Hoofdstuk 37.
Ik word wakker van iemand die me kusjes op mijn gezicht drukt. Ik open langzaam mijn ogen en kijk recht in de bekende ogen van Samir. Hij glimlacht zwakjes naar en ik wil mijn arm naar hem uitsteken om zijn blauwe oog te voelen. Hij houdt mijn hand vast en er wellen tranen op in zijn ogen. Ik merk nu pas dat ik me in een ziekenhuis bevindt. Mijn ogen worden groot en ik kijk vragend naar Samir. Hij glimlacht dapper en kust zachtjes mijn voorhoofd, alsof ik van porselein ben gemaakt. ‘Waar is Damian?’ vraag ik dan. ‘Hier’ klinkt mijn moeders stem van de andere kant van het bed. Ik draai me hoofd en ik zie haar met mijn zoon in haar armen. Ze kijkt naar me en haar ogen staan zo ongelukkig. ‘Het spijt me echt, lieverd. Ik wist niet dat hij zo tekeer zou gaan’ zegt ze zachtjes terwijl de tranen over haar wangen rollen. Ik steek mijn hand naar haar uit en ze geeft er een zacht kneepje in. ‘Vergeef me’ smeekt ze dan. ‘Er valt niets te vergeven, want ik ben niet boos’ glimlach ik naar haar. Ik ben al te gelukkig dat ik nog leef, dat Samir nog leeft en dan Damian nog leeft. En ik heb haar terug en dat is voor mij het allerbelangrijkste. ‘Ik moet je iets vertellen’ zucht Samir dan zachtjes. Ik haal mijn ogen van mijn moeder en mijn zoon af en kijk naar mijn toekomstige man. Een traan rolt over zijn wang en hij haalt diep adem en doet zijn mond open om iets te zeggen maar klapt hem dan weer dicht en zucht opnieuw heel diep. ‘Je kunt me alles zeggen’ fluister ik. Ik zie hoe mijn moeder met Damian in haar armen de kamer uitsluipt. Ze knipoogt naar me en sluit de deur zachtjes achter zich. ‘Samir?’ vraag ik zachtjes. ‘De baby, hij is’ begint hij te stamelen. ‘Dood’ vul ik hem kil aan. Hij kijk me alleen maar verbaast aan en ik zucht heel diep. ‘Ik wist dat hij zou sterven op het moment dat die verschrikkelijk man de kamer binnenkwam. Hij schopte in mijn buik. Als hij het overleefd zou hebben dan zou hij nooit gezond kunnen zijn’ zeg ik zachtjes. Samir veegt de tranen van mijn gezicht en ik veeg zijn tranen van zijn gezicht. Hij glimlacht zwakjes naar en ik glimlach terug. ‘Ik kan niet wachten totdat ik je officieel mijn vrouw kan noemen’ zucht hij dan. Ik kijk naar hem en ik bloos lichtjes. ‘Mijn prachtige, sterke verloofde’ fluistert hij. Daarna buigt hij zich over me heen en kust me zachtjes op mijn lippen. Ik voel zoals altijd de vlinders in mijn maag. Ik ben blij dat de vlinders er nog steeds zijn ondanks dat we al zo lang bij elkaar zijn. Dat moet iets zeggen over onze relatie. Ik denk sowieso dat onze relatie zeer sterk is. We hebben al zoveel meegemaakt. Het wordt tijd dat er meer goede dingen zullen komen dan slechte. Ik ben het zat om iedere keer toe te kijken, hoe er dingen verkeerd gaan in mijn leven.
Reageer (2)
Wauw. Kippenvel.
1 decennium geledenMooi geschreven <3
verder:"D
1 decennium geleden