Foto bij Dear Diary, My past and future

Geschreven door Naomi T.

Mijn moeder heeft mij nooit gemogen, maar ik woon toch bij haar, omdat mijn vader bij haar weg is gegaan en mij heeft achter gelaten. Ik snap precies waarom hij dat gedaan heeft, maar daar gaat het niet om.
Ik was al redelijk lang samen met mijn meisje Zoë, ik voelde me zo gelukkig. We waren beiden vijftien jaar. Natuurlijk waren er ups en downs, maar ik was ervan overtuigd dat we bij elkaar hoorden.
Totdat ze me eind middag opbelde.
Ik nam vrolijk op en hoorde meteen aan haar stem dat er iets aan de hand was.
Mijn hart leek even stil te staan toen Zoë me meedeelde dat ze naar me toekwam.
Nogal nerveus wachtte ik af, tot de bel ging, en mijn meisje en ik in de woonkamer gingen zitten, waar we alleen waren.
Ze hoefde geen drinken, ze deed niet eens haar jas uit.
Ik had een ontzettend verkeerd gevoel, ze deed zo afstandelijk. Van binnen voelde ik iets van paniek vloeien toen ik besefte dat ze me niet had geknuffeld, gekust.
'Danny,' begon ze, ze haalde diep adem. 'Het spijt me zo. Maar.. ik.. ik..' hakkelde ze.
'Zeg het maar.' zei ik schor.
'Ik vind het echt heel rot, maar.. maar ik twijfel eigenlijk.'
'Je... twijfelt?'
De woorden leken niet eens tot me door te dringen.
'Ja. Ik.. heb bij het uitgaan.. Nou ja, ik wil eigenlijk wat meer tijd voor mezelf. Gewoon even vrijgezel zijn.'
'Wat bij het uitgaan?' vroeg ik gealarmeerd.
Ze kleurde vuurrood. 'Niks.'
Ik keek haar ernstig aan. 'Alsjeblieft, wees eerlijk.'
'Ik heb een ander gezoend.' verzuchtte ze.
Mijn binnenste leek in ijs veranderd te zijn.
'En.. ik weet eigenlijk niet goed wat ik wil. Ik wil gewoon nieuwe mensen leren kennen, even vrijgezel zijn zoals ik dus al heb gezegd.'
Er schoten zo veel gevoelens door me heen, maar slechts één ding wist ik zeker: zij behoorde tot mij. Nog nooit heb ik zó van iemand gehouden.
'Dus, het is over. Het spijt me.'
Ik voelde iets in mij breken.
De laatste drie woorden werden gemompeld, maar ik was me slechts heel vaag van haar bewust.
Een pijnlijk gat leek in mijn borst te ontstaan, als een wond.
'Ik denk dat ik maar beter kan gaan.' zei Zoë, terwijl ze vlug opstond.
Zwijgend keek ik haar in haar ogen, die ze vlug afwendde.
'Ja.'
Mijn stem klonk heel vreemd. Ik wilde totaal niet dat ze ging, ik wou haar tegen me aandrukken, haar nooit meer laten gaan. Maar dat kon niet. Niet meer.
In de deuropening draaide ze zich nog even om, met een met pijn vertrokken gezicht.
Ik had het niet in de gaten, de pijn in mijn borstkast leek alles om me heen te laten vervagen.
En toen was ze weg.
Ik heb geen flauw idee hoelang ik daar zo roerloos heb gezeten, starend in het niets. Uiteindelijk ben ik opgestaan en naar boven gesloft, het was al ruim na elf uur.
Huilen kon ik niet, hoe graag ik het ook wou. Het was nog niet goed tot me doorgedrongen.
Toen ik automatisch naar mijn kamer was gelopen keek ik rond.
Het raam stond nog open, ik stak mijn hand uit om het dicht te doen.
In mijn ene hand had ik al mijn pyjama, ook al wist ik dat ik nog lang niet zou kunnen slapen. Zou ik ooit, überhaupt nog wel kunnen slapen?
De pijn in mijn borstkast was nauwelijks verminderd, en ik had een vermoeden dat binnenkort die wond niet zou genezen.
Ik keek uit mijn raam, zag vogels in de lucht vliegen.
Wat had ik te verliezen? Ik was alles al kwijt, zat nu mooi opgescheept met die onverbiddelijke pijn.
Het zou te lang duren, het geneesproces.
Ik was alles al verloren, nu zelfs het meisje waar ik echt van hield. Ik bestond niet meer voor haar.
Inderdaad; wat had ik te verliezen?
Mijn besef kwam pas terug toen ik mijn linkervoet al op de vensterbank zette.
Ineens kreeg ik een soort adrenaline kick; mijn hart begon te bonken en het bloed racete door mijn aderen.
Wat had ik te verliezen...
Ik kroop in het raam en keek naar beneden.
Het was redelijk hoog. Met een beetje geluk...
Ik haalde diep adem, en voelde de wond in mijn borst nog heviger branden toen ik aan de woorden dacht; Zoë, ik hou van je.
En opeens kwam de grond met een angstaanjagend tempo op me af...

