Foto bij De aanval

Het eerste hoofdstuk.

Ik liep naar de markt, en het begon te sneeuwen. Ik was het gewend; ik woonde immers in een te koud gebied om regen te zien: de Noordelijke Waterstam. Ik beheerste het watersturen nog niet zo goed, maar sinds meester Pakku dat meisje had aangenomen kon ik ook meetrainen. Katara; zo heette ze, en ze was erg aardig. Op de grond vormden zich opeens donkere plekken. Ik vroeg me af waar dat van zou kunnen zijn. Toen keek ik omhoog en zag wie de boosdoeners waren: de sneeuwvlokken waren zwart inplaats van het gebruikelijke wit. Ik knielde even en pakte een handje drap. Toen hoorde ik een enorm kabaal. Ik keek in de verte naar de grote muur die ons beschermde en zag dat er een enorme krater in was geslagen. Ik liet de drap vallen en rende naar mijn huis. Mijn vader en moeder stonden al buiten, ze hadden het ook gehoord. Ze hadden allebei een rugzak met kleren en eten enzo. Mijn broer was er niet bij. Mijn vader vertelde dat hij persé mee wilde vechten. Ik voelde de nattigheid in mijn ooghoeken. Mijn moeder gaf ook een rugzak met eten en kleren aan mij, die ik snel omdeed. Er was een evacuatieplan voor dit soort gevaar, en we moesten allemaal naar een andere plek in de stad waar het veilig was. Mijn groep zat het dichtst bij de poort. Ik gaf mijn ouders een kus en omhelsde ze even, toen snelde ik naar het pakhuis waar ik moest zijn. Maar toen ik er bijna was zag ik het naderende gevaar: er liepen vuurnatiesoldaten door de straten. Ze hadden nog niet in het pakhuis gekeken, maar er was geen kans dat ik er nu nog in zou kunnen. Ik dook weg in een ander straatje richting de muur. Daar stal ik een klein roeibootje en voer ik door een verborgen tunnel naar zee die vaak werd gebruikt door vissers. Met watersturing stuurde ik de boot vooruit. Ik hoopte dat de vuurnatie me niet zou opmerken. Het duurde wel even voordat ik langs de vloot was, maar toen ik er bijna langs was zag ik opeens een blauwe gloed. Het was de avatar. Hij vermorzelde de schepen alsof het luciferstokjes waren. Ik had nog nooit zoiets gezien. Vlak bij me ontplofte een schip. Stukken verwrongen metaal vlogen in het rond. Ik moest oppassen dat ik niet geraakt werd, maar ik lette niet op en er kwam iets wat verdacht veel op een stoel leek tegen mijn hoofd aan. Ik voelde mijn hoofd bonken en ik viel op de bodem van de boot. Het laatste wat ik hoorde was het klotsende water tegen de rand, toen ik mijn ogen sloot.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen