Foto bij Hoofdstuk 38.

Ik lig op de bank lui te doen terwijl Samir met Damian speelt en dingen voor onze bruiloft regelt. Ik ben sinds 2 dagen uit het ziekenhuis en nu mag ik alleen maar op de bank of in bed liggen van Samir. Hij is zo bezorgt en zorgt de hele tijd voor Damian. Overdag als hij aan het trainen is, is mama hier en zorgt ze voor mij. Ik mag helemaal niets doen. Damian lacht terwijl Samir hem in de rondte zwaait. De tranen verschijnen in mijn ogen door de aanblik. Het is het mooiste wat hij me ooit heeft gegeven. Hij is de perfecte vader voor mijn zoon, hij is er als ik hem nodig heb. En ik hou meer van hem dan van wie dan ook op deze wereld. De enige die op gelijke voet met Samir staat is mijn zoontje. Als ik ooit gevraagd zou worden om tussen hun te kiezen, dan zou dat me nooit lukken. Ze betekenen allebei evenveel voor me. Samir is de man met wie ik mijn leven wil delen. De persoon met wie ik oud wil worden en op de veranda wil zitten omringt door onze klein kinderen. De tranen springen in mijn ogen en ik veeg ze snel weg voordat Samir ze ook maar kan zien, maar het is te laat en hij heeft ze gezien. Hij houdt op met Damian en houdt hem op zijn arm terwijl hij met grote passen naar me toe loopt. ‘Heb je pijn?’ vraagt hij bezorgt terwijl hij op het randje van de bank gaat zitten. Ik schud langzaam mijn hoofd en hij drukt een kusje op de zijkant van mijn hoofd. Zijn vingers spelen met mijn haren en zijn ogen boren in de mijne. Ik kom rechtop zitten en dit keer houdt Samir me niet tegen maar kijkt me alleen maar aan. ‘Wat is er toch allemaal aan de hand, meisje?’ vraagt hij terwijl hij zijn hand die Damian niet vasthoudt op mijn wang legt en zwakjes naar me glimlacht. ‘Het waren tranen van geluk, Samir’ fluister ik zachtjes. Een brede grijns speelt om zijn lippen en hij kust me zachtjes op mijn neus. Ik kijk hem glimlachend aan en hij haalt een hand door mijn haar. ‘Ik kan niet wachten totdat je mijn vrouw bent en de hele wereld weet dat je van mij bent’ grinnikt Samir dan in mijn oor. Ik giechel als een schoolmeisje en schud dan mijn hoofd. Samir legt zijn hand op mijn borst en duwt me weer achterover. ‘Rust nog maar even uit, over 3 dagen is de grote dag’ lacht hij waarna hij een dekentje over me heen trekt en wegloopt met Damian in zijn armen. Hij heeft gelijk, over 3 dagen gaan we al trouwen en ik kan echt niet meer wachten totdat het moment daar is. De bel van de voordeur gaat, dat moet mama zijn. Maar ik blijf op de bank liggen, zoals Samir wilt. Hij moet naar de training toe en dus komt mama nu hier om dingetjes te doen en om op Damian te passen. Eigenlijk zit ik er aan te denken om haar te vragen of ze hier komt wonen, ik weet zeker dat Samir dat ook leuk vindt. Ze ligt in scheiding met haar man, de man die zichzelf mijn vader noemt.

Reageer (1)


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen