Eightynine
part eightynine
# Joe
Stemmen, dat is wat ik hoor de hele tijd, gemixt met geluid. En warmte, extreme warmte. Het is ondragelijk en ik wil hier weg. Het is donker en kil.
En dan plotseling stopt het. Het blijft donker, maar de hitte neemt af en het geluid stopt. Het enige wat ik nog hoor zijn voetstappen, die komen en gaan. Geritsel van een laken, gedempte stemmen en af en toe een gesnik. Ik voel iets aan mijn hand, een zacht kneepje, van wie?
’Joe’ hoor ik een stem ver weg zeggen. De stem komt me bekend, voor alsof ik hem als zo dikwijls heb gehoord. Maar ik kan hem niet plaatsen. Achter in mijn hoofd, hoor ik de stem zingen, zacht en mooi. Maar het komt niet van wat ik hoor, het klinkt als een herinnering, ver weg. Een herinnering waar ik niet aankan, die er wel is, maar die te ver weg zit.
Langzaam, alsof het bijna onmogelijk is om te doen, open ik mijn ogen. Een meisje kijkt me verbaasd aan en dan begint ze te wenen. ’Joe’ zegt ze en ze klinkt opgelucht. Het is dezelfde stem als daarnet, alleen ditmaal klinkt hij opgelucht, blij. Niet wanhopig, verdrietig. ’Joe?’ vraag ik en ik kijk van haar naar de vrouw die naast mijn bed zit en weer terug. Het meisje heeft lang zwart haar en lichtblauwe ogen omlijst met lange donkere wimpers. Haar gezicht voelt ze vertrouwd, ik steek mijn hand uit en laat mijn vingers langs haar kaak glijden. Ik concentreer me uit volle macht, maar ik kan me haar niet herinneren. Ze is zo mooi en de aanraking met haar huis zorgt voor tintelingen in mijn buik. Hoe hard ik mijn hersenen ook pijnig, er komt niets.
Ik kijk naar links en zie de vrouw naast mijn bed. Haar gelaatstrekken komen me nog bekender voor, alsof ze bij mij horen. Ze heeft zwart krullend haar en ogen die me zo bekend voorkomen, dat het pijn doet dat ik het me niet kan herinneren.
Voorzichtig loop ik terug naar mijn bed. Jess, het meisje met de donkere haren en lichte ogen, helpt me op het bed te gaan zitten. Ik kijk haar aan en neem haar gezicht in mijn handen. Ze glimlacht naar me, maar haar ogen lachen niet mee. Ze staan vol tranen, die ze wanhopig probeert te verbergen. ’Waarom herinner ik me je niet?’ vraag ik en ik schud mijn hoofd. ’Het komt wel terug, dat moet wel’ zegt ze met onvaste stem. Ik kijk haar aan, in haar mooie ogen. Ogen die me ’s nachts in mijn dromen achtervolgen en me dwingen om hen te herinneren. Ik kijk naar haar lippen en beeld me in hoe het voelt om ze te kussen. Ik kijk terug naar haar ogen en zie dat ze twijfelt. Ik buig me naar voren en druk een kus op haar lippen, allemaal flitsen verschijnen voor mijn ogen. Ik kan vaag de figuren onderscheiden eerst zie ik Jess en dan, dan mezelf.
Niemand heeft me verteld wie ze is, niemand heeft me verteld wie wie is. Er zijn zoveel mensen op bezoek gekomen en ik ken ze allemaal. Dat weet ik niet alleen omdat ze het me vertelden, maar ook omdat ik het gewoon voelde. Ze mochten me niet vertellen wie ze zijn. Van de dokters moest ik het zelf uitzoeken. Elke keer als ze komen, zie ik de pijn in mijn ogen. Dan doe ik extra mijn best, maar het enige resultaat is dat ik teleurgesteld en uitgeput dieper in mijn kussens zak.
Ik neem Jess’ hand vast en kijk naar de ring aan haar vinger, het is een verlovingsring merk ik op. De diamant schittert in het licht en schijnt recht in mijn ogen. In een flits, zie ik Jess zitten. Iemand schuift de ring aan haar hand, maar ik kan niet zien wie.
Reageer (8)
da's kei erg !
1 decennium geleden:o hoe erg
1 decennium geledenhij moet zich haar snel terug herinnere
snel verder ^^
omg dz ech exact hoe martin zich ook voelde in sos mi vida. Die voelde dat hij echte liefde voelde voor monita en eiglk haat voor zijn bitch vn vrouw
1 decennium geledenx
Arme jongen.
1 decennium geledenAllemaal door die kat hé
Snél Verder gaan héa:Y)
Ocharmeeee ö
1 decennium geledenSuper ^^
Snel verder
Loveit<3