag ik mee’ vroeg Jasper
‘Tuurlijk’ zei Tom
‘Ja hoor’ zei ik
‘Ja’ zei Sara
Ik zag haar ogen op hem neer dalen en er ging een gevoel door me heen. Zo keek Tom ook naar mij, Soms.
‘Zou ik hier mogen blijven vannacht’ vroeg Jasper, ‘en Tom ook’
‘Tuurlijk’ zei Mevrouw Kiara
‘Dank u’ zei Jasper
‘Jullie jongens, mogen in de gastenkamer slapen’ zei ze
‘Oke’ zeiden ze
‘En Emma jij slaapt bij Sara op haar kamer’
‘Is goed’ zei ik,’nogmaals bedankt dat ik hier mag blijven’
Toen het avond werd ging iedereen snel naar bed zodat we vroeg konden opstaan. Ik kon niet slapen dus trok ik een vest aan en ging naar buiten op de schommel zitten. En zo zat ik daar een paar minuten gewoon naar de maan aan het staren. Ik had de maan altijd al fascinerend gevonden en was dus blij dat ik hier zat. Ik had een joggingbroek aan getrokken en daar was ik erg blij mee. Na nog een paar minuten zag ik iemand naar buiten komen, het was Esmee, Sara’s zusje.
‘Vind Tom jou leuk’ vroeg ze aan me, nadat ze was gaan zitten op de andere schommel.
‘Dat moet je aan hem vragen’ zei ik
‘Maar zijn jullie nu samen dan’ vroeg ze
‘Ja’ zei ik
‘Is Jasper al bezet’ vroeg ze
‘Ja, Sara en hij hebben ook een ding’ zei ik
‘Oké, dat wou ik even weten’ zei ze
Toen liep ze weer naar binnen en zat ik weer alleen op de schommel. Ik keek weer naar de hemel en was verbaasd over hoe helder die was vannacht. Ik bleef erbij hoe betoverend de nacht was, ik vond het soms beter om in de nacht wakker te zijn en als het dag is te slapen. De nacht was betoverend en mysterieus, het was…… Anders dan als de zon scheen, de maan was ook zo mooi. Ik keek op naar het huis en zag daar geen lichten meer die aan waren. Naast de schommel stond een boom waar ik tegen aan kon leunen. Ik leunde tegen de boom aan en ik zonk in een diepe slaap.