28 - You again.

Oke, fijn. Ik kon niet slapen. Ik zuchtte en liep mijn tent uit. Ik liep wat rond en kwam bij een meertje. Het deed me denken aan de laatste keek dat ik Miaka zag. Zuchtend liet ik me bij de rand vallen. Ik miste haar. Ik keek naar het water. Rimpels maakten het water onrustig. Ik pakte een steen en gooide die in het water. Ik keek naar de overkant. Het leek net of er een meisje zat. Ik keek eens goed. Er zat een meisje. Ze zwom naar me toe. Snel ging ik iets achteruit. 'Naruto.' zei ze zacht. 'W-wat? H-hoe?' stotterde ik. Ze tilde zich op de rand en ik zag een staart met schubben. Ze was een mermaid. 'Wacht eens. Ik heb jou al eens eerder gezien.' zei ik. 'Op weg naar the Village Hidden in the Mist. Toen ik... Miaka op ging halen.' 'Miaka.' Herhaalde ze. Ze keek glimlachend naar mij. 'Naruto houdt van Miaka. Miaka houdt van Naruto.' 'Ken je Miaka? Heb je haar gezien?' vroeg ik haar snel waardoor ze achteruit deinsde. 'J-ja.' zei ze stotterend. 'Waar?' vroeg ik haar. Ze ging rechtop zitten. 'Twee dagen geleden. Miaka was hier.' 'Waar ging ze heen?' vroeg ik haar ongeduldig. 'Miaka verteld Luchia alles over Naruto.' Fijn, in plaats van ik zegt ze haar naam. 'Oke, maar waar ging ze heen?' 'Miaka huilt omdat ze Naruto heeft verlaten. Miaka bang voor boze broer. Boze broer heeft Miaka belooft te helpen. Miaka is met boze broer samen naar Konoha.' Ze glimlachte. 'Nee!' schreeuwde ik. Luchia schrok en dook weg in het water. 'Wacht!' riep ik. Ze was weg. Miaka gaat terug naar Konoha.

'Kakashi-sensei! Word wakker!' schreeuwde ik bij de tenten. 'Naruto!' Sakura kwam boos uit haar tent gelopen. 'Waarom loop je zo te schreeuwen? Ik probeer te slapen!' Ik negeerde haar en Kakashi kwam uit zijn tent. 'Wat is er Naruto?' 'Miaka gaat terug naar Konoha!' Zijn gezicht klaarde op. 'Iedereen wakker worden! We gaan terug naar Konoha!' schreeuwde hij. 'Naruto, hoe weet je dit?' Ik wist niet hoe ik dit moest zeggen. 'Ik kwam net iemand tegen die haar kent. Miaka vertelde haar alles, en dat Nathan haar heeft overgehaald om het hem terug te gaan naar Konoha.' 'Kunnen we diegene vertrouwen?' 'We kunnen het toch proberen?' zei ik. Hij knikte. 'We vertrekken.'