Foto bij The end and the beginning.

Al jaren is het einde van onze wereld aangekondigd, en nu is het zover. De wereld vergaat tot stof. De eens zo glorieuze wereld komt nu ten einde. De glorieuze wereld, die door toedoen van de mens, niet meer kon bestaan. En het was op dat moment dat een nieuwe wereld zich begon te ontplooien. Een wereld waar een ieder een tweede kans krijgt om de wereld te vormen, zoals hij altijd al had moeten zijn.

''Weet dat gij tot de aarde wederkeert, dewijl gij daaruit genomen zijt; want gij zijt stof, en gij zult tot stof wederkeren'', Genesis 3, de zondeval.

Vreemd genoeg begon het allemaal bij het einde.
Terwij; normale verhalen gewoon bij het begin beginnen. Maar daar onderscheidt Dust zich in.
De wereld die er was, voordat Dust onstond was besmeurd. Het was vervuild met hebzucht, oorlogen, pijn en armoede. Een wereld die slechts als een gebruikmiddel diende. Niet een plek die slechts geleend was. Nee. Het was een wereld die iedereen wilde hebben, in zijn macht.

Juist daarom kon de aarde het niet meer aan. Het was totaal uit balans en gedoemd te vallen. En dat gebeurde ook. Veel weten we daar niet meer van. Slechts een enkeling weet zich nog iets te herinneren van de oude wereld. Wel heb ik in de verste uithoeken van onze wereld nog wat kunnen vinden. Oude verhalen en pagina's uit dagboeken.
Het lijken slechts stukjes papier, maar ik denk dat ze van onschatbare waarde zijn;

Bladzijde uit het dagboek van Dusty.
Maandag 31 December 2012. Greenwich, Nederland.

Het is oudjaar vandaag lief dagboek, het is bijna 2013 oef, een ongeluksgetal. Vandaag was het een en al geknal van vuurwerk. Onze virtuele fertilisator deed het niet, dus ik kon geen vuurwerk aanzetten. Gelukkig doet hij het nu wel weer.
We zijn ook naar het bos geweest. Die wordt door de hele wereld druk bezocht. Jammer dat het het laatste bos is. Bomen zijn zulke mooie wezens. Ja, wezens. Ik denk dat ze echt leven.
Oke, we gaan nu aftellen, het is bijna 2013.
Het vuurwerk begint al te knallen, wat een mooie kleuren. Wacht, ik zie iets in de lucht, een groen licht, wat gebeurt er. O, nee, er vormen scheuren in de aarde. Onze auto is erin gevallen. En de toppen van de flats vallen uit elkaar. Ze vergaan tot stof. Wat moet ik doen dagboek. Het aftellen is begonnen, maar iedereen rent over straat. Ik word nu ook meegesleept. Alles vergaat tot stof, en we kunnen niets doen. De wereld, de wereld vergaat. Het is bijna 2012, 5,4,3,2 help dagb...


Segment uit onbekend boekwerk
Het was weer een gewone dag voor het werk. Ondanks dat het oudejaarsdag was, moest ik gewoon werken. Ja, wat wilde je anders als je de huur voor je kamer moest betalen en verder ook nog geld wilde hebben om je studie af te kunnen ronden? Ik keek op de klok en zag dat het nog vijf minuten zou duren totdat mijn shift klaar was. De krenterige vrek waarvoor ik werkte, liet me pas vijf minuten voor middernacht gaan zodat ik net niet op tijd aan de telefoon zou kunnen hangen met mijn ouders om samen nieuwjaarsnacht te vieren. Ik klokte eerder uit dan eigenlijk zou moeten, maar ik wilde gewoon naar huis toe. Uit de personeelskamer pakte ik mijn spullen en via de achterdeur verliet ik het café. Het steegje waar ik nu liep was gewoon smerig en stonk zo erg dat je door je mond moest ademhalen. Aan het eind van de steeg sloeg ik linksaf en liep over de straten richting mijn appartement. De mensen die ik tegenkwam waren of al stomdronken of ze deden dat ze dat waren en ik reageerde niet op hun geroep.
Ik moest nog maar één blok lopen toen mijn horloge piepte.
Nog tien seconden en ik bleef net zoals de rest staan en keek naar de lucht wachtend op het vuurwerk dat zou komen.
Net voordat het gejuich klonk, hoorde ik een stem.
Ergens diep in mijn hoofd. En wat ik hoorde en zag joeg me meer angst aan dan dat het volgende zou gaan doen. Het groene licht was voor mij een openbaring, ik rende naar een straal en voelde me worden opgezogen, maar de woorden kon ik niet uit mijn hoofd krijgen. ‘Dust. Iedereen verandert in Dust.’”
Ik lees het overnieuw en voel weer de angst over me heenkomen. Ik, mijn ouders en zelfs mijn psychiater snappen er niets van. Waarom ben ik zo geobsedeerd door deze droom. Hoe kan het, dat het mijn hele leven in angst houdt naarmate de datum steeds dichterbij komt.

Nog een week en dan is het zover. Dan zal ik weten of het waar is wat ik heb gedroomd. Ik weet wel dat ik niet ga werken. Ik blijf thuis bij mijn ouders zodat ze me of kunnen uitlachen of me gelijk geven. Ik weet niet welke optie ik het het liefst heb, maar ik wil het nu eindelijk weten.

Het iss zover. Over vijf minuten zullen we zien of mijn droom waarheid of leugen was. Samen met mijn ouders ga ik naar buiten. Mijn broertje is niet naar huis gekomen. Wilde feest vieren met vrienden, en ik nam het hem niet kwalijk. Hij was nooit echt een blijvertje geweest. Ik ging maar al te graag naar huis. Het huis in de laatste bossen waar ik was geboren en waar ik zou willen sterven. Ik was in gedachten verzonken. Kon niet meer helder nadenken en het was mijn horloge die me weer bij de les haalde. Die aangaf dat het tijd was. Nog enkele seconden. Ik pakte de handen van mijn ouders vast en sloot mijn ogen. Een enkele keer ademde ik in en uit en toen hoorde ik het. De stem. Dezelfde woorden die me angst aanjoegen en me een warm gevoel gaven. Het was geen droom. Het was allemaal echt geweest. De schrik van mijn ouders lieten me mijn ogen openen doen en ik zag hoe het groene licht straalde naar beneden. Ik prevelde nog zacht een excuus tegen mijn ouders voordat ik hen losliet en wegrende. Ik rende zo hard als ik kon naar het licht. Het licht van mijn verlossing.
Het licht dat, zodra ik erin stond, zich concentreerde op mij, alsof het leefde, en de straal kleiner maakte totdat het één rechte lijn was die door het midden van mijn lichaam ging.
Een straal die mijn lichaam en geest in tweeën deelde.
Ik opende mijn ogen en ik zag hoe hoog ik in de lucht was. Hoe ik naar het groene licht werd gezogen en hoe er iets in mijn handen lag. Een spiegel. Een spiegel waar ik in keek en van schrik bijna liet vallen. Mijn linkerkant was nog gewoon mijn eigen gezicht, maar mijn rechterkant weerspiegelde iets zwarts. Iets zwarts dat verbazingwekkend goed voelde. Als een deel van mezelf. De laatste dingen die ik zag voordat het groene licht me helemaal opslokte en ik mijn bewustzijn verloor.


Wordt vervolgd...

Geschreven door: Tempus en Lady Catharina.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen