I've Seen You Before
Jentel dreef haar hersens tot het uiterste maar ze kwam er maar niet op.
Waar had ze hem eerder gezien?
Jentel gromde inwendig. Ze haatte het als ze zich iets met al haar wil wilde herinneren. Ze haatte zowiezo al de hoofdpijn die daarbij hoorde, maar het ergst van al, zo dacht zij erover, was als ze het zich ook echt niet herinnerde. Meestal sprong het haar na een aantal minuten haar hersens pijnigen wel te binnen. Maar nu...
Aaaaaaaaaaaaaargh, ze werd er gek van!
Voor de zoveelste keer keek ze op naar Louis alsof het op zijn gezicht zou geschreven staan. Helaas was zijn gezicht nog steeds zo glad en smetteloos wit als al die andere 23 keren dat ze had gekeken.
Jentel had voorgesteld Louis naar de bibliotheek te brengen, aangezien dat ze daar toch beiden moesten zijn. Ze was wel behoorlijk geschrokken toen Louis van zijn droge bankje was opgestaan. Hij was wel een kop groter!
Jentel was van nature niet echt groot, maar ze was ook niet klein. Ze was, wat ze zelf noemde, het prefecte meisjes gemiddelde. En trouwens, de meeste jongens uit haar klas waren niet bepaald veel groter dan zij. Dus ja, het was toch even wennen.
Voor de 25ste keer keek ze op naar Louis' gezicht. Zijn stijle, natte haar begon weer op te drogen tot de schattige, volle pijpenkrullen. Ze kwamen keurig weer in model, zonder dat hij er ook maar zijn hand had moeten doorheen halen. En zoals gewoon droogde Jentel's rossige haar weer als stro.
Jentel vertok haar mond tot een geërgerde streep toen het haar weer niet tebinnen kwam springen. Ze haalde een wanhoopspoging uit; hem voorstellen op alle plekken waar ze al was geweest.
Een grote stad, en pretpark, een disco, een feest, een café, aan het station, wandelend op die eenzame weg waar ze ooit eens langs was gefietst toen ze de weg naar haar vriendin was verloren en haar heel af en toe eens en persoon opdook.
Niets! Helemaal niets! Waar ze het ook probeerde, nergers ging er een lampje branden.
Wat Jentel ook ergerde was dat Louis op een of andere manier nergens leek thuis te horen. Alsof hij uit een middeleeuws prentenboek was gescheurd en in een modern roddelblaadje was geplakt.
Je kent dat wel, van die momenten dat de zon helder schijnt en dat er geen wolkjes en de lucht is... en dan zie je ineens de maan!
Wel, zo misplaatst leek Louis in de stad of op die eenzame weg als die maan overdag aan de hemel.
'Doe ik iets verkeerd?'
Louis' aarzelende stem maakte Jentel wakker.
'Hé? Oh, niets hoor. Ehehehe'
'Zeker? Je kijkt zo naar me.' 'Ja hoor, ja hoor, ik droomde weg Gebeurt nogal vaak.'
De eerste indruk zegt alles hé? Dat had ze de hare als behoorlijk verpest, dacht Jentel. Als een hersenloze zombie naar hem staan staren, goed bezig 'Waar woonde voor je terug naar hier kwam?' vroeg Jentel in de hoop het zich op die manier weer te herinneren. 'Villa Inferno, in Monaart, de Dragonstraat.'
Jentel slaakte een inwendig gilletje. Het huis in haar oma's boek... bestond dat echt!? Ze moest het zeker weten!
'Welk nummer?' Louis keek haar bedenkeljk aan maar antwoordde toen: "Nummer 13"
Waaaaah, nummer 13! Net als in haar oma's boek!
'Ziet het eruit als een gammel spookhuis met griffioenen aan de deur, een lange oprijlaan en een roestig hek aan het begin van die oprijlaan?'
'J-ja... Hoe weet je dat?'
Enthousiast viste Jentel het boek met de zijden kaft uit haar tas. En plotsklaps wist ze waar ze Louis eerder had gezien.
Reageer (3)
Omg snel verder ^^
1 decennium geledenSnel verder <3
1 decennium geledensnel verderrrrrrrrrrrrrrrr!!!!
1 decennium geleden