Hoofdstuk 1 - Deel 2
Het tweede deel van hoofdstuk 1
Hope you like it
Ja het is een kort stuk, maar anders werd het 1400 oorden en dat leek me een beetje overdreven... Het volgende stuk komt snel, en ik ben al begonnen met hoofdstuk 2, dus dat komt binnenkort ook.
“Dus,” zei Sarah toen ze bij het fietsenhok hun fiets hadden gepakt. “Ijs?” vroeg ze grijnzend.
“Nèh, niet echt zin in,”zei Luce schouderophalend terwijl ze op haar fiets stapte. Sarah staarde haar met open mond aan, totdat Luce begon te lachen. “Ik maak toch een grapje, ik zit al de hele tijd te wachten op ijs.”
Ze fietsten, in stilte, want ze waren allebei te warm om iets te zeggen, verder door de verlaten en bloedhete straten. De ijssalon zat maar een paar straten verderop, waardoor hij meestal volzat met leerlingen van die school.
Vandaag zat er niemand die ze kende, merkte Luce verbaasd op toen ze over het terrasje liep voor de ijssalon. Er waren waarschijnlijk veel mensen naar het zwembad. Zij en Sarah bestelden allebei een ijsje (één hoorntje met twee bolletjes citroen, en een hoorntje met chocola en stratiatella), en lachten om de verbaasde blik die ze kregen, die mensen altijd hebben als je twee bolletjes citroen neemt. De zon scheen fel toen ze eenmaal uitgerust op een stoel zaten.
“Ik heb zin in zondag!”zei Sarah enthousiast toen ze weer energie had gekregen van het ijsje.
“Ik ook!” antwoordde Luce en ze dacht aan een vakantie op het strand van Kaailand.
“Ik moet nog spullen wassen en opzoeken,” zei Sarah minder enthousiast.
“Ik ook,” zei Luce, nog minder enthousiast.
Twee dagen later zaten ze eindelijk met volle koffers op de boot. De wind waaide zo hard dat ze elkaar niet meer konden verstaan, en de meeuwen cirkelden boven hun hoofd rond, terwijl de golven tegen de boot klotsten. Het was enigszins bewolkt, maar in de verte was een streepje zonlicht. Helaas, bedacht Luce, niet in de richting waar ze naartoe gingen. Haar ouders waren weg om een kop koffie te halen, en zij en Sarah zaten bovenop de boot, in de koude wind.
Luce bekeek haar spiegelbeeld in de glazen deuren van het gebouwtje op de boot. Ze had best lang, donkerrood haar, en bruine ogen. Zo gewoontjes. Althans, dat vond zij. Anderen zeiden altijd dat ze zulk mooi opvallende rode haar had, terwijl haar haar nauwelijks rood was, het was meer bruin. Ze noemde het alleen rood zodat het wat origineler klonk.
Luce’ ouders kwamen er aan met een kop koffie en hun haar waaiden hard in de wind.
“Zullen we binnen gaan zitten?” schreeuwde haar moeder over het dek, al leek niemand het te horen, Luce en Sarah hoorden het nauwelijks. Luce keek Sarah even aan en die knikte. Ze liepen de trap af naar het lagere dek, waar ze uitzicht hadden over het steeds groter wordende eiland.
Er zijn nog geen reacties.