3 november
Ondertussen waren de jongens al terugnaar het Gravensteen gelopen. “Ze moeten hier toch ergens zijn?” vroeg Pim zichaf. “Hier! Sterre’s handschoen!” zei Raphael een beetje in paniek. “Gelukkighad ze haar rode handschoentjes ook nog aan.” Zei Pim. “Kom mee, misschien zitten ze wel hier beneden.” Zei Victorix. “Kijk! Sterre’s andere handschoen!”zei Raphael. “Raf?” vroeg Anastacia. “Zit Sterre daar ook?” was het enige datRaphael antwoordde. “Ja, ik ben hier ook.” Zei Sterre “help ons hier uit.” Zeize smekend. “Jullie hebben geluk dat er hier maar 1 kerker is.” Raphael, Pim enVictorix draaiden zich razendsnel om. “Dudu.” Zei Pim koel. Ze mochten nu nietlaten merken dat ze bang waren. “Hallo?” vroeg Marcel. “Hou je kop!” riep Dudu.Marcel piepte en kroop voorzichtig weer op zijn strozak. Sterre verstopte hetbrood snel. Het verdwijnen van de zintuigen moest daar iets mee te makenhebben. “We moeten hier weg.” Fluisterde Pim. “Nee! Straks doet hij Sterre wataan.” Antwoordde Raphael zachtjes. “Waarom ben jij eigenlijk enkel bezorgd omSterre?” vroeg Pim een beetje geïrriteerd. Raphael bloosde. “Laat maar, ik snaphet al.” Zei Pim hoofdschuddend. Dudu dreef hen in een hoekje. Hij blokkeerde de deur van de gang! “Nee! Laat ons gaan!” riep Victorix.
Er zijn nog geen reacties.