Hoodstuk 2.
'Zou ik rijden?'vraagt Naill en hij pakt de sleutels uit mijn hand. Naill doet de deur van de bestuurderskant open en gaat zitten in stap aan de andere kant in. Hij start de auto en we rijden de oprit af. Het is al best laat en het begint al redelijk donker te worden. We rijden over een rustige weg naar het centrum van de stad toe, waar de snackbar zit. Halverwege de weg is het helemaal donker we rijden door een bosje heen en het wordt opeens heel mistig. 'Shit, nu zie ik niks meer!'roept Niall boos en ik kijk hem lachend aan. De mist wordt dichter en dichter.
Dan opeens hoor ik een bonk tegen de achterruit. Ik schiet direct overeind. 'w-w-wat.. was d-ddat?'vraagt Niall en kijkt mij bang aan. Niall blijft voorzichtig doorrijden. Dan opeens horen we weer een klap. Niall stopt de auto en stapt uit. Ik doe de deur ook voorzichtig open en kijk om me heen. we staan midden in een bos en er is nergens een spoor van leven te bekennen behalve wij dan. Opeens voel ik een duw in mijn rug, ik word de auto weer ingeduwt en de deur wordt dicht geklapt. Opeens hoor ik een harde kreet. En neeh, dit was geen kreet van blijdschap dit was een kreet van angst, een kreet van Niall. Ik wil de deur weer open doen alleen de deuren zitten opslot en Niall is nergens meer te bekennen. Ik zoek naar m'n mobiel. Dan zie ik gelukkig mijn IPhone op het Dashbord liggen. Ik pak hem en toets gauw het nummer van Louis in. 'Met Louis.' 'Hey Louis, met Harry.' 'Hebben jullie de patat al?' 'Neeh, en ik ben alleen. Naill is gekidnapp!'
Reageer (1)
wauw je schrijft mooi! jammer dat je niet verder hebt geschreven, k ben wel benieuwd hoe het verder afloopt c:
1 decennium geleden