Het sprookje 'Roodlokje'.
Er was eens een meisje, in een land hier niet ver vandaan, die Roodlokje heette.
De mensen noemden haar zo omdat, als ze iets wilde, haar rode lok haar op groeide en een fel rood licht verspreidde.
Roodlokje, toen 12 jaren oud, leefde in een achterstandswijk die de beruchte naam 'Lange Wijde' had. Hier leefde het uitschot van de samenleving. Roodlokje had gelukkig wel een grootvader, grootmoeder was op de treurige leeftijd van 69 overleden. Helaas is grootvader, nadat grootmoeder overleed, in aanraking gekomen met Speed, die hij kreeg van één van de vele drugsverslaafden die daar leefden. Omdat grootvader heel erg verdrietig was over de dood van grootmoeder wilde hij dit rouwproces versnellen. Speed werd hem verteld, versnelde alle gang van zaken. Grootvader zag daar wel gat in en begon het spul te gebruiken. Niet lang daarna moest grootvader naar een afkickkliniek omdat een overdosis hem bijna fataal was geworden.
Gelukkig, zo vond de leider van de achterstandwijk, Hendrik Jan genaamd, dat het wel handig zou zijn om een kliniek op te zetten midden in de achterstandwijk zodat de mensen er sneller na toe zouden kunnen gaan. Helaas faalde meneer Hendrik erin om te bedenken dat de drugsverslaafden zo makkelijker aan hun drugs kunnen komen.
Van het één kwam het ander en de kliniek werd een groot succes, iedere patient was er gelukkig. Elke patient? Iedereen was gelukkig behalve grootvader. Arme grootvader, hij had niemand om hem z’n Speed te bezorgen.
Of toch wel? Zou Roodlokje voor hem op pad gaan om Speed voor hem te gaan halen?
Maar natuurlijk, zo gaat dat in sprookjes.
Dus zo ging Roodlokje vroeg in de ochtend naar de koffieshop om daar grootvader's speed te halen. Van Roodlokje's vader kreeg ze ook nog wat heroine mee, ‘dat zal hij vast fijn vinden’ zei hij.
Na vijf minuten lopen begon ze het gevoel te krijgen dat ze gevolgd werd. Ze liep snel door en liep snel naar de kliniek.
Ineens, want zo gaat dat in sprookjes, liep ze tegen een zwaargebouwde man aan die de naam Leipe Harry had. Hij was de drugsbaas in dit gebied. Hij zei tegen Roodlokje, ach mijn kind, neem je geen bloemen mee voor grootvader?
Nee zei Roodlokje.
O, zei Harry, ik zag nog mooie bloemen langs de weg staan. Ga die maar plukken zei hij.
Roodlokje deed het en had een bos mooie bloemen te pakken.
Eenmaal aangekomen bij de kamer van grootvader ziet ze een rode vlek en voelt ze een harde klap waarna alles zwart wordt.
Roodlokje wordt een half uur later wakker en haar hoofd bonkt. Na een tijdje beseft ze dat ze levend begraven is.
Maar wat is er met grootvader gebeurt? Dan hoort ze voetstappen. Het is de polietieagent, want zo gaat dat. Hij bevrijd haar en zegt:'Je grootvader is door de drugsbaas vermoordt, omdat hij zijn drugs niet meer kon betalen’. Gelukkig hebben wij hem kunnen pakken voor zijn daden.
Hij zit nu voor levenslang achter de tralies. Hij vertelde dat hij jou levend had begraven en daarom ging ik naar jou op zoek.
Dit gezegd hebbende stond de politieagent weerop en ging weer verder.
En wat is er verder van Roodlokje gekomen?
Zij heeft later in de kliniek gewerkt en ze leefde nog lang en iets minder gelukkig
Reageer (1)
dit is dus echt niet grappig !! er zijn echt mensen zo hoor!
1 decennium geleden