001.
20 September 2002
Faith Moore.
Zachtjes klopte ik op de deur van mijn broers slaapkamer. Er klonk harde muziek uit zijn kamer en daar bovenuit hoorde ik het gelach van hem en zijn vrienden. Er ging een steek door mij heen. Het was niet eerlijk. Mijn broer was gemeen, achterbaks en vervelend. Ik snapte het niet. Ik probeerde altijd maar aardig te zijn tegen iedereen, maar niemand leek dat te waarderen. En hij, dat gemene monster, het maakte niet uit wat hij deed. Alles wat hij deed was geweldig en alles wat ik deed was bij voorbaat al slecht. Met tegenzin klopte ik nog een keer op de deur. Alleen deze keer een stuk harder. Opeens ging de deur open en keek ik recht in het gezicht van mijn broer. Ik voelde hoe zijn vrienden achter hem naar mij staarden. Ik hoopte vurig dat er een groot zwart gat onder mij verscheen zodat ik daar door heen kon zakken. Ver weg van mijn stomme broer en zijn vrienden. Hij tikte ongeduldig met zijn voet op de grond. Hij vond iedere seconde die hij aan mij besteedde, een weggegooide seconde van zijn leven. Ook al was ik pas 8, ik wist maar al te goed dat hij een verschrikkelijke hekel aan mij had. Ik voelde hoe mijn wangen kleurden. ''Eh'', stamelde ik onhandig, ''mama vraagt of j-jij de tafel wilt d-dekken?'' Hij keek me een paar seconden met samengeknepen ogen aan. Ik werd er zenuwachtig van en ik begon onrustig heen en weer te schuifelen. ''Zie je niet dat ik druk bezig ben'', snauwde hij toen. ''Ik probeer je telkens weer duidelijk te maken dat je me gewoon met rust moet laten, maar in plaats daarvan val je me telkens weer lastig.'' ''Maar'', begon ik, ''ik moest het van m…'' Opeens boog hij dreigend naar voren en mijn woorden bleven steken in mijn keel. ''Had ik gezegd dat je mocht praten?'' Een paar druppels speeksel vlogen in mijn gezicht. Ik antwoordde niet en staarde hem alleen met grote ogen aan. ''Je maakt me belachelijk tegenover iedereen'', ging hij verder, ''altijd moet jij weer alles verpesten.'' Hij liet zijn blik over mij heen glijden en lachte minachtend. ''Weet je, eigenlijk ben jij helemaal niets.'' Hij zocht naar de juiste woorden. ''Een vervelend, lelijk en kansloos mormel.'' Opeens schoot zijn hand naar voren en greep mij bij mijn haren. Hij gaf er een harde ruk aan en de tranen sprongen in mijn ogen. Geschrokken deed ik een stap naar achter. Met open mond staarde ik naar de pluk haar in zijn handen. Toen draaide ik me om en rende naar mijn kamer. ''En voortaan dek jij de tafel voor mij'', hoorde ik hem nog net schreeuwen voordat ik de deur met een klap achter mij dichtsmeet
Faith Moore.
Zachtjes klopte ik op de deur van mijn broers slaapkamer. Er klonk harde muziek uit zijn kamer en daar bovenuit hoorde ik het gelach van hem en zijn vrienden. Er ging een steek door mij heen. Het was niet eerlijk. Mijn broer was gemeen, achterbaks en vervelend. Ik snapte het niet. Ik probeerde altijd maar aardig te zijn tegen iedereen, maar niemand leek dat te waarderen. En hij, dat gemene monster, het maakte niet uit wat hij deed. Alles wat hij deed was geweldig en alles wat ik deed was bij voorbaat al slecht. Met tegenzin klopte ik nog een keer op de deur. Alleen deze keer een stuk harder. Opeens ging de deur open en keek ik recht in het gezicht van mijn broer. Ik voelde hoe zijn vrienden achter hem naar mij staarden. Ik hoopte vurig dat er een groot zwart gat onder mij verscheen zodat ik daar door heen kon zakken. Ver weg van mijn stomme broer en zijn vrienden. Hij tikte ongeduldig met zijn voet op de grond. Hij vond iedere seconde die hij aan mij besteedde, een weggegooide seconde van zijn leven. Ook al was ik pas 8, ik wist maar al te goed dat hij een verschrikkelijke hekel aan mij had. Ik voelde hoe mijn wangen kleurden. ''Eh'', stamelde ik onhandig, ''mama vraagt of j-jij de tafel wilt d-dekken?'' Hij keek me een paar seconden met samengeknepen ogen aan. Ik werd er zenuwachtig van en ik begon onrustig heen en weer te schuifelen. ''Zie je niet dat ik druk bezig ben'', snauwde hij toen. ''Ik probeer je telkens weer duidelijk te maken dat je me gewoon met rust moet laten, maar in plaats daarvan val je me telkens weer lastig.'' ''Maar'', begon ik, ''ik moest het van m…'' Opeens boog hij dreigend naar voren en mijn woorden bleven steken in mijn keel. ''Had ik gezegd dat je mocht praten?'' Een paar druppels speeksel vlogen in mijn gezicht. Ik antwoordde niet en staarde hem alleen met grote ogen aan. ''Je maakt me belachelijk tegenover iedereen'', ging hij verder, ''altijd moet jij weer alles verpesten.'' Hij liet zijn blik over mij heen glijden en lachte minachtend. ''Weet je, eigenlijk ben jij helemaal niets.'' Hij zocht naar de juiste woorden. ''Een vervelend, lelijk en kansloos mormel.'' Opeens schoot zijn hand naar voren en greep mij bij mijn haren. Hij gaf er een harde ruk aan en de tranen sprongen in mijn ogen. Geschrokken deed ik een stap naar achter. Met open mond staarde ik naar de pluk haar in zijn handen. Toen draaide ik me om en rende naar mijn kamer. ''En voortaan dek jij de tafel voor mij'', hoorde ik hem nog net schreeuwen voordat ik de deur met een klap achter mij dichtsmeet
Reageer (3)
als ik zo een broer had begon ik hem gewoon te slaan.
1 decennium geledenChill.
1 decennium geledenAlleen kleine opmerking:X
Als mensen wat zeggen, doe het dan tussen aanhalingstekens, leest fijner
maar verder nice! Gauw verder!
snel verder <3
1 decennium geledenje zou echt niet zeggen dat dit je eerste verhaal is