DE DROOM

Harry werd met een schok wakker Hij had een nachtmerrie gehad: dat alle dooddoeners zijn huis binnendrongen. Het was maar een droom dacht hij. “nou ja goeiemorgen Hedwig.” zecht hij “lekker geslapen.” “knarskits”. “HARRY” roept zijn oom “beneden komen!” Harry rent de trap af en ziet: de hele koelkast is een puinhoop. “heb jij dit gedaan” zegt zijn oom heel overspannen. “Nee dat kan ik niet gedaan hebben” zegt Harry “mijn deur zit op slot.”
“ja maar jij weet vast wel een spreuk om die deur open te krijgen.” zegt zijn oom “Heeft u
bewijs?” “Dat heb ik niet nodig ik ben je oom” zegt hij nog steeds overspannen. “misschien was het wel dirk.” “Hoe durf je dat te zeggen” Roept tante petunia die net aan komt lopen. “Het zou toch kunnen” zecht Harry nu ook overspannen. “Naar je Kamer!” “Oké” mompelt hij. Op zijn kamer schrijft hij een brief aan sirius:

Beste Snuffel,

Ik heb vannacht een nachtmerrie gehad over dat alle dooddoeners mijn huis binnendrongen. weet jij wat dat betekend ?

Groeten Harry

“Zo dat is prima Hedwig kom is?”

Hij fluistert “er staat wel snuffel maar hij is voor sirius.” “knispkrisk!” zegt Hedwig. Ik hoop dat hij het begrijpt denkt hij. “ga maar vlug” zegt Harry
“ik hoop maar dat het goed gaat met Ron en Hermelien” zegt hij als Hedwig weg is. “Ik zie ze morgen weer.”
“MORGEN WEER!” roept hij “Al mijn huiswerk moet nog gebeuren!” Hij ging snel aan de slag “eerst Spreuken en Bezweringen en dan Verweer tegen de zwarte kunsten en dan Toverdranken en dan nog Verzorging van Fabeldieren ohohohoh!” “dat is nog heeeeeeeeeeeeeeeeeeeeel veel.”
nou ja als ik zo ga zeuren komt het nooit af denkt hij.