When you meet Tom and Bill*24

Nog een sorry dat het zolang duurde (je-vorm)
Als we thuis zijn halen jij en Bill glazen uit de kast en zetten ze op tafel. Gustav en Tom zijn alles aan het uitpakken. Georg zit er maar gewoon bij te kijken, het is weer typisch. Jij en Bill lopen met de glazen en een fles cola naar de tafel. Je hebt de glazen op tafel gezet en Duwt Georg van de zetel, even later hoor je een redelijk harde bonk. Georg ‘auw voor wat was dat nu weer nodig?’ ‘Je zat niks te doen, dus ik dacht laat ik Georg in beweging brengen.’ zeg je met een grijns op je gezicht. Bill, Tom, Gustav en je broer proesten het uit van het lachen. je kijkt over de rand van de zetel naar en Georg die nog altijd op de grond zit. ‘Gaat het georgie?’ vraag je hem op je aller liefste toon. Georg ‘nee het gaat niet en noem me geen georgie.’ zegt hij een beetje boos. ‘Heeft georgie pijn’ zeg je nog altijd super lief. ‘Grrrrrrrrr Evelyne stop met me georgie te noemen.’ Zegt hij boos. Je kijkt naar Bill en zegt nepwenend ‘Georgie is boos op mij *snif*’ Bill begint te schater lachen en nu kan je,je ook niet meer houden. Iedereen is nu aan het lachen, zelfs Georg(ie). Je staat op en help Georg recht. Jij en Georg gaan in de zetel zitten, eigenlijk meer tussen mensen proppen maar goed het is gezellig zo. Je bent naast Bill gaan zitten, hij heeft je, je frieten en ligt je hamburger voor je neus op het salontafeltje. We zijn al een tijdje bezig met eten als Bill tegen met zegt ‘mondje open.’ Je doet je mond open en Bill steekt er een frietje in. Je kijkt hem lief aan en je neemt ook een frietje, Bill doet zijn mond open en je steekt het frietje er in. Gustav ‘klef *kuch* klef *kuch*’ ‘wat is er Gustav heb je, je verslikt’ zeg je met een grijns. Hij kijkt je aan met een “je hebt me wel begrepen” blik. Je grijnst nog eens naar Gustav en steekt dan een frietje in je mond. Je wilt juist nog een frietje in je mond stoppen als de telefoon gaat. Je wilt op staan maar je broer is je voor, even later hoor je, je broer van uit de gang roepen dat je moet komen. Je staat op en gaat naar de gang, het zal wel weer mama of papa zijn om te weten hoe het met me gaat. Je neemt de horen over van je broer en zegt ‘hallo.’ van de andere kant hoor je ‘Iets enthousiaster mag ook wel.’ Ik roep zowat door de telefoon ‘Liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiied’ ‘Dat is al veel beter’ hoor je haar lachend zeggen. ‘Hoe is het met je?’ vraag je haar. ‘Goed, buiten dat ik nu half doof ben door een of andere gestoorde gek die door de telefoon heeft staan roepen.’ Je hoort aan haar stem dat ze haar lach probeert in te houden. ‘Welke gek doet nou zoiets’ probeer je zo normaal mogelijk te vragen. Aan de andere kant hoor je Lied schater lachen, je houdt het ook niet meer. Als Lied een beetje bekomen is vraag ze ‘hoe gaat het met jou?’ ‘Super’ antwoordt je misschien een beetje over enthousiast. Lied ‘vertel wat is er gebeurt dat je zo gelukkig bent?’ ‘Wel............. ik ga je het maar vertellen als ik je terug zie, ik vind het niet leuk om zoiets aan de telefoon te vertellen.’ ‘oh dat vind ik gemeen van je.’ ‘Ik wil het je echt heel graag vertellen maar niet aan de telefoon.’ ‘Oké oké ik begrijp het wel, maar ik ben wel nieuwsgierig.’ ‘Over een weekje ben ik terug, hou je dat nog vol?’ ‘Ja ja, maar je zegt het me onmiddellijk als je terug ben.’ Oké, belooft.’ ‘Oké dan is het goed, maar ik moet nu weg.’ ‘Oké bye, ik bel je nog wel.’ ‘oké bye. Lief jou’ ‘lief jou ook.’ dan hoor je dat Lied in haakt.
Je gaat terug naar de living, de jongens hebben al gedaan met eten. Bah je frieten zullen wel zijn koud, dan eet ik maar niet meer. Ik had toch niet zoveel honger meer. Je ploft je terug in de zetel naast Bill. ‘Hoe is het nog met Liedewij’ vraagt je broer als terug zit. ‘Goed, maar ik mis haar en ik wil haar zoveel vertellen’ zeg je een beetje depri. ‘Nu vol ik niet meer’ zegt Bill terwijl hij je vragend aan kijkt. ‘Liedewij is mijn beste vriendin en ik mis haar.’ ‘Bill kijkt je bezorgt aan en heeft je dan een knuffel.’ Je blijft in zijn armen liggen, bij hem voel je, je echt veilig. ‘Van mij mag ze wel naar hier komen hoor.’ zegt je broer. Je kijkt hem dolgelukkig aan ‘meen je dat nu?’ vraag je voor de zekerheid. ‘Ja ik meen het.’ Je staat op om je broer een knuffel te geven. Je geeft hem een knuffel en zegt in zijn oor ‘broertje ik hou van je’ ‘ik ook van jou zussie’ zegt hij.
‘Ik ga haar nu bellen’ zeg je nog altijd dolgelukkig. Je huppelt naar de gang en de telefoon. Je toetst vlug het nummer van Lied in. Je hoort de telefoon een paar keer overgaan. Kommaan lied neem nu op........................

