8. birthday party
Jake was een heel toegeweide vriend geworden. Iedere ochtend voor school kwam hij me ophalen, en iedere dag fietste hij met mij mee naar huis, om op mijn kamer huiswerk te maken of te praten. Met Josien en Elsa ging ik niet meer om, maar ik zag wel de jaloerse blikken in hun ogen toen Jake en ik samen de school inliepen. De maand vloog voorbij en voor ik het wist, was het het weekend voor mijn verjaardag.
‘Zullen we morgen gaan zwemmen?’ vroeg Jake vrijdagmiddag. ‘Dan kunnen we jou verjaardag alvast een beetje vieren.’
Ik was helemaal vergeten dat ik maandag jarig zou zijn. Eerlijk gezegd wou ik nog steeds geen feestje vieren.
‘Uhm, ik vier geen feestjes, Jake,’ zei ik voorzichtig.
‘Een feestje voor ons tweeën,’ zei Jake grijnsend. Ik wou weer protesteren, maar de blik in zijn ogen hield me tegen.
Zaterdagmorgen gingen we op weg met onze fietsen. Onze zwemkleren hadden we onder onze kleren aangetrokken. Buiten het dorp was een meer, en het weer was goed genoeg om daar te gaan zwemmen.
Ik zwom niet vaak. Ik had wel alle drie mijn diploma’s, maar ik had het meestal te druk met op mijn kamer zitten lezen om aan sporten te denken. Jake zei dat hij heel vaak ging zwemmen, dus ik nam aan dat hij heel goed was.
Het was niet druk toen we bij het meer aankwamen, dus konden we zo een plekje onder de bomen uitzoeken. We hadden onze zwemkleren onder onze kleren aan dus we gingen direct het wate in. Ik had verwacht dat het water koud zou zijn, maar het voelde lekker warm aan. Vreemd, dacht ik, maar ik besteedde er verder geen aandacht aan.
We hadden ongeveer een uur gezwommen toen Jake mij uit het water trok.
‘Ik heb een verrassing voor je,’ zei hij. ’Doe je ogen dicht en maak ze niet open voor ik het zeg.’
Ik hoorde hem rommelen, en hoorde ik Jake zeggen:
‘Maak ze maar open,’
Toen ik ze opende, kon ik mijn ogen niet geloven. Op de grond lag een picknicklaken met op elke hoek wat ballonnen gebonden. In het midden lag een taart met een pakje ernaast.
‘O Jake!’ riep ik, en gaf hem een knuffel. Na dat ik door had wat ik deed stapte ik een stap terug met een knalrood hoofd.
‘Maak het pakje nu maar open,’ zei hij lachend.
Ik pakte het pakje dat naast de taart was. Het was een heel klein pakje. Voorzichtig maakte ik hem open.
In het pakje zat de mooiste ring die ik ooit had gezien. Het was een rode roos, gemaakt van gekleurd glas, aan een zilveren band. Het moest heel duur zijn geweest, want de details waren perfect.
‘O Jake,’ protesteerde ik zachtjes. ’Je had niet zoveel geld uit moeten geven.’
‘Ik heb het wel over voor jou,’ zei hij.
Ik legde hem terug in het doosje. Ik wou hem niet verpesten door ermee te gaan zwemmen.
We aten een stuk taart, die de moeder van Jake had gemaakt, en gingen weer zwemmen.
‘Weet je,’ begon ik,’ ik heb jou ouders nog steeds niet ontmoet. En jij ziet de mijne iedere dag! Is dat wel eerlijk?’
‘Je krijgt ze nog wel te zien,’ zei hij.
‘Maar wanneer?’ drong ik aan.
‘Dinsdag,’ antwoorde hij.
‘Waarom niet nu?’ vroeg ik.
‘Ze zijn aan het werken.’ Waarom keek hij me niet aan?
‘Ok,’ zei ik. ’Wat gaan we straks doen?’
‘Dat is nog een verrassing,’ zei hij.
Er zijn nog geen reacties.