In het ziekenhuis zag ik vage schaduwen.
'Danny? Hoe voel je je?' vroeg een zware, rustige stem.
Ik probeerde antwoord te geven, maar ik voelde me ontzettend uitgeput en uitgedroogd. Alles draaide en ineens scheen een ontzettend fel licht in mijn ogen, zodat ik ze dichtkneep.
'Zijn reflexen lijken normaal te reageren.' zei de man, tegen een huilende vrouw, met een kleinere vrouw naast zich.
'Geen zorgen, mevrouw. Uw zoon heeft geluk gehad, dat hij er nog zo vanaf komt. Hij had een behoorlijke smak gemaakt. We zullen nog wat onderzoeken doen, en als hij die doorstaat zal hij naar huis mogen, maar wel met veel rust. Ik zal jullie even alleen laten, ik zit hiernaast voor mocht er wat zijn.'
De snikkende mevrouw perste er een dankwoord uit en boog zich toen over me heen.
Het wazige trok weg. Ik keek eens om mij heen. Waar ben ik? Ik was in het ziekenhuis en schijnbaar had ik mijn linker arm gebroken, een zware hersenschudding en een flinke snee aan de rechterkant van mijn romp.
Langzaam zag ik het beeld helder worden en herkende mijn moeder.
'Danny?'
Ik knipperde met mijn ogen, en keek niet naar mijn moeder.
Ik keek naar het beeldschone meisje wat er schuchter achter stond.
'Zoë?' mompelde ik.
Het meisje schreed naar voren en pakte heel voorzichtig mijn hand.
'Danny, het spijt me zo.' fluisterde ze. Er blonken tranen in haar ogen.
'Het was niet mijn bedoeling je zo veel pijn te doen. Ik voelde me zo schuldig, dat ik vond dat je mij niet meer verdiende. Je weet niet hoeveel spijt ik heb. Ik hou van je.'
Heel langzaam tilde ik mijn rechterarm op. Ik merkte alle apparatuur om me heen niet eens.
Ik streek over de wang van haar.
'Ik hou ook van jouw.' mompelde ik.
'Vergeef je me?'
Een traan gleed langs haar wang omlaag.
'Als jij mij beloofd nooit meer bij mij weg te gaan,'zei ik.
'Ja dat beloof ik. '
Het gat in mijn borst werd warm en leek dicht te smelten.
Zoë boog zich over het bed heen en gaf mij een klein kusje op mijn mond.
Het voelde zo fijn om weer bij haar te zijn.

Na 3 weken mocht ik weer naar huis.
Mijn moeder was ineens super blij met mij, terwijl ze normaal altijd zegt dat ze me een rotjoch vindt.
Toch zou ik ooit eens willen weten wie mijn vader is.
Het leven gaat weer verder en ik ben nog steeds bij Zoë. Ze is zo geschrokken toen ik in het ziekenhuis lag dat ze me nu echt nooit meer laat gaan. Dat is maar goed ook.
Ik ben nu ook veel rustiger geworden en ik ben over het leven na gaan denken.
Je doet meer mensen pijn als je weg bent dan dat die ene iemand alleen jou pijn heeft gedaan. Dat is wat ik hiervan geleerd heb.

Groetjes,
Danny..

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen