Hoofdstuk 39.
De tijd gaat als een razende voorbij en op dit moment bevind ik me ergens in een gebouw naast het gemeentehuis waar we zullen trouwen. Mijn moeder staat achter me terwijl ik naar mezelf in de spiegel kijk. Haar handen rusten op mijn schouders en er komen een paar mensen binnen die me zouden gaan klaarmaken voor deze dag. Op dit moment zit mijn haar niet, draag ik geen make-up en draag ik een vest van Samir en een trainingsbroek. Dat moet over 2 uur allemaal anders zijn, dan moet ik de mooiste vrouw op aarde zijn. Ik staar naar mijn spiegelbeeld in de spiegel en vraag me af waarom Samir met mij wilt trouwen. Wat heb ik wat andere vrouwen niet hebben? ‘Mijn prachtige dochter wordt groot’ mompelt mijn moeder terwijl ze door mijn haar strijkt. ‘Mevrouw, u moet aan de kant anders kunnen we niet goed bij uw dochter’ zegt een van de mensen. Mijn moeder knikt even kort en zet dan een paar stapjes naar achter terwijl ze me blijft aankijken via de spiegel. De spiegel wordt afgedekt met een vuilniszak zodat ik mezelf niet meer kan zien. ‘Zo blijft het een verrassing’ lacht een van de vrouwen die daarna verwoed mijn haar begint uit te borstelen. Ze zeiden dat ik niets moest doen aan mijn uiterlijk vanochtend dus heb ik zelfs geen kam door mijn haar gehaald. De mensen gaan druk in de weer met mijn uiterlijk terwijl ik alleen maar een beetje aan het zitten ben. Ik ben zo benieuwd naar Samir in zijn pak dat ik me totaal niet bezig houd met hoe ik er straks uit zal zien. Ik hoop alleen maar dat ik heel mooi zal zijn en dan iedereen me bewonderend aan zal kijken. Ik giechel zachtjes en die mensen lachen automatisch mee. Het lijken wel een stel robots en ik vraag me af waar Samir ze vandaan heeft geplukt. Mama verlaat de kleedkamer zie ik in mijn ooghoek en ik laat haar maar gaan. Misschien haalt ze Damian wel op. Ik wil mijn kleine mannetje echt heel graag even zien in zijn lieve kleertjes die Samir voor hem heeft gekocht voor vandaag. Het is eigenlijk een pak alleen dan heel klein en ik heb het hem nog nooit zien dragen. Dus ik vraag me heel erg af hoe het eruit zal zien. Ik sluit mijn ogen als ze aan mijn ogen beginnen. Er wordt op dit moment aan mijn nagels geprutst, aan mijn haar gewerkt en iemand is druk om een laag schmink op mijn gezicht te smeren. Ik kan alleen maar hopen dat het mooi wordt en dat ik toch nog op mezelf lijk. Niet dat ze me helemaal gaan veranderen en iedereen gaat denken dat ik een plastic barbiepop ben. Zo ben ik, zo ben ik nooit geweest en zo zal ik ook niet willen worden. ‘We moeten uw jurk aantrekken’ zegt een van de vrouwen dan. Ik kijk in de spiegel in de hoop dat de vuilniszak weg is, maar hij hangt er nog steeds. Blijkbaar mag ik straks in een keer het totaalplaatje zien.
Reageer (1)
wauw wat een prachtig verhaal!
1 decennium geleden