97°

Toen was het stil, helemaal stil. Alec keek me vol ongeloof aan. ‘Zoon? Als in geadopteerd of..’ vroeg hij. ‘Toen ik wegging was ik zwanger’ vertelde ik. Alec siste naar Santiago. ‘Demitri, Felix ga terug naar Volterra en vertel Aro waarom Santiago niet dood is’ beviel Jane. Ze knikte en rende weg. Alec keek me met grote ogen aan. ‘Ik ben.. opa?’ vroeg hij na een paar minuten. Ik knikte. ‘Maar je mag hem niet zien’ zei ik bot. Ik weet dat het gemeen is, maar ik wilde Tagas bij alles wat met de Volturi te maken had weghouden. Hij knikte. Jane staarde me ook nog even aan maar richtte zich op Alec. ‘Kom’ zei ze. Samen rende ze weg. Toen ik ze niet meer zag omhelsde ik Santiago. ‘Ik heb het verraden.’ snikte ik. Ik haatte het dat ik niet meer kon huilen. ‘Het is niet erg, je raakte in shock, je wou alleen mij beschermen’ suste hij me. ‘Straks is het mijn schuld dat hij dood gaat’ snikte ik. Hij wreef over mijn rug. ‘Hij gaat niet dood, we beschermen hem’ suste hij me weer. Ik drukte een kus op zijn mond. ‘Ik wil nu naar hem toe’ zei ik. Ik kon op dit moment geen seconde zonder mijn kind. Ik kon hem niet alleen laten als ik wist dat de Volturi nu van hem wist. Maar hij kalmeerde mij ook, hij is een soort drugs voor me, hij laat me stralen. Santiago knikte en pakte mijn hand. Samen renden we naar het huisje van Renesmee en Jacob. Verbaasd deed Renesmee open. ‘Nu al klaar?’ vroeg ze. Ik knikte maar Santiago begon het te vertellen. Ik liep zo snel mogelijk naar de slaapkamer. Tagas zat met het deken te spelen. Ik tilde hem op en omhelsde hem. Hij sloeg zijn armpjes om mijn nek. ‘Wat is er mama?’ vroeg hij. ‘Ik heb je gewoon gemist’ zei ik. Hij glimlachte. ‘Ik mis jou altijd als je weg bent mama’ zei hij terug. Ik glimlachte en drