Foto bij 6. Dreuzeltelg

Een paar minuten later werd de deur opnieuw geopend. Lilly liep naar de haar afdelingstafel. Het was pijnlijk voor haar, maar ze wist dat het beter was voor Severus om niet al te vriendschappelijk te doen in het openbaar. Langzaam liet ze zich naast haar blonde vriendin zaken. Die zat rustig wat te lezen in een boek. Ze keek op en bekeek Lilly haar gezicht. ‘Je bent verdrietig.’ Was haar kort conclusie. Lilly was dit soort gesprekken al gewent. En knikte alleen maar. ‘Wat je deed was het beste voor Severus. Maar verwacht alleen niet dat het jullie vriendschap gaat redden.’ Waarschuwde ze haar. ‘Hoe wist je…’ ‘Er zaten precies 5 minuten tussen de binnenkomst van Severus en die van jou. Iets té goed getimed, Lilly.’ Antwoorden ze simpelweg. Lilly glimlachte. Dit waren nou precies die dingen die Joanne, Joanne maakte. Ze wist altijd feilloos te vertelen hoe dingen gingen. Alsof ze een groter overzicht had op alles. Niet veel later kwamen Peter, Remus, James en Sirius binnen gelopen. Ze kwamen bij hen zitten. Joanne kon het wel goed vinden met de jongens. Vooral Sirius was een vriend van haar. In tegenstelling tot Peter. Om en of andere onverklaarbare reden mocht ze die echt niet. Niet dat ze het liet merken hoor, nee dat niet. Joanne, James en Sirius waren net in discussie geraakt over een of andere zwerkbal-kwestie. Toen het eten op de schalen verscheen. Lilly dacht aan de waarschuwing van Joanne. Hun vriendschap had altijd veel betekend, voor hen beide. Wat als dat bloedstatus gedoe hen echt uit elkaar zou drijven? Moest ze er iets aan doen? ‘En jij. Kan jij een beetje zwerkballen, Rooie?’ Het was James dat kon niet anders. Hij was de enige die haar “Rooie” noemde. Nog een rede waarom ze James niet mocht. Maar ze besloot toch te antwoorden, negeren zou het niet beter maken. Ze keek hem aan en haalde haar schouders op. ‘Ik heb nog nooit op een bezem gezeten.’ Bekende ze. Sirius zijn mond viel nog net niet open. ‘Sirius vergeet niet dat ze geen toverouders heeft.’ Hielp James hem herinneren. Dat schoot Lilly in het verkeerde keelgat. ‘EN WAT DAN NOG!?!’ ze knalde de vraag op hem af. Het overdonderde de andere een beetje. Lilly stond op en liep de zaal weer uit. Waarom moest iedereen het toch de hele tijd over haar familie hebben. Kon zei er wat aan doen. Kwaad liep ze naar de Oostertoren, en liet zich tegen de reling zaken. Ze sloot haar ogen en zoog de verse zuurstof in haar longen. De koele wind blies langs haar wangen en zorgde dat ze tot rust kwam. Ze snapte niet waarom het haar zo kwaad maakte. Misschien omdat ze met Severus in haar maag zat? Niet veel later werd de deur naar de Oostertoren geopend. Ze had op Severus gehoopt. Jammer genoeg moest ze het met James doen. Er lag een schuldbewuste blik in zijn ogen. Voorzichtig liep hij naar me toe en liet zich naast me zaken. Ik was niet van plan de stilte te verbreken. En hij had er blijkbaar ook niet het lef voor. James leek plots een stuk minder arrogant zonder Sirius erbij. Haast een soort kwetsbaar. ‘Het spijt me…’ Mompelde hij. Ik keek hem verbaast aan. Ik had van alles kunnen verwachten. “grappige” opmerkingen, getreiter. Maar een verontschuldiging? Dat had ik niet zien aankomen. ‘…Ik bedoel van dat geen-tover-ouders-gedoe. Het was niet mijn bedoeling om je van streek te maken.’ Lilly glimlachte lichtjes. ‘Het geeft niet. Ik weet niet waarom ik zo heftig reageer. Het lijkt alleen voor iedereen zo veel uit te maken.’ Zuchtte ze. James knikte begrijpend. ‘Ik snap je. Maar voor mij maakt het echt niet uit. En voor Sirius geld het zelfde trouwens.’ Lilly knikte. ‘Loop je mee naar de leerlingenkamer? Zo alleen op zo’n toren is toch niets voor jou?’ grijnsde James terwijl hij opstond. Hij stak een hand uit om Lilly overeind te helpen. Die pakte twijfelend zijn hand vast en stond. Samen liepen ze in stilte naar de leerlingen kamer. Voor het portret stopte Lilly en hield James tegen. ‘James?’ ‘Ja, Lilly?’ vroeg James verbaast omdat Lilly hem nooit bij zijn voornaam had genoemd. ‘Kunnen Severus alsjeblieft met rust laten?’ vroeg ze. James schudde zijn hoofd. ‘Zwadderaar haat Griffoendor en andersom. Dat is de wet van de natuur, Rooie.’ Besloot hij. Hij mompelde het wachterwoord en stapte door het portret. Einde vriendschappelijke gedoe dus, merkte Lilly op.

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen