43. Zwamdrift's crazy talk
'U moest me nog iets vertellen zei u.' Olette stond tegenover professor Zwamdrift. Professor Zwamdrift gooide iedereen de klas uit en ging aan 1 van de tafels zitten. 'Ga maar zitten, dan vertel ik je wat ik heb gezien.' Olette keek om haar heen in de hoop dat er nog iemand was, maar iedereen was al weg. 'Ik moet je zeggen dat u wel één van de ergste toekomsten hebt die ik ooit heb gezien. Op Harry Potter onder andere na dan.' Olette knikte. 'Ik zag ik uw toekomst dat u het enorm moeilijk zal hebben. Uw vrienden worden vijanden, ze zullen u proberen te vermoorden. U zult moeten kiezen tussen 2 dingen, maar ik heb niet kunnen zien welke beslissing u zult nemen en wat de gevolgen zijn. Ik zag dat u zou lijden op verschillende manieren. Arm meisje toch, je bent zo jong, je leeft maar net. U moet oppassen met wat u gaat doen, want het kan zijn dat mijn visioen morgen uitkomt, maar ook over tien jaar.' Olette knikte vaagjes. Het klonk zo geloofwaardig, maar toch geloofde ze het niet. 'Als u mijn hulp nodig hebt met wat dan ook, zal ik u helpen. Zal ik nog een keer in uw toekomst kijken?' 'Nee!' Zei ze meteen. 'Ik bedoel, ik wil uw gaven niet uitputten.' Professor Zwamdrift knikte en stond op. 'U moest me nog iets vragen, dat zag ik een paar dagen geleden.' Olette dacht na maar schudde haar hoofd. 'Ik heb geen idee. Als ik het weer weet zal ik het u zeggen professor.' Ze stond op en voelde dat de ketting tegen haar lichaam aankwam. Het was zo koud, maar de kamer was bloedheet. 'Ik weet het weer! Heeft u een boek voor mij over kettingen?' Professor Zwamdrift keek haar onderzoekend aan. 'Die heb ik ja, waarom?' 'Nou, uuh... Ik heb niet zo lang geleden een ketting gevonden en ik zou willen kijken wat voor een soort ketting het is.' Professor Zwamdrift knikte. 'Om te kijken hoe het u en uw toekomst beïnvloed neem ik aan.' 'Tuurlijk...' Professor Zwamdrift liep bij haar weg en kwam na een halve minuut terug met 7 boeken. 'Kijk eens aan. Wilt u ze allemaal lenen?' Olette knikte. 'Ja graag.' Ze kreeg de boeken en liep na een paar minuten het lokaal uit. Ze ging zuchtend naar de leerlingenkamer en borg de boeken op, ze zou ze later wel bekijken. Ze pakte de tas met al haar breiwerk en ook Denn, hij was lang niet naar buiten geweest. 'Wacht, ik kleed me eerst om.' Ze trok jeans aan met een paars T-shirt en een zwarte vest die ze dichtritste, maar niet helemaal. Ze pakte haar mantel voor de zekerheid een een speciaal dekentje voor Denn voor als hij het koud zou krijgen. En natuurlijk wat lekkers voor allebei. 'Je mag kiezen. Tas of in de zak van mijn vest.' Denn sprong in haar zak en krulde zich op. 'Typisch.' Ze deed de tas om haar schouder en rende de trap af. 'Ik ben buiten, en ik ga me niet eenzaam voelen omdat Denn meegaat.' Blaise en Theodoor keken haar aan en ze zwaaide. Hun knikten maar en gingen verder met hun huiswerk, die Olette allang af had. Ze had altijd haar huiswerk af. Ze deed nooit veel moeite maar ze deed alles goed en netjes.
Blij liep ze met Denn in haar zak naar buiten en ze ging in het gras zitten die bevroren waren. Ze pakte het dekentje van Denn en legde die zonder er verder naar te kijken op de grond. Denn vond het altijd leuk om in zijn dekentje gekke dingen te doen. Als het netjes was was het niet meer leuk voor hem. 'Denn, je mag eruit.' Denn kroop er voorzichtig uit en kroop in zijn dekentje. 'Ik ga breien, ga jij maar lekker spelen gekkie.' Ze kietelde Denn even op zijn buikje die erop reageerde door op haar vingers te bijten, maar dan heel zacht. 'Ik heb ook een nootje voor je. Je favoriete krijg je niet nu, maar later.' Denn's oren gingen naar beneden maar hij nam het nootje maar al te graag aan. Ze pakte haar breiwerk en ging aan het werk. Het was erg koud maar daar trok ze zich niks van aan. 'Ik denk dat we beter kunnen verhuizen. Zullen we naar die boom gaan?' Denn antwoordde door in haar zak te kruipen en zich weer op te rollen. Ze ruimde alles op en liep naar een boom en ging daar tegenaan zitten. Ze pakte alles weer uit en Denn sprong meteen weer zijn dekentje in. 'Gek.' Ze ging verder met breien en een uur nadat het avondeten voorbij was stopte ze. Nog maar 4 paren te gaan. Denn had het die dag erg naar zijn zin, hij was zelfs bijna gaan zwemmen. Ze had hem net op tijd tegengehouden. Ze had gehoord dat de inktvis in het meer geen mensen eet, maar wel dieren. En Denn was zeker weten een dier.
Die avond was Denn uitgeput inslaap gevallen in zijn dekentje en Olette lag op het gras naar de sterren te kijken. Ze lachte toen ze aan die keer dacht dat haar moeder boos was omdat ze nog op was. Ze zei toen: 'Maar de sterren zijn zo mooi!' Haar moeder had geantwoord: 'Als je wilt dat ze zo mooi blijven ga je nu slapen! Anders gaan die sterren uit!' Ze maakte onzichtbare lijntjes die de sterren verbonden. Uiteindelijk werd het te koud om buiten te blijven en stopte ze alles in haar tas, op Denn, zijn dekentje en haar mantel na. Denn werd even wakker maar viel inslaap toen hij in haar armen lag opgerold in zijn dekentje. Ze had haar mantel over zijn dekentje gedaan en was toen naar binnen gegaan.
Vinden jullie Denn ook niet schattig? Ik ben nu de neiging om een eekhoorntje te hebben. Hihi. Kudo? Reactie?
Reageer (3)
Ik vind Denn echt heel erg schattig.
1 decennium geledenKun je een foto voor hem zoeken???
Je link faalt
1 decennium geledenIk moet je zeggen dat u wel één van de ergste toekomsten hebt die ik ooit heb gezien. Op Harry Potter onder andere na dan.'
1 decennium geleden-plat- 8'D
Omg zij zuigt echt x]