Bij deze opdracht kiezen jullie voor een deel zelf jullie opdracht. Wij hebben 62 foto's gekozen en jullie mogen dus 4 getallen zeggen.
Wij sturen de bijhorende foto's via een pb en daaruit mogen jullie er 1 kiezen.
Bij deze foto schrijven jullie een verhaal.

Omdat dit de finale opdracht is krijgen jullie extra tijd, maar moeten jullie wel meer woorden gebruiken. Hou je aan het aantal woorden want anders krijg je punten af. Deze opdracht gaat op 15 punten ipv 10.

Toen de schoolbel voor het laatst ging, was ik gelukkiger dan ooit. Ik hoefde nog maar één keer voor ze zomervakantie langs al die vervelende mensen te lopen. Ze mochten mij gewoon niet. Ik was anders. Uniek. Raar. Mensen leken me nooit te begrijpen. Dus daarom negeerde ik de nare scheldwoorden en lege colaflesjes nog één keer. Voor de laatste keer.

'Mama, waarom huil je?' vroeg ik. Ik liep de ouderslaapkamer binnen en klom op het grote bed, waar alleen mijn moeder lag. Ik was nog maar vijf jaar oud, maar ik wist wel dat er iets niet klopte.
'Het is niks, lieverd,' verzekerde mijn moeder me. 'Het is niks.'

Ik ging op mijn vaste plekje zitten aan het water. Er was een groot park vlak achter ons huis waar ik vaak rondhing. Ik had meestal toch niets beters te doen. Ik maakte er mijn huiswerk en belde met mijn enige vriendin, die sinds het jaar daarvoor in Transsylvanië woonde. Zij was de enige die ik kon vertrouwen.
Ik ging in een andere houding zitten en dacht na over mijn verleden. Mijn jeugd was een moeilijke periode geweest voor mij, maar ik had me er altijd doorheen kunnen vechten. Ik was sinds mijn vijfde jaar opgevoed door mijn moeder, mijn vader was bij ons weggegaan. Ik had ook nog een jonger zusje, Mandy. Mijn oudere broer was op kamers gegaan zodra hij de kans had, we hadden geen contact meer. Dat dacht ik ten minste.
'Ginger?' vroeg een stem achter me. Ik draaide me om en keek recht in de ogen van mijn broer Drake.
'Drake!' riep ik en rende op hem af. Ik omhelsde hem stevig. 'Wat doe jij nou hier?'
'Ik dacht, laat ik mijn zusjes eens gaan opzoeken. Hoe is het met jullie?'
Ik durfde daar niks op te zeggen.

'Weet je wat? Ik ga.'
Drake liep weg zonder verder nog iets te zeggen. Het was allemaal mijn schuld. Door mij ging hij weg. Ik ben nooit een goede zus geweest.


Ik voelde me een stuk beter toen ik mijn betraande gezicht afveegde aan de blouse van mijn broer. Ik zat naast hem op mijn bankje.
'Het is al goed,' probeerde hij me te kalmeren. 'Mam weet gewoon niet hoe ze ermee moet omgaan.'
'Maar dan hoeft ze ons nog niet zo in de steek te laten,' wierp ik tegen. Mijn stem brak precies op het goede moment. 'Ze geeft gewoon niet om ons.'
'Jawel. Dat doet ze sowieso wel. Dat hoort een moeder te doen.'
'Onze moeder is anders.'
Het bleef even stil.
'Mag ik mijn moeder nog zien van je?'
'Als dat is wat je wil, ga je gang.'

'Ik ga je zo missen!' huilde ik in de armen van Cindy. 'Dan ben ik hier helemaal alleen!'
'Ik ga jou ook missen,' zei ze eerlijk. We hoorden een stem omroepen dat haar vliegtuig zou vertrekken, dus ze moest me loslaten. Dit was het moeilijkste moment van mijn leven.
'Doei Cindy!'
'Doei!'
Ik viel in de armen van mijn tante en huilde nog harder.


