Hoofdstuk 3
De volgende morgen toen ik wakker werd van mijn wekker deed ik de gordijnen open. Ik had meteen een mooi uitzicht over de manege achter de manege kon ik het bos zien en vanuit mijn inloopkast (ik had een inloopkast die net zo groot was als mijn badkamer) kon ik zo het strand zien. Ik ging douche en maakte mijn ontbijt. Toen ik het broodje op had ging ik naar het huis van mijn moeder, waar mijn moeder al met jas aan stond te wachten. We stapte samen in de auto en mijn moeder keek me lachend aan. “Ik had eigenlijk al een auto voor je uitgezocht, maar er staat nog niks vast, je kunt nog alles kiezen hoor!” zei mijn moeder toen we de parkeerplaats van een Audi dealer op reden. We stapte uit en ik zei voor de grap tegen de auto: “Kijk jongen, je familie!” (De auto van mijn moeder was een Audi Q7 ) We liepen de winkel binnen en mijn moeder liep recht naar een Q5 toe. In het begin dacht ik dat ze een grapje maakte, maar toen ik haar gezicht zag wist ik dat het serieus was. Ik liep met open mond naar de auto toen en bleef op een meter afstand stilstaan. “schatje, je moet je mond dicht doen, dit is niet echt erg charmant.” Mijn moeder keek me aan en ik stormde op haar af. We vielen bijna om toen ik haar een grote knuffel gaf. Mijn moeder rekende de auto af en ik kreeg de sleutel van een zelfde auto die buiten stond. Ik ging in de auto zitten en keek even hoe alles werkte. Zover ik zag was het gewoon hetzelfde als de Q7 maar dan was deze korter. Ik zwaaide nog even naar de man die ons geholpen had en reed daarna achter mijn moeder aan naar huis. Ik ging meteen naar mijn eigen huis waar ik alle sleutels aan elkaar hing, (sleutels van o.a de auto,mijn huis, het huis van mijn moeder, de manege, de poort naar de manege, de poort naar het huis van mijn moeder.)
Ik pakte mijn laptop en ging op internet op zoek naar paarden. ik reed al 11 jaar paard dus het maakte niks uit wat voor paarden. op internet vond ik een 10 jarige vos-ruin geschikt voor dressuur, springen en recreatie. Ik mailde de eigenaar dat ik een keer wou komen kijken en kreeg een mail terug dat ik de volgende dag kon komen. Zo vond ik nog een paar springpaarden, dressuurpaarden, fokmerries en jonge hengsten. Ik kon ze allemaal de volgende dag komen kijken.
Toen ik klaar was zette ik mijn laptop af en ging ik koken. Na het eten (wat erg saai en alleen was) ging ik naar het huis van mijn moeder om ze te vertellen over de paarden. mijn moeder was niet thuis dus ging ik naar het strand. Op het stand aangekomen liep ik gewoon wat rond. Ik ging in het zand zitten en keek hoe de zon onder ging met mijn hoofd vol gedachten. Ik hoorde de voetstappen achter me niet aankomen en schrok toen iemand tegen mijn begon te praten. “Mooi hé?” de jongensstem kwam me bekend voor. Toen ik opkeek wie het was zag ik dat het dezelfde jongen was waar ik in de winkel tegen aan liep, en die me met de zware boodschappen had geholpen. “Ja, heel mooi.” Zei ik afwezig. Was het toeval dat ik hem zo vaak tegen kwam of volgde hij me echt? De jongen mompelde iets dat klonk als “Bijna net zo mooi als jij.”maar het kon ook zijn dat ik het verkeerd verstaan had. Hij kwam naast me in het zand zitten en we kletste wat, we keken alleen naar elkaar. Toen ik om me heen keek zag ik dat het donker was. “Ik moet maar eens naar huis gaan denk ik.” Zei ik terwijl ik opstond. “Zal ik je naar huis brengen?” vroeg de jongen met een rare blik in zijn ogen. Ik had die blik ooit eerder gezien. Dat was de blik waarmee mijn vader altijd naar mijn moeder keek voor hij met zijn vrienden een week op vakantie ging. Dat deden ze ieder jaar. Het was een mengeling tussen hoop, vreugde, verdriet, en liefde. Ik voelde te tranen opkomen in mijn ogen en keek snel weg. “Ja, eh, is goed.”zei ik en ik probeerde mijn stem onder controle te houden. We liepen samen naar mijn huis, hij liep mee tot aan de voordeur en bleef toen staan. Ik stond met mijn rug naar de deur toe en we keken elkaar recht in de ogen. Hij ging dichterbij staan en ik zette onwillekeurig een pas naar achter. Hij bracht zijn gezicht naar mij toe en ik deed mijn ogen dicht. Ik voelde zijn lippen op de mijne, en hij kwam tegen me aan staan. Zijn handen gingen van mijn schouders naar mijn heupen en bleven daar rusten. Ik legde mijn handen om zijn nek en voelde hoe hij zijn mond open deed. Toen vielen we samen achterover tegen de deur. We herstelde ons en hij zei: “Ik denk dat het tijd is om maar naar huis te gaan. Ik zie je morgen wel weer. Dag Laura.”meteen toen hij het gezegd had was hij weg. Ik liep verdoofd mijn huis binnen en ging meteen naar bed. Morgen zou het maandag zijn, ik zou voor het eerst hier naar school moeten. Daar zag ik heel erg tegenop.
Reageer (1)
SUperleuk verhaal
1 decennium geledenPaarden
Jongens
Alles wat je wilt
Aboo