Vergeten afspraak.
Edward:Embry en Quil veranderden zich terug en begroetten mijn familie. Iedereen kende ze al en vond ze zelfs aardig. Timothy leek zich al snel meer op zijn gemak te voelen en verontschuldigde zich nog een keer of tien. hij viel eigenlijk best wel mee. Even later vertrok hij met de belofte dat hij alles zou doen om te voorkomen dat zijn pleegmoeder ons lastig zou vallen.
Ergens ver weg.
Ik keek de zaal rond. Diep in gedachten verzonken. Het was al een jaar geleden. Hij zou er nu toch aan moeten komen? Het was vreemd dat hij er nog niet was. De laatste keer leek hij niet te kunnen wachten tot hij zich bij ons aan mocht sluiten en nu het zo ver was was hij in geen velden of wegen te bekennen. Hier was iets vreemds aan de hand.
Johannes zelf kon me niet zo veel schelen. Wij hoefden niet onzichtbaar te zijn, maar zijn jonge metgezelle intrigeerde me. Ik wist het nog heel goed.
"Emanuel Di Malta, je wordt beschuldigd van het verraden van ons geheim en zal daarom terecht worden gesteld. Dit is het besluit van de raad. Wil je nog iets zeggen om jezelf te verdedigen?" De vampier kreeg echter niet de kans om zich te verdedigen want de deuren van de zaal zwaaiden open. Er liep een vampier naar binnen die een jong menselijk meisje met zich meesleurde. Ze was knap, rook uitermate smakelijk en leek maar al te goed te beseffen waar ze was en wat er gebeurde.
"Wat heeft dat te betekenen?" Caius had er een hekel aan als een vonnis onderbroken werd. "Rustig mijn broer. Deze jonge man heeft vast een goede reden om zo onaangekondigd binnen te komen vallen. Is het niet mijn jonge vriend?" vroeg ik aan de vampier. Het meisje probeerde zich uit zijn greep te bevrijden maar slaagde daar uiteraard niet in.
Felix ving haar geur op en likte hongerig langs zijn lippen. Zij zag hem kijken en stond onmiddellijk stil en Felix zou Felix niet zijn als hij haar niet wat zou plagen. Zoals ik verwachtte knipoogde hij speels naar haar. De reactie van het meisje was op zijn zachts gezegd ongebruikelijk.
Ze keek hem uitdagend aan en haar ogen leken te willen zeggen: 'Ik ben niet bang van jouw. Mij kan je niks maken.' Dat was één van de redenen waarom ik zeer geïnteresseerd was in de reden van haar aanwezigheid.
"Zeker heer." Hij liep op me af en reikte me de hand. Ik nam hem nieuwsgierig aan en wat ik zag was fascinerend. Ik werd even in beslag genomen door het feit dat hij een zoon had, maar al snel focuste ik me op de reden van zijn aanwezigheid. Ik was verbijsterd over het feit dat het meisje nu al zijn gave wist te weerstaan en liet zijn hand meteen los. Ik liep met een vriendelijke glimlach naar het meisje dat Bella heette en nu weinig hoopvol naar de ingang keek.
"Dag Bella, ik ben erg vereerd je te mogen ontmoeten. Mag ik mezelf voorstellen, mijn naam is Aro en dat zijn mijn broers Marcus en Caius. Je reisgenoot heeft me net wat interessants verteld en ik vroeg me af of ik je hand even zou mogen vasthouden?" Ik stak mijn hand uit en ving haar blik. Ze keek me wantrouwend aan, maar stak haar hand toch uit. Ik was uitermate nieuwsgierig naar wat ik van haar te weten zou komen. Vooral wat ze wist over de Cullens interesseerde me. Ik had Carlisle in geen eeuwen meer gezien en ik was eerlijk gezegd aangenaam verrast dat hij nog leefde. Ik keek in haar ogen klaar om meegevoerd te worden door haar geest, maar ik zag en hoorde niets. Geen enkele gedachte. Fascinerend. Ik vroeg me af...
