Out of control.
Zodra ik de parking voor school opreed, gleden mijn ogen over de auto’s die er stonden. Aangezien ik zo vroeg was, konden het er hoogstens tien zijn geweest. Zoals ik al had kunnen verwachten stond de zilveren Volvo van de Cullens er niet tussen. Het verbaasde me niet. Ik was er zeker van dat ik het wel gevoeld zou hebben als ze er waren geweest.
Ik stapte uit en hoorde meteen mijn naam achter me. Ik zag Steven al nog voor ik me goed en wel had omgedraaid. Ik moest het die jongen nageven, telkens ik hem zag, kon hij op wonderbaarlijke wijze mijn humeur laten dalen tot het vriespunt. Iets aan hem, misschien zijn gretigheid, stootte me gewoon van hem af. Toch greep ik de kans om mijn gedachten, die me al de hele nacht hadden beziggehouden, naar de achtergrond te verdringen. Niet dat het hielp. Ik hoorde geen woord van wat hij zei en relateerde daar bovenop elk woord dat ik toevallig wel opving met de Cullens. Mijn blik gleed, terwijl hij bleef praten, over de parking –die ondertussen al aardig vol raakte.
‘Dawn?’
‘Ja?’ Ik keek verward op en zette een pas achteruit toen ik Stevens hoofd recht voor me zag. Zijn blik was vragend.
’Hé zijn jouw ogen nou donkerder?’ Hij keek bedenkelijk.
’Waarschijnlijk een andere lichtinval,’ mompelde ik afwezig.
Plots was ik er mij van bewust dat mijn gevoelens langzaam veranderden. Een nieuw, bekend gevoel gleed door me heen. Op hetzelfde moment gleed er een zilveren Volvo over de parking. Ik strekte me zo onopvallend mogelijk uit, maar kon niemand onderscheiden.
Net toen de auto stilstond, rinkelde de bel. Het geluid klonk me scherp in de oren. Dit was de eerste keer dat ik het geluid associeerde met irritatie. Het ding had een uiterst slechte timing vandaag.
Omdat Steven nog steeds naast me stond, kon ik niet anders dan zijn vragende blik beantwoorden en hem naar binnen volgen. We liepen naar onze les, waar ik welgeteld twee worden van opving. De rest was gewoon achtergrondgeluid in mijn hoofd.
Naast me hoorde ik hoe Steven hard zuchtte. Ik keek gepikeerd op, net toen hij zich naar me toedraaide.
’Is er iets?’ vroeg ik maar om beleefd te zijn. Misschien snapte hij de leerstof niet en kon ik hem helpen. Meer om mezelf te helpen natuurlijk.
’Je vindt me vast raar,’ zei hij hoofdschuddend.
Ja!
’Nee hoor, hoezo?’
‘Ik kan de Cullens maar niet uit mijn gedachten krijgen.’
Ik snapte zijn probleem, voor mij was het ook niet zo eenvoudig, haast onmogel… Shit. Uit mijn ooghoeken zag ik een meisje heldere gouden ogen tekenen. En alsof dat niet genoeg was draaide Steven zich terug naar mij om.
’Ik zie de hele tijd een jongen voor me.’
Ik keek naar Steven die net wegkeek en ongemakkelijk voor zich uitstaarde. Raad eens aan wie ik net dacht?
Reageer (6)
Hahaha, geweldig! <3
1 decennium geleden<333333333333333333333333333333333
1 decennium geledenOmg ik vind ze heel goed, ze zijn heel mooi geschreven ^^
1 decennium geledenSnel verder?
<3
Jasper Dúh
1 decennium geledenSnél Verder
super!
1 decennium geledensnelverder ^^
.x3