De Heg

Ze liep langs de muur naar de achterkant van het huis tot ze bij een heg aan kwam die de tuin van het huis en het park scheide. Roos probeerde door 1 van de weinig niet dicht getimmerde ramen te kijken, maar het enig wat ze zag was een jong dun meisje in een lange iets te groten zwarten jas. De jas had een grote kraag, en in die kraag zag ze het bleken gezicht van het meisje weerspiegeld in het raam. het meisje had grote bruine ogen met lange pikzwarte wimpers. De neus van het meisje was smal en er zaten kleine bruine vlekjes op. De vollen lippen stonden droevig. Terwijl de wind haar lange donker bruine krullen om haar gezicht liet waaien. ze haaten het om zich zelf te zien het deed haar altijd afvragen of ze op haar moeder of vader leek angezien ze geen foto's had om dat te kunnen zien. Roos draaide zich om en begon langs de heg te lopen. Ze had dit nu al zo vaak gedaan maar nooit had ze een opening gevonden. Tot ......