We liepen samen naar binnen toen ik de voordeur had opengemaakt.
'Mam?' riep ik naar binnen. 'Ik ben tuis!'
Geen antwoord. Ik liep gewoon maar door toen ik mijn jas had opgehangen. Ik gaf Drake wat te drinken en ik nam zelf ook wat. We gingen tegenover elkaar op de bank zitten.
'Waar is mam?' vroeg hij.
Ik haalde mijn schouders op en zei: 'Geen idee.'
Ik stond op om de stereo-installatie aan te zetten met mijn favoriete muziek. Ik zong luidkeels mee, tot Drake me vroeg ermee op te houden.
'Kunnen we haar niet gaan zoeken?'
'Misschien.'
'Wat misschien?'
'Misschien is ze boven. Misschien in het bos, naar de winkel of naar de autodealer...'
'Onzin.'
'Wat, het kan toch?'
'Alsof ze dat zou doen. Misschien is ze inderdaad boven.'
Hij stond op om naar boven te gaan. Eerst wilde in blijven zitten, maar ik ging toch maar met hem mee.

'Wat dóé je?' vroeg ik verontwaardigd.
Mijn moeder zat op de bank met een lege fles naast haar. Ze leek compleet de weg kwijt sinds pap weg was gegaan.
'Niks...' zei ze dom.
Ik rende naar buiten en pakte mijn telefoon.


'Mam?' vroeg ik. 'Ben je hier?'
We hoorden niks, dus we deden de deur open om te kijken of ze er was. Ze lag op het bed te huilen. Net als toen.
'Mam?' vroeg Drake.
Ze draaide zich om en keek verrast toen ze mijn broer zag.
'Lieverd!' riep ze. 'Kom eens hier!'
Drake omhelsde haar stevig. Wie weet wanneer ze voor het laatst heeft gedoucht, dacht ik nog. Maar ach. Ze zag er gelukkiger uit dan ik haar in tijden had gezien.
'Ginger,' zei ze. 'Toen ik weg was, zat ik in de kliniek. Ik ben helemaal afgekickt.' Ze was ontzettend trots op zichzelf.
'Goed zo, mam!' zei ik, ook trots. 'Heel goed!'
Ik knuffelde haar ook en Drake wilde zelfs terugkomen. Hij was toch al afgestudeerd.
'Dan worden we weer een hecht gezin,' zei mijn moeder. 'Ik kijk er nu al naar uit.'
'Mam, ga eens een keertje douchen,' stelde ik voor. 'Je stinkt een uur in de wind.'
Ze lachte. 'Is goed, lieverd.'

'Wat is er met mammie?' vroeg Mandy aan mij. Ik had geprobeerd om haar te beschermen voor mijn moeder, maar ze had mam toch gezien.
'Niks hoor,' loog ik. 'Ze is een beetje gek.'


Toen mijn moeder beneden kwam, stonden de thee en stroopwafels al klaar. Ik en Drake hadden mijn zusje even opgehaald van school en we zaten allemaal rond de eettafel. Het was lang geleden dat we daar met z'n allen zaten.
'Gezellig,' zei mijn zusje. 'Dat is lang geleden. Ik miste Drake heel erg!'
We lachten en dronken onze thee op.
'Mam?' vroeg ik. 'Wordt het niet eens tijd om Mandy te vertellen wat er aan de hand is?'
Mijn moeder knikte en zuchtte.
'Mandy, je weet toch wat alcohol is?'
Mandy knikte.
'Nou, ik was daar verslaafd aan. Daardoor deed ik zo raar. Ginger probeerde je van me weg te houden, en dat was maar beter ook.'
Mandy wist even niet wat ze moest zeggen.
'Is mama weer beter?' vroeg ze uiteindelijk.
'Ja, nu wel,' zei ik. 'Gelukkig wel.'
Ik omhelsde Mandy stevig en gaf haar nog een stroopwafel. Ik schonk ook voor iedereen nog een kopje thee in.
We kletsten gezellig wat bij en deden zelfs een spelletje Ganzenborden. Drake vertelde over zijn leven als afgestudeerde jongeman en Mandy vertelde over school.
'Paula deed stom,' zei ze. 'Ze pakte mijn pop af terwijl ik ermee aan het spelen was! Maar toen we gingen buitenspelen mocht ze wel meedoen en toen gingen we Winx club doen.'
'Leuk hoor!' zei ik. 'Dat deed ik vroeger ook, toen ik zo oud was als jij.'
'Echt waar?'
'Ja, echt waar.'
'Dan ben ik dus ook cool!'

