Part 2|| Kookmachine
'Artemis!!!' klonk de stem van Holly. 'Wat is dát in hemelsnaam?' Artemis fluisterde een woord uit de elfenvocabulaire: 'D'Arvit!' Hij zag Holly kijken, dus hij herstelde zich snel. 'Dat? O, dat is niets, Holly. Gewoon een eh... Kookmachine.' 'Kookmachine?' Holly's stem klonk behoorlijk monotoon. Ze stond met haar armen over elkaar geslagen tegen de fraai versierde deurpost, die nog uit de 19e eeuw stamde. Zelf met haar kleine lengte zag ze er zo indrukwekkend uit. Artemis voelde zich nogal ongemakkelijk. Vreemd eigelijk, dacht hij, dat Holly de enige is die hem zo'n gevoel kan geven. Waarschijnlijk door die kus. Kom op, Artemis! Riep hij zichzelf tot orde. Geef antwoord!
'Ehm.. Ja.' Holly liep naar de cabine. 'En wat is dit dan? Doe je hier soms de ingrediënten in?' Haar stem droop van het sarcasme. Ze stapte de cabine in en keek narboven. Op dat moment stapte Turf naar binnen. 'Hoi jongens!' riep hij. 'De keuken is dáár, Turf!' riepen ze alledrie en wezen. Turf glimlachte, en wilde zich omkeren, naar de plek die ze aanwezen. Hij verstijfde en draaide zich terug. 'Wat is dat?' vroeg hij, doelend op het bedieningspaneel van de teleportmachine. 'Ohoh.' zei Artemis. 'Je hebt die blik in je ogen.' 'Welke blik?' vroeg Turf verbaasd. 'De blik van ik-kan-elk-moment-iets-stoms-gaan-doen, die blik.' Artemis grinnikte. Hij had weer een grapje gemaakt. Turf glimlachte zuur. 'En bedankt, Artemis.' Hij liep naar het paneel toe. 'Zeg... Waar is deze rode knop voor?' Artemis keek ernaar. Rode knop. Ergens best wel cliché. 'Als je het maar laat, Turf.' Waarschuwde hij. Maar het was te laat. Een felle flits vulde de cabine, en Holly stond er nog steeds in. Haar gedaante flakkerde, en ze vingen flarden op van haar stem: 'Artemis... gebeurd er? ... Help!' 'HOLLY!' schreeuwde Artemis. En hij wierp zich op Holly, wilde haar eruit trekken. Toen was er nog één laatste flits, en alles werd zwart.
Ergens anders
Artemis zwom langzaam omhoog uit de zwarte diepte der bewusteloosheid.
‘W... Waar ben ik?’ kreunde hij. Toen herinnerde hij zich het weer. ‘D'Arvit! De machine! Oh nee! Ik moet...’ Hij deed zijn ogen open en sloot ze direct weer tegen de felle zon.
‘Ik hoop dat je hier een héle goede verklaring voor hebt, Artemis Fowl de Tweede!’ zei een dreigende stem in zijn oor.
Artemis vloog overeind. ‘Holly! Ik schrik me dood!’
‘Dat zou ik ook denken’ zei Holly nijdig. ‘Wat heb je in 's hemelsnaam gedaan?’
‘Ik? Ik heb niets gedaan. Het was Turf die...’
‘De rode knop indrukte. Jaja, ik weet het. Maar waarvoor wás die rode knop, Artemis? Vast niet om te koken, of wel soms?’
Holly gebaarde om zich heen. ‘Of we moeten levend gekookt zijn en dus in het hiernamaals zijn, maar dat denk ik eerlijk gezegd niet.’
Artemis dacht dat ook niet. Met grote ogen keek hij om zich heen naar het landschap.
Het landschap was groen, écht groen. Niet het groen dat wij kennen, aangetast door auto's en fabrieken en dergelijke. 'Waar zíjn we?!' riep Artemis ongelovig uit. 'Dat vroeg ik me ook al af.' zei Holly vinnig. 'Holly het spijt me, ik wist niet dat dit zou gebeuren. Het is een teleportmachine. Het was de bedoeling dat je iets kon teleporteren naar een plek, maar dit is een andere dimensie, een andere wereld. Later leg ik het beter uit. De zon gaat bijna onder, en we hebben twee opties.' 'En die zijn?' vroeg Holly zuur. 'Optie 1 is dat we op zoek gaan naar de bewoonde wereld, daar onderdak en informatie regelen. Maar dat lijkt me het minst verstandig, gezien het feit dat het erop lijkt dat we hier middenin de wildernis zitten.' 'Bedankt voor je pessimisme', onderbrak Holly hem. 'Stap nu maar over op optie 2.' 'Goed dan.', zei Artemis mokkend. 'Maar die staat me wel het minste aan.' 'O, nu word ik bang.' zei Holly sarcastisch. Artemis rolde met zijn ogen, zuchtte en ging verder. 'Optie 2 is dat we hier overnachten en eten zoeken, en daarna voor optie 1 kiezen.' Holly en Artemis zuchtten tegelijk. Hier hadden ze dus écht geen zin in.
Twee vage figuren op kleine paardjes, verontrustend gewapend met pijl en boog, en twee vervaarlijk uitziende messen, stonden op de heuvel en tuurden in de verte. 'Zeg Halt', zei de jongste van de twee. 'Zag jij daar nou net ook opeens twee mensen opdoemen?' De man die Halt bleek te heten had het ook gezien, maar liet het niet merken. 'Praat niet zulke onzin, Will.' En daarmee wist de jongen, Will, dat het gesprek gesloten was.
Reageer (2)
echt zó grappig!
1 decennium geledenDit is briljant, zó grappig ^^
1 decennium geleden