"Interessant... Heel interessant, Johannes? Heb je er problemen mee als ik nog wat andere gaven uit test?" vroeg ik voor de vorm.
"Geen enkel bezwaar heer," verzekerde Johannes me.
"Alec? Zou je willen proberen om Bella en Emanuel te verdoven?" vroeg ik. "Ja, heer." En al snel kroop Alec's mist naar Bella die er licht geschrokken naar keek, dan verrast een blik op de doodsbange Emanuel wierp, waarna ze de mist met argusogen gadesloeg. De mist wentelde om haar heen maar anders dan hij bij Emanuel deed. Hij leek haar net niet te raken. Emanuel staarde wezenloos voor zich uit terwijl Bella de mist weg probeerde te vegen.
"Het is goed Alec. Het lijkt me duidelijk dat Bella geen last heeft van je gave." De mist trok zich terug en Emanuel haalde opgelucht adem.
"Jane liefje?" vroeg ik.
"Ja meester?"
"Nee, alstublieft heb genaden," smeekte Emanuel. Bella keek nu een beetje bezorgd en toonde voor het eerst sinds ze hier was lichte tekenen van angst.
"Zou jij?" Jane knikte en keek eerst naar Emanuel die het volgende moment op de grond lag te spartelen. Bella snakte geschokt naar adem en liep naar de vampier toe en blokkeerde Jane's zicht. Normaal gesproken zou zij nu getroffen worden, maar ze gaf geen krimp en keek alleen afwachtend naar Jane's nu furieuze blik. Het kind had zelf niet eens door wat ze deed. Wonderbaarlijk. Emanuel keek verbijsterd en dankbaar naar het schijnbaar doodnormale mensenkind.
"Goed Jane. Bedankt. Wees maar niet bang lieverd, ze heeft ons voorlopig allemaal weten te verslaan. Chelsea?" vroeg ik.
"Ja heer?"
"Ik zou het fijn vinden als je Emanuel en Felix wat beter met elkaar deed opschieten." Even later grijnzend de twee naar elkaar alsof ze de beste vrienden waren. "Goed dat is voldoende. En nu..."
"Heer als ik een suggestie mag doen?" opperde Johannes.
"Ja?" vroeg ik nieuwsgierig.
"Misschien is het een goed idee om Bella's band met mij te versterken?" Ik knikte. "Je hebt het gehoord schat." Bella keek walgend naar Johannes en hoewel ik zag dat Chelsea al begonnen was veranderde die uitdrukking niet in het minste terwijl Johannes op haar afliep en haar passioneel zoende. Zoals ik inmiddels min of meer verwachte verzette het meisje zich uit alle macht.
"Nou, niet gelukt zo te zien," mompelde Johannes lichtjes teleurgesteld, maar vooral zelfingenomen.
"Renata?" Renata wist meteen wat ik wilde en greep mijn mantel vast.
Ik wenkte Emanuel en hij kwam naar me toe wetende dat hij anders gedwongen zou worden. Toen hij een paar meter voor me was week hij af en hij eindigde stomverbaasd drie meter te veel naar links.
"Bella, mijn kind. Wil je nog even naar me toe komen?" Bella liep met een verwarde uitdrukking op me af en bleef gewoon koers aanhouden.
"Fassinerend," fluisterde ik toen ze bij mij kwam en me vragend aankeek.
"Mijn kind. Ik heb begrepen dat je heel wat verloren hebt en dat is zeer bedroevend. Zou je je bij ons aan willen sluiten? En meewerken aan een betere, mooiere, veiligere wereld?" Ik probeerde mijn aanbod zo over te brengen dat het aanlokkelijk voor haar zou zijn. Het zou natuurlijk een stuk makkelijker zijn als ik op Chelsea's hulp kon vertrouwen maar helaas kon dat niet. Bella keek strijdlustig en raakte de ketting aan die om haar hals hing. Ik zag de kleine foto van haar en haar verloofde. Ah, dat was een nee.
