Foto bij Opdracht 3

gebaseerd op somwhere van Within Temptation

Keep on Trying
Hijgend en zwetend vocht ik. Onder de dekens slokte het zwart mijn lucht op. Maar het liet niet los. De wol wikkelde zich enkel verder om mijn hoofd. Een tollend hoofd, dat het bewustzijn verloor.

Het schommelde, een open zee. Waar het zicht verloren had. Gevoel was het enige wat mij kon leiden. Het creëerde een pad. Op knokkels en knieën, volgde ik. Stof veranderde in vloeistof, begon te golven. Stevige grond verdween met elke zet. Steeds verder zakte ik.
Tot het langs mijn nek kroop.
Ik stopte. Het water had mij. Doorgaan zou niks opleveren.
'Geef niet op!' sprak ik mezelf toe.
Mijn benen zweefden beneden. Twee bleke ledematen achter de verduisterde en rimpelende spiegel. Bolletjes zand vluchtten weg van mijn tenen.
'Ik moet weten waar je bent!'
Alleen wie was die persoon, waartegen ik het had. Sprak ik de woorden echt uit? Trotseerden ze mijn tanden? Vloeiden ze uit mijn mond? Nee. Ik was ervan overtuigd dat hij het niet hoorde. Of ik nou wel of niet hardop praatte.
De zware druppels hingen aan lange draden die uit mijn hoofd groeiden. Ze trokken me achteruit. Terwijl vooruit de enige weg was.
'Hoor je mijn geschreeuw niet?', het klinkt als het ijle gehuil van de wind.
Zoveel anders dan mijn stem.
Maar het werd beantwoord. Met zacht gezang kwam er richting.
De melodie sleepte het massieve lichaam naar de bron. Uit het water, weg van de zee. Door struiken en slierten die zich krampachtig aan mij vast klampten.
Een sterrenhemel lag uitgerold over de boomtoppen. Diamanten waren opgegooid en vastgehecht aan de gigantische, bevlekte deken. De stenen blonken zo hevig dat de aarde, waarheen zij hun schoonheid zonden, leek op te lichtten.
Vol aarzeling schoof ik het gordijn van bladeren opzij. Onder de maan trof ik een kind aan.
Iets klopte niet. Een klein meisje, spelend met botten en rozen. Zo hoort het niet. Waarom zat zij hier? Wat betekende dit?
Ze verloor de aandacht voor de beenderen. Langzaam keerde zij zich om. Dode ogen staarden mij aan. Zonder emotie, zonder woorden. Zij keek alleen.
Haar mond maakte bewegingen. Geen geluid.
Gedwongen door nieuwsgierigheid kwam ik dichterbij.
Krakerige zinnen fluisterden in mijn oor,'Niet hier, niet hier'
'Waar dan?' vroeg ik me af.
De oude stem hakkelde,'D'
D?
'Dood.'
Het was onduidelijk wie of wat er dood was. Misschien was dit land wel het land van de doden, alleen dan sloeg 'niet hier' nergens op. Bedoelde zij de botten? Was een van haar dierbaren overleden.
'Jij' siste ze, terwijl ze beschuldigend wees.
Wegwezen! Hier hoor ik niet te zijn.
Meteen zette ik hem in zijn achteruit. Waar is het einde van de tunnel? Het licht. Waar is het licht?
Wanhopig schoten mijn ogen over de eindeloze zee. Daar! Langs de oever die het water afbakent. Dolblij sprintte ik erheen. Maar de lichtbol leek even ver te blijven. Zelfs de lucht boven mij, was vastgeplakt aan mijn kruin. Rennen had geen zin, zolang alles meekwam.
Misschien moest ik wat anders proberen. Als de omgeving nou eens bewoog…
Op het puntje van mijn tenen staande, reikten mijn vingers uit naar het hemelgewelf. Het fluwelen doek kreukte. Er ontstond een bult, waar nagels zich in vast zetten. Met een krachtige ruk vloog de hemel achteruit. Glinsterstenen vielen, braken als glas op de harde ondergrond. Hun splinters schoten alle kanten op.

Aan de nauwe verstikkingsdood ontsnapt, wierp ik de dekens van mij af.
‘Oom.’ echode een vaag bekende meisjesstem in mijn hoofd. Het zal wel een herinnering uit mijn droom zijn. Oom was echt niet… dood?
‘Wel!’ blèrde zij in mijn oor. Mijn oom is dood.

Beneden zitten mijn ouders tafel, te wachten op mij, voor het ontbijt. Er wordt opnieuw gesproken over dat wij deze zomer naar mijn oom gaan.
‘Dood!’ galmt het.
Ze moeten het weten. Alleen ik durf niks te zeggen. Mijn mond blijft dicht.
Lost in the darkness, hoping for a sign.
Instead there is only silence,
can't you hear my screams?
Never stop hoping,
Need to know where you are,
but one thing is for sure,
you're always in my heart.

I'll find you somewhere.
I'll keep on trying until my dying day.
I just need to know whatever has happened,
the truth will free my soul.

Lost in the darkness, try to find your way home.
I want to embrace you and never let you go.
Almost hope you're in heaven so no one can hurt your soul.
Living in agony cause I just do not know
where you are.

Wherever you are, I won't stop searching.
Whatever it takes, I need to know.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen