Fragment 5 (1)
Daar stond hij. Alleen, deze keer. Zijn vrienden waren vast al naar huis. Want, zeg nou zelf, wie blijft er nou twee uur met je vriend op de meest gehate plek ooit -ook wel "school" genaamd- wachten totdat hij werd opgehaald? Nou, niet veel mensen zouden dat doen. Ik wel. Deels omdat ik later vrij was dan hij, maar voor een groter deel omdat ik hem datgene wilde zeggen wat ik al heel lang wilde zeggen, maar niet durfde- niet tegen hem met zijn vrienden, en niet tegen hem zonder zijn vrienden. Maar nu, nu had ik eindelijk genoeg moed verzameld- hoopte ik.
Hij zat wat met zijn mobiel te spelen, en lette niet op. Ik greep mijn kans en liep naar hem toe. Ik was nog maar een paar meter van hem verwijderd toen hij opkeek en mij op hem af zag lopen. Hij glimlachte en een warm gevoel verspreidde zich door mijn lichaam.
Ik opende mijn mond om iets te zeggen, 'hoi' zou perfect geweest zijn, maar er kwam geen geluid uit. Gelukkig was dat niet nodig.
'Hoi,' zei hij glimlachend. Dit keer deed mijn stem het wel, min of meer.
'H-Hoi.' antwoordde ik. Verdomme, waarom moest mijn stem nou zo haperen?
Zijn glimlach werd breder. Zie je wel? vervloekte ik mezelf. Nu lacht hij je uit!
Welnee! riep een andere stem in mijn binnenste. Hij vind je gewoon grappig!
Ik probeerde onopvallend met mijn hoofd te schudden om die stemmen het zwijgen op te leggen, maar helaas kun je nooit onopvallend je hoofd schudden als het hard moet.
Hij keek vragend naar me. 'Niets,' zei ik vlug. 'Een irritante vlieg.'
Hij keek me ongelovig aan, maar liet het erbij.
'Kom zitten.' zei hij. Dat liet ik me geen twee keer zeggen, en ik zakte naast hem neer.
'Hoe was jouw dag?' klonk zijn stem naast me. Ik probeerde hem aan te kijken, wat niet lukte zonder te smelten. Dus ik keek maar langs hem heen.
'Mwoah...' antwoordde ik. 'Wel redelijk. Een mooie acht voor Latijn binnengekregen, maar ook een vier komma zeven voor Aardrijkskunde.'
Hij schudde meelevend zijn hoofd. 'Een acht is mooi ja, maar die vier komma zeven...' Hij grimasde, net als ik.
'Hoe was jouw dag dan?' vroeg ik hem. Zo praatten we een beetje over koetjes en kalfjes. Het leek wel alsof mijn moed ook gesmolten was toen ik hem aankeek, dus ik praatte door om nog wat te verzamelen.
Eindelijk had ik genoeg, en toevallig was er ook net een stilte tussen ons gevallen.
'Floor, ik-' begon ik, op precies hetzelfde moment dat hij zei: 'Leyanne, ik-'
We keken elkaar aan en we schoten in een zenuwachtige lach. Tenminste, mijn lach was zenuwachtig, die van hem klonk zo, maar wie weet nam mijn geest wel een loopje met me?
'Ga jij maar eerst.' zei ik.
'Nee joh, dames gaan voor.' wierp hij lachend tegen.
'Dan zeg ik dat ik feministisch ben!' zei ik, terwijl ik met mijn vinger een cirkeltje boven mijn hoofd tekende om een aureooltje af te beelden. Hij lachte. 'Goed, ik ga wel eerst.'
Ik glimlachte. Dan kreeg ik nog iets meer tijd voor nog iets meer moed.
Floris-Jan maakte geen aanstalten om te zeggen wat hij wou zeggen.
'Nou, toe dan.' spoorde ik hem aan. Hij zuchtte en boog zich naar mij toe. Ik dacht dat hij het wilde fluisteren, dus ik zei: 'Je kunt het ook wel hardop zeggen hoor.' Hij keek me verbaasd aan. 'Wat hardop zeggen?' 'Dat wat je wilde zeggen! Wilde je het dan niet... fluisteren, zeg maar?' Ik voelde me echt heel knullig. Hij lachte zwakjes.
'Nee hoor, ik wilde gewoon iets zeggen.' 'Wat dan?' vroeg ik, nu echt nieuwsgierig.
'Dit,' zei hij, en hij drukte zijn lippen op de mijne.
Er zijn nog geen reacties.