Proloog

"Waarom moest zij ook altijd in míjn problemen betrokken worden? Door mij zit ze nu hier, tegen haar wil- al weet ik zeker dat ze sommige dingen niet wilde missen. Toch voel ik me schuldig. Wie wil er nou door de schuld van je... Ja, wat eigenlijk? Vriendje? Dat is het nog niet helemaal, maar bij gebrek aan een beter woord... Dus, conclusie getrokken, ik zal de zin herhalen, en dan nu volledig: 'Wie wil er nou door de schuld van je vriendje in een andere dimensie belanden en vechten tegen vampanezen die ook niet uit diezelfde dimensie komen?' Waarschijnlijk nieman. Zei ik 'waarschijnlijk'? Haal dat woordje dan maar weg. Niemand wil dat." - Artemis Fowl.

"Waarom komen die vampanezen net in onze wereld, dimensie, hoe je het ook wilt noemen? Waarom? Het is niet eerlijk. Ik wil best tegen ze vechten om andere mensen -en dan vooral mijn Alyss- te beschermen. Pardon, ook om andere genieën (een bepaald iemand ziet genieën als een ander soort), elfen en een vampier te beschermen. Maar ik had ook gráág naar een andere dimensie gereisd om dat te doen. Mijn dimensie verdient dit niet. Echt niet. En ik ook niet, maar ik weet dat het mijn lot is om altijd te blijven vechten. Ik leg me er bij neer. Ik zoek de problemen niet op, daar niet van. Ze zoeken mij op. Dus ik doe het tegen mijn wil- dat dat maar even duidelijk is. Maar ik wil ook dat het duidelijk is dat ik mijn lot niet ontvlucht, dat kan ik mijn vrienden en ook mensen en andere wezens die niet mijn vrienden zijn aandoen." - Will Verdrag.

"Die vervloekte vampanezen. Charna's ingewanden, ze zijn zo mogelijk nog irritanter dan de vlooien in meneer Crepsley's doodskist waar hij altijd over klaagde- ook al wilde hij niet dat ik dat in mijn dagboek schreef. Meneer Crepsley. Was die hier maar. Dan zou hij wel weten wat me moeten doen. Maar hij is hier niet, dus we moeten het nu zelf oplossen. En met 'we' bedoel ik een elf, een genie (al heb ik daar nog niet zo veel van gemerkt), drie mensen waarvan twee zich 'Grijze Jagers' noemen -wat dat ook inhoudt- en nog een mens die af en toe komt opdagen. Ik ben het nu al zat, en wil graag dood, naar meneer Crepsley. Maar dat kan ik niet. Ik kan de mensheid, en de andere wezens, niet alleen laten met die vampanezen. Dit is mijn lot, dat was me al heel lang duidelijk- al voor die keer dat meneer Tiny mij vertelde dat ik zijn zoon ben. Niet aan denken, en vecht dóór, Darren. Roei die vervloekte vampanezen uit, en dan voornamelijk James, die arrogante, vreselijke, onmenselijke... Plurp. Ik ga hier niet schelden, hij is het niet waardig. Vervloekte..." - Darren Shan.