115°

Aangekomen in Londen renden we naar huis. De Cullens stonden al in de woonkamer te wachten, Alice wist waarschijnlijk dat we terug kwamen. Leah werd vriendelijk begroet door Carlisle. Toen Santiago weer ging zitten en die blik terugkwam begon Edward glimlachend naar hem te knikken, nou snapte ik er helemaal niets meer van. Santiago knikte naar Edward en liep op me af. ‘Ga je even mee jagen?’ Verward knikte ik en pakte zijn hand. Samen liepen we naar buiten, het bos in. Nadat ik de geur van een hert rook liet ik Santiago’s hand los en rende achter het beest aan. Ik sprong boven op hem en zette mijn tanden in zijn nek. Ik dronk hem tot de laatste druppel op. Santiago stond glimlachend tegen een boom geleund. Ik liet het dier vallen en liep naar hem toe. ‘Ik wil je iets laten zien.’ Zei hij en hij trok me aan mijn hand mee. We kwamen uit bij een grasveld, die alleen maar leek door te gaan. Het was er werkelijk prachtig. Hij trok me op het gras. Ik rolde op mijn buik en keek hem aan. ‘Waar zit je nou de hele tijd over te denken lieverd?’ Hij zuchtte zacht en glimlachte zwak. ‘Ik moest een keus maken, maar ik wist het niet.’ zei hij en haalde iets uit zijn zak wat hij in zijn hand verstopte. ‘Ik moest goed nadenken maar heb toch besloten om het te vragen.’ Vragend keek ik hem aan. Hij opende zijn hand en in zijn handpalm lag een glinsterde zilveren ring, geen steen, zoals ik dat wou. Mijn mond viel open en hij ging op een knie. ‘Hael Doll, ik beloof altijd van je te houden, wat er ook gebeurd, wil je met me trouwen?’ Met grote ogen keek ik naar de ring. Ik ben eigenlijk nog zo jong. Ik knikte zonder iets te zeggen. Hij glimlachte en schoof de ring aan mijn vinger. Hij drukte een kus op mijn lippen en omhelsde me stevig. ‘Dankje.’ Fluisterde hij zacht.