Ik typte alle combinaties die mogelijk waren in op de zoekmachine. Ik moest en zou mijn vader terugvinden. Hij kon ons toch niet zomaar achterlaten bij zo'n moeder?

Ik pakte een fotoalbum uit de kast met baby- en peuterfoto's van mij. Die wilde mijn zusje heel graag zien. Ik en mijn broer waren wel van dezelfde vader, maar mijn zusje was eigenlijk meer een halfzus. Ze was een ongelukje.
'Kijk,' zei mam. 'Dit is Ginger na haar eerste dag op de peuterspeelzaal.'
Mijn ogen waren op de foto helemaal rood en opgezwollen van het huilen. Ik vond er toen al niks aan.
'Je vond het niet echt leuk,' constateerde Drake slim.
Ik kon het niet laten om te zeggen: 'Wauw, jij hebt geluk met zo'n brein. Megamind.'
Mijn moeder en mijn zusje lachten erom, maar Drake scheen het niet echt heel grappig te vinden.
'En dit is Ginger toen ze net geboren was,' zei mijn moeder trots. Mijn vader had me vast op de foto.
'Dat is pap,' zei Drake tegen Mandy. 'De vader van Ginger en ik.'
Mijn moeder scheen er helemaal overheen te zijn, want ze lachte nog even breed toen hij dat zei.
'Dit ben ik toen ik ging leren fietsen,' zei ik bij de volgende foto. 'Ik kon er nog niks van, maar ik vond het wel leuk.'
'Ik kan ook nog niet fietsen,' zei Mandy. 'Dat heb ik nooit geleerd.'
'Dan moeten we jou dat gaan leren,' zei Drake. 'Fietsen is leuk.'

Ik liep door de gang. Gelukkig was er niemand te zien, anders was ik er geweest. Ik sloop naar het kluisje en legde de muis erin. Snel wegwezen.

We stapten de tweedehandszaak binnen en keken rond bij de kinderfietsen. Er waren nog heel veel fietsjes in een goede staat, dus dat was mooi.
'Ik wil deze!' zei Mandy bij het zien van een Barbie fiets. 'Die vind ik mooi.'
'Zeker weten?' vroeg ik.
'Ja.'
Ik vroeg aan de man of we hem konden kopen, en even later fietste mijn kleine zusje al door het park.
'Dit is makkelijk!'
Ik ging samen met mijn moeder en broer op mijn bankje zitten.
'Ik ben zo blij dat alles weer goed is gekomen,' zei ik vrolijk. 'Nu alleen nog maar wat populairder worden op school en mijn leven is perfect.'
'Daar kunnen we aan werken,' zei Drake. 'Da's niet zo moeilijk.'
'Hoe dan?'

Ik liep achter mijn docent aan naar de directeur. Waarschijnlijk zou ik geschorst worden. Ze waren erachter gekomen dat ik die streek met de muis had uitgevoerd.

Na die zomer liep ik zelfverzekerder dan ooit naar mijn lokaal biologie. Er waren wat zijinstromers bijgekomen, dus daarmee kon ik proberen vrienden te worden.
'Vind je het erg als ik naast je kom zitten?' vroeg ik aan een nieuwe jongen.
'Eh,' stamelde hij. 'Nee hoor.'
Gelukkig, de anderen hadden hem nog niks wijsgemaakt.
Er kwamen wat van mijn aartsvijanden naast mijn tafel staan.
'Wat moeten jullie van me?' vroeg ik luchtig.
'We willen onze excuses aanbieden,' zei er een.
Ik keek haar ongelovig aan en vroeg: 'Waarom?'
'We weten dat we fout zaten. Sorry daarvoor.'
'Is dit een grapje ofzo?'
'Nee, echt.'
Ik keek hen nog een keer aan.
'Goed dan,' zei ik. 'Excuses aanvaard.'

Er zijn nog geen reacties.


Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen