TH Auf Tour 1
Dit stuk is vanuit Tom's opzicht.
Door de plotselinge vlaag van kou word ik ruw uit mijn slaap getrokken. Ik kreun.
‘Tom, godverdomme, wordt wakker!’
‘Niet zo vloeken in mijn kamer!’ krijg ik er met krakende stem uit.
‘En waarom niet?’
‘Omdat dit míjn kamer is en ik ben heilig.’ Ik draai me zonder mijn ogen open te doen om en duw mijn hoofd in mijn kussen alsof ik het daardoor plots weer warm krijg.
‘Tom, kom nú dat bed uit, of ik sleur je aan je dreads de badkamer in en zet je onder de koude douche!’ Vloekend draai ik me om en open met veel tegenzin één van mijn ogen. Ik zie een gefrustreerde Bill met staartje en een gigantische zonnebril voor me staan. Die zonnebril geeft me eerlijk gezegd de neiging een vliegenmepper te pakken en er flink op te meppen. Dat komt trouwens niet alleen door die zonnebril. Ik til mijn hoofd een beetje op en kijk met dat ene oog op de klok die op het nachtkastje staat.
‘Waar loop je om te stressen, man, het is verdomme 11 uur! Laat me slapen, ik, de Heilige, heb het nodig.’ Ik draai me weer om en grijp naar de deken die aan de andere kant van het bed ligt. Bill trekt het snel weg en trekt meteen het kussen onder mijn hoofd uit.
‘Bill, nog even en ik wordt echt pissig!’
‘Tom, nog even en ik doe het echt! Of ben je soms vergeten dat we over 2 UUR al op tour moeten!?’ Het duurt even tot wat hij zegt de slaperige waas in mijn hoofd binnen is gedrongen. Als het uiteindelijk goed tot me doordringt schiet ik overeind.
‘Wát!?’
Een uur later sta ik, intussen wakker en met alles gepakt, in de woonkamer van ons huis te wachten. Het is f*cking 12 uur. Ik zou nu nog van die vreselijk sexy snurkgeluiden kunnen maken, maar nee, meneer Bill moest me natuurlijk weer 4 uur voor we weg moesten wakker maken. Ja VIER uur, ja. De eikel.
‘Ah, je bent klaar met inpakken? Mooi, dan kun je nu nog een paar uur wachten,’ had hij gezegd toen ik net met koffers en al naar beneden kwam rennen. Ik zou anders ‘te lang hebben doorgeslapen en was misschien te laat voor het vertrek geweest’. Oké, het is mijn broertje, en ik houd veel van hem, maar met evenveel liefde had ik een van die zwartgelakte vingertjes van hem eraf geknauwd. Echt, als ik érgens niet tegen kan, is het voor niks wakker gemaakt worden. Bill met zijn laatkomers-fobie. Ik zucht. Zoals je ziet heb ik weer eens last van zo’n gezellig ochtendhumeurtje.
Als we (na drie uur chagrijnen) de bus dan eindelijk instappen (met Bill die roept dat ik er nu in ieder geval op tijd ben) stamp ik meteen door naar de bank en plof erop neer. Het enige antwoord wat Bill van me krijgt is een grom en een geïrriteerde blik.
‘Ach, Tommie toch, bekijk het van de zonnige kant. We moeten nu nog minstens 10 uur naar ons hotel rijden, dus je kunt nu nog slapen,’ zegt Bill.
‘Oh nee, Bill, jij hebt me wakker gemaakt dus zit je nu met me opgescheept ook,’ antwoord ik, en kijk hem gemeen lachend aan. Hij begint te lachen.
‘Zeg, zijn heiligen niet die mensen die helpen en aardig zijn tegen iedereen?’
‘Nee hoor, de oude niet. Alleen de Christelijke heiligen, ik ben Grieks. Die zien er ook veel beter uit, en dat kun je ook aan me zien, niet?’ Arrogantie druipt van de woorden af, maar dat kan me geen moer schelen, ik ga hem lekker irriteren, net zoals hij bij mij deed. Georg en Gustav hebben deze tour hun eigen bus, dus heeft hij alleen mij. Van binnen wrijf ik in mijn handen, dit wordt nog leuk.
Even later zitten we met z’n tweeën een kaartspel te spelen. Het irriteren was er niet echt van gekomen, mijn ochtendhumeur was na een glas cola al weg. Ach ja, ik pak hem nog wel terug, zeker weten!
‘Tom, het spijt me zeer, maar deze joker jeukt aan mijn handen,’ zegt Bill met een zelfvoldane blik op zijn gezicht. Ik glimlach.
‘Ach, laat ik nou net toevallig óók een joker vasthebben. Afpakken, Billieboy!’ Zijn gezicht betrekt, en hij zucht. Geamuseerd kijk ik toe hij 10 kaarten van de stapel pakt.
‘Noem me niet zo!’ roept hij tussendoor. Hij vindt het vreselijk als ik hem zo noem. Ik gebruik de naam dan ook altijd als ik hem weer eens wil pesten. Na een tijdje (en twee overwinningen, gheghe) staan we stil. De deur gaat open en David Jost komt binnen.
‘Dag heren, hoe is het ermee? Goed geslapen?’ vraagt hij. Ik kijk Bill aan en ik zie aan zijn gezicht dat hij een grijns onderdrukt.
‘Ja, hoor Daaf, hoe is ’t met jou?’ vraagt hij poeslief. Ik schud mijn hoofd.
‘Ook goed hoor. Ik ben die weken op Mallorca wel goed doorgekomen hoor,’ zegt David grijnzend.
‘Nou, zijn jullie klaar voor de nieuwe tour? Morgen begint het al officieel in Brussel, dus ik hoop dat jullie een beetje uitgerust zijn.’
‘Nou, ik had vandaag langer kunnen slapen, maar iemand vond het grappig mij drie uur te vroeg wakker te maken. Maar laten we geen namen noemen,’ zeg ik poeslief. David lacht.
‘Ach, beter drie uur te vroeg dan te laat op de eerste tourdag, niet?’ Grrrr…
Wie was die David Jost-dude ook alweer? Ik kan het me niet meer herinneren, haha!
Reageer (2)
Auf is goed duits ;p tour is gewoon tour haha ;p
1 decennium geledenHalf duitser hiero
Was die david niet hun manager ofzoo? Oow wat slecht ik weet het ook niet
1 decennium geleden