"Dat vind ik zeer jammer. Mocht je je bedenken..."
"Sorry dat ik weer stoor heer, maar eigenlijk was het zoals u weet min of meer mijn bedoeling om samen met Bella tot u wacht toe te treden. Ik wilde zeker zijn dat u haar kunnen volledig begreep zodat u wist hoe sterk ze nu al is en hoe sterk ze in de toekomst zal worden. Geef me een jaar en dan zal ze een trouw lid van uw wacht zijn...net als ik."
Ik keek naar de bijzondere jonge vrouw. Ze was uniek, ongetwijfeld van onschatbare waarde als ze eenmaal een van ons was. Ik knikte.
"Mooi dan zien we elkaar over een jaar weer," zei Johannes vrolijk.
"Ik zal jullie niet langer van jullie werk af houden." En met die woorden vertrok Johannes terwijl hij Bella met zich meetrok.
"Waar denk je aan Aro?" vroeg Marcus me.
"Aan dat meisje Bella. Zij en haar schepper zouden hier onderhand moeten zijn."
"Denk je dat er iets tussen gekomen is?"
"Wie weet...Ik denk dat het tijd is dat ik haar zelf ga zoeken. En als er inderdaad iets mis is dan weet ik waar ik haar moet zoeken. Bij de Cullens."
"En waar denk je die te vinden? Ze kunnen overal zijn." Ik schudde mijn hoofd.
"Niet overal mijn broer. Als ik het goed heb zijn ze in Noord-Amerika en hebben ze contact met de menselijke bevolking. Misschien vinden we iets over mijn oude vriend Carlisle Cullen..."
In het huis van de Cullens.
Ik speelde wat voor me uit op de piano en keek op de klok. Bella zou zo wel terug komen. Ze was haar tas 'vergeten' op het secretariaat en zou de vriendelijke secretaris dan meteen aanspreken over haar probleem met het rooster. Alice zat met Rosalie en Esmé te kletsen over één of ander uitje dat ze aan het plannen waren. Plots verstijfde ze.
"Alice?" vroeg Esmé bezorgd.
Ik zag haar visioen en mijn handen bevroren.
"Nee!" schreeuwde ik en ik veerde recht.
"Bella," fluisterde Alice.
"Nee, dat kan niet. Er moet een andere mogelijkheid zijn!" schreeuwde ik wanhopig. Dit was veel en veel te snel. Ik had op nog een paar jaar met haar gehoopt voor dit zou gebeuren. En Alice's visioen liet ook niet veel mogelijkheden open. Het was definitief. Bella zou meegenomen worden. Ze zouden haar vinden en meenemen. Ik was er niet eens bij. Hoe vastbesloten ik ook was om haar geen seconde uit het oog te verliezen het visioen bleef onveranderd. "Nee!" schreeuwde ik nog eens wanhopig.
"De Volturi komt Bella halen. Ze zullen haar vinden. Ze zal alleen zijn en met hen meegaan," verklaarde Alice.
Ik stortte in en begon luid te snikken. Waarom?
"Edward?!" Bella stormde op me af en omhelsde me.
"Wat is er?" Ik maakte me los uit haar omhelzing, keek op in haar ogen en nam haar gezicht vast. Ik kon niets zeggen, maar dat was niet nodig. Bella begreep het toen ze mijn uitdrukking zag.
"Ze komen?" Ik knikte. Bella omhelsde me opnieuw.
"Het komt wel goed," fluisterde ze. Ik wenste dat ik haar kon geloven.
Reageer (2)
Omg!!!!! Nee laat haar aub blijven!!
1 decennium geledenLove it!!
snel verder!!
Xx
AAAAAAAAAAAAAAAH WEER EEN SUPERGEWELDIGMEGAVETCOOL hoofdstuk!! Snel verder
1 decennium geleden