37 - I'm sorry.

'Miaka!' schreeuwde ik. Ze draaide om. Sasuke was bij haar. Ik rende naar haar toe en sloeg mijn armen om haar heen. 'Naruto!' zei ze geschrokken. 'Blijf alsjeblieft bij me.' smeekte ik haar. 'Het klinkt misschien waardeloos, maar zonder jou leven is leven zonder lucht. Het kan gewoon niet.' Ze trilde. Ik kon het voelen. 'Naruto, het spijt me.' zei ze zacht. Ik zag Sasuke het bos in lopen. Hij glimlachte. Miaka keek me aan. 'Het spijt me van wat ik je heb aangedaan. Ik heb je alleen maar problemen bezorgd. Aan iedereen. Als ik er niet was geweest...' ik deed mijn hand voor haar mond. 'Ssh. Als jij er niet was geweest, was ik nooit zo gelukkig geworden als nu. Miaka, ik hou van je. Dat kun je niet veranderen.' Er liepen tranen over haar wangen. 'Naruto...' zei ze alleen. Ik trok haar wat dichter tegen me aan. 'Ik laat je niet meer gaan. Ik beloof het.' Ze knikte. 'Dankje.' Ik was opgelucht. Ik had haar weer terug.

'Naruto! Ren!' hoorde ik Sasuke schreeuwen. Ik keek geschrokken achterom. 'Chichiri!' Miaka schuilde achter me. 'Miaka, lief zusje, ik heb groot nieuws. Ik ben terug.' Ik voelde hoe Miaka achter me versteende. 'Nee!' schreeuwde ze. 'Hoe kan dit?! Waar is Nathan?' 'Nathan? Hoe kun je nu nog om hem vragen? Hij wilde je vermoorden!' schreeuwde Chichiri. Miaka schudde haar hoofd. 'Nee, hij wilde me helpen. Naruto heeft me alles vertelt. Jij wilde me gebruiken!' Ik zag woede in de ogen van Chichiri. 'Jij vieze NineTails!' schreeuwde hij naar me. 'Jij denkt werkelijk dat je me te slim af bent hè? Gewoon leugens aan Miaka vertellen.' 'Ik ben niet degene die heeft gelogen tegen Miaka.' zei ik kalm. 'Dat was jij. Jij verkleedde je als je broer. Jij zorgde ervoor dat Miaka Konoha wilde vernietigen. Chichiri, ik zweer. Ik heb zelf geen broers, maar ik kan wel zeggen dat jij een vreselijke broer bent.' Chichiri begon te lachen. 'Hoorde dat pijn te doen? Oh, nou, AUW!' zei hij heel sarcastisch. 'Miaka, zeg nou zelf. Wie geloof je eerder, je broer, of een jongen die met een ander meisje had gezoend en die je nog maar net kent.' Er verscheen een glimlach op Miaka's gezicht. 'Naruto. Ik geloof in Naruto.'