7. Zuiver Bloed
Severus had Lilly de zaal uit zien stormen. Hij had er achteraan gewild. Dat had Kasper blijkbaar ook door, maar hij wist hem tegen te houden. ‘Severus, we moeten zo iets bespreken in de leerlingenkamer. Het is belangrijk.’ Kasper kijk een doordringend aan. Severus wist niet precies wat er zou worden besproken. Maar hij had zo het idee dat het met gesprek van gister er iets mee te maken zou hebben. Na het eten liep hij mee met Kasper naar de leerlingenkamer. Daar zat de blonde langharige jongen die hij zijn eerste dag op Zweinstein had gezien. Hij zat in de grootste fauteuil met een paar andere om hem heen. Allemaal jongens zo te zien op één meisje na dan. Ze stond in de hoek naast een wat oudere jongen die sterk op haar leek. Ze had donker kort geknipt haar en keek zelfverzekerd uit haar ogen. Toen Kasper en Severus binnen waren gekomen was Kasper naast Rabas, de zuiverbloed kamergenoot van Severus, gaan zitten. De langharige blonde jongen in de stoel keek Severus nu onderzoekend aan. Het leek wel of hij op zoek was naar zwakke plekken. Gelukkig was Severus altijd goed geweest in zijn emoties onder controle houden. En liet niets van angst of zelfs maar spanning op zijn gezicht zien. Dit feit leek de blonde jongen te waarderen. En er verscheen een goedkeurende glimlach op zijn gezicht. ‘Ik ben Lucius, Lucius Malfidus.’ Stelde de jongen zich voor. ‘Severus Snape.’ Stelde hij zich toonloos voor. Lucius knikte. ‘Laat me zo vrij zijn je een paar andere Zwadderaars voor te stellen.’ Ging Lucius op nonchalante toon verder. Ook al had Severus allang begrepen dat het hier niet ging op “een” paar Zwadderaars. Deze groep had iets onderzichtbaars dat ze leek te binden met elkaar en leek te onderscheiden van de andere Zwadderaars. Ze leken een soort privileges te hebben boven de andere. Als een soort populaire groep vrienden, hoewel ze elkaar toch ook niet allemaal evenveel leken te mogen. ‘Zit zijn Alecto en Amycus Kragge.’ Lucius wees naar de jongen en het meisje die Severus zo op elkaar had vinden lijken. ‘Lorian Arduin, Edwin Roselier, Wademar Bijlhout, Remius Noot, Kristian Zagrijn, Robert Korzel en Hugo Kwast. Rabas van Detta en Kasper Krodde ken je al lijkt me.’ Besloot hij. De meeste namen vlogen Severus voorbij zonder ze echt te kunnen opnemen. Maar ergens had Severus het idee dat als zou gebeuren wat zij wilde, hij daar nog alle tijd voor had.
En daar had Severus gelijk in gehad. Want deze ontmoeting met de andere Zwadderaars leek hij ook in geheime genootschap te zijn opgenomen. Hoewel hij het idee had nog niet voor de helft te begrijpen waar dit over ging vond hij de gespreken met de andere niet vervelend. Ze leken veel bezig met hun leven na Zweinstein. En hielde er een sterke mening op na wat betreft de bloedzuiverheid. Severus had daar niet zoveel mee, ook al spraken de verhalen over de zwarte kunst hem deste meer aan. In de weken die volgende leerde Severus dat hij uitzonderlijk goed was in toverdranken. Dat werd dan ook al snel zijn lievelingsvak. Het hielp natuurlijk ook mee dat hij dat samen met Griffoendor, dus Lily, volgde. Hun docent had was streng en er golden dan ook strikte regel tijdens zijn lessen. Één daarvan was dat de profesoor de tafelindeling besliste. Zo kwam Severus, tot zijn grote geluk, naast Lily te zitten. Hij wist dat Kasper en Rabas dat maar niets vonden maar hij was blij met de paar uur in de week die hij zo met Lily kon doorbrengen.
Ook Lily leek door te breken in een nieuw genootschap. De lieverdjes van professor Slakhoorn, oftewel de Slakkers. De man leek altijd de grootste talenten om zich heen te willen hebben. En Lily was ook zeker een groot toverdranken talent. Lily zelfs vond het trouwens maar vreemd. Ze zag zich zelf totaal niet als een geweldige heks. En had ook liever niet dat ze voorgetrokken werd. Maar Slakhoorn leek zelf over een groot talent te beschikken om mensen overhalen. En Lily ging toch maar naar zijn feestje. Het was de vooravond van het kerstfeest op Zweinstein. Lily en hij hadden besloten op Zweinstein te blijven. Niet dat ze veel tijd met elkaar doorbrachten. Maar het was een afsprak geweest die ze al voor Zweinstein gemaakt hadden. Simpelweg omdat Severus het ook niet zag zitten, weer terug naar huis te gaan.
Er zijn nog geen reacties.