33 - The truth, please.

'Nathan, ik ben niet degene die onzin praat. Dat ben jij.' zei ik vastbesloten. Hij schudde met zijn hoofd. 'Ik heb niets van die dingen gedaan. Ik wil Miaka beschermen. Dat zeg ik je al de hele tijd!' 'Maar...' Ik kon niets meer inbrengen. Hij leek zo zeker. Zo eerlijk. Zo niet als Nathan. 'Naruto, ik vraag het je nog een keer. Waarom ben je hier?' 'Jij...' Hij luisterde al niet meer. Oke, ik moest anders beginnen. 'Iemand liet Sakura me hierheen brengen.' Ik had zijn aandacht nog steeds niet. 'Nathan, waar kijk je naar?' vroeg Kiba opeens. Ik volgde Nathan's blik. Ik zag een donker gedaante. Hij had een rood masker op en een cape om. Ik keek naar Nathan. De gedaante kwam dichterbij, ik zag het in mijn ooghoeken. Nathan stond te staren. 'Jij. Ik kon het weten. Waarom, Chichiri?' Nathan schreeuwde, van woede en teleurstelling. Ik kon het hem niet kwalijk nemen. Alleen wie was Chichiri ook al weer? Nieuwsgierig keek ik naar de gedaante die dichterbij kwam. Hij nam zijn masker af. Hij leek echt precies op Nathan, maar dan net iets jonger. Het schoot me weer binnen. Het was de andere broer van Miaka. 'Chichiri, je was toch dood?' vroeg ik droog. Het kwam er verkeerd uit. Hij keek naar mij. 'Dat dacht ik ook. Ze wilde me vermoorden.' 'Maar je bent niet dood.' zei ik nog een beetje verward. Chichiri grijnsde. Het was eng hoeveel ze op elkaar leken, Nathan en hij. 'Nee, ik ben niet dood.' 'Chichiri, waarom blijf je Miaka zoveel pijn doen?' vroeg Nathan. 'Ze heeft de Phoenix. Ik heb haar gewoon even nodig, daarna is ze vrij om te gaan.' Chichiri stond er gemakkelijk bij. 'Waarom deed je dan alsof je mij was?' vroeg Nathan hem. 'Simpel eigenlijk. Miaka zou jou eerder geloven dan mij. Je was de lieveling van de familie. Ik was gewoon iemand die in de familie zat. Een buitenbeentje. Jij was zo sterk en slim, Miaka had de Phoenix en ik? Ik had helemaal niets!' Ah, jaloersie, net wat we nodig hebben. 'Ik wil de reünie niet verpesten ofzo, maar Kiba, Akamaru en ik zouden graag willen weten waarom wij hier nu nog zitten.' zei ik droog. Chichiri keek me apart aan. 'Miaka vertrouwd jullie. Jullie zouden in de weg zitten. En trouwens, Nathan, nu jij ervan weet, kan jij beter uit de weg gaan. Het was leuk om je als broer te hebben gehad. Vaarwel.'