nog eens sorry

sorry sorry dat het zolang duurde (ik-vorm)
Als we thuis zijn halen ik en Bill glazen uit de kast en zetten ze op tafel. Gustav en Tom zijn alles aan het uitpakken. Georg zit er maar gewoon bij te kijken, het is weer typisch. Ik en Bill lopen met de glazen en een fles cola naar de tafel. Ik heb de glazen op tafel gezet en Duw Georg van de zetel, even later hoor ik een redelijk harde bonk. Georg ‘auw voor wat was dat nu weer nodig?’ ‘Je zat niks te doen, dus ik dacht laat ik Georg in beweging brengen.’ zeg ik met een grijns op mijn gezicht. Bill, Tom, Gustav en je broer proesten het uit van het lachen. Ik kijk over de rand van de zetel en naar Georg die nog altijd op de grond zit. ‘Gaat het georgie?’ vraag ik hem op mijn allerliefste toon. Georg ‘nee het gaat niet en noem me geen georgie.’ zegt hij al een beetje boos. ‘Heeft georgie pijn’ zeg ik nog altijd super lief. ‘Grrrrrrrrr Evelyne stop met me georgie te noemen.’ Zegt hij boos. ik kijk naar Bill en zeg nepwenend ‘Georgie is boos op mij *snif*’ Bill begint te schater lachen en nu kan ik me ook niet meer houden. Iedereen is nu aan het lachen, zelfs Georg(ie). Ik sta op en help Georg recht. Ik en Georg gaan in de zetel zitten, eigenlijk meer tussen mensen proppen maar goed het is gezellig zo. Ik ben naast Bill gaan zitten, hij heeft me mijn frieten en legt mijn hamburger voor mijn neus op het salontafeltje. We zijn al een tijdje bezig met eten als Bill tegen me zegt ‘mondje open.’ Ik doe mijn mond open en Bill steekt er een frietje in. Ik kijk hem lief aan en neem ook een frietje, Bill doet zijn mond open en ik steek het frietje er in. Gustav ‘klef *kuch* klef *kuch*’ ‘wat is er Gustav heb je, je verslikt’ zeg ik met een grijns. Hij kijkt me met “je hebt me wel begrepen” blik aan. Ik grijns nog eens naar Gustav en steekt dan een frietje in mijn mond. Ik wil juist nog een frietje in mijn mond stoppen als de telefoon gaat. Ik wil op staan maar mijn broer is me voor, even later hoor ik mijn broer van uit de gang roepen dat ik moet komen. Ik sta op en gaat naar de gang, het zal wel weer mama of papa zijn om te weten hoe het met me gaat. Ik neem de horen over van Tom en zegt ‘hallo.’ van de andere kant hoor ik ‘Iets enthousiaster mag ook wel.’ Ik roep zowat door de telefoon ‘Liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiied’ ‘Dat is al veel beter’ hoor ik haar lachend zeggen. ‘Hoe is het met je?’ vraag ik haar. ‘Goed, buiten dat ik nu half doof ben door een of andere gestoorde gek die door de telefoon heeft staan roepen.’ Ik hoor aan haar stem dat ze haar lach probeert in te houden. ‘Welke gek doet nou zoiets’ probeer ik zo normaal mogelijk te vragen. Aan de andere kant hoor ik Lied schater lachen, ik houd het ook niet meer. Als Lied een beetje bekomen is vraag ze ‘hoe gaat het met je?’ ‘Super’ antwoord ik misschien een beetje over enthousiast. Lied ‘vertel wat is er gebeurt dat je zo gelukkig bent?’ ‘Wel............. ik ga je het maar vertellen als ik je terug zie, ik vind het niet leuk om zoiets aan de telefoon te vertellen.’ ‘oh dat vind ik gemeen van je.’ ‘Ik wil het je echt heel graag vertellen maar niet aan de telefoon.’ ‘Oké oké ik begrijp het wel, maar ik ben wel nieuwsgierig.’ ‘Over een weekje ben ik terug, hou je dat nog vol?’ ‘Ja ja, maar je zegt het me onmiddellijk als je terug ben.’ Oké, belooft.’ ‘Oké dan is het goed, maar ik moet nu weg.’ ‘Oké bye, ik bel je nog wel.’ ‘oké bye. Lief jou’ ‘lief jou ook.’ dan hoor je dat Lied in haakt.
Ik ga terug naar de living, de jongens hebben al gedaan met eten. Bah mijn frieten zullen wel zijn koud, dan eet ik maar niet meer. Ik had toch niet zoveel honger meer. Ik plof me terug in de zetel naast Bill. ‘Hoe is het nog met Liedewij’ vraagt mijn broer als ik terug zit. ‘Goed, maar ik mis haar en ik wil haar zoveel vertellen’ zeg ik een beetje depri. ‘Nu vol ik niet meer’ zegt Bill terwijl hij me vragend aan kijkt. ‘Liedewij is mijn beste vriendin en ik mis haar.’ ‘Bill kijkt me bezorgt aan en heeft me dan een knuffel.’ Ik blijf in zijn armen liggen, bij hem voel me echt veilig. ‘Van mij mag ze wel naar hier komen hoor.’ zegt mijn broer. Ik kijk hem dolgelukkig aan ‘meen je dat nu?’ vraag ik voor de zekerheid. ‘Ja ik meen het.’ Ik sta op om mijn broer een knuffel te geven. Ik geef hem een knuffel en zegt in zijn oor ‘broertje ik hou van je’ ‘ik ook van jou zussie’ zegt hij.
‘Ik ga haar nu bellen’ zeg je nog altijd dolgelukkig. Ik huppel naar de gang en de telefoon. Ik toets vlug het nummer van Lied in. Ik hoor de telefoon een paar keer overgaan. Kommaan lied neem nu op........................

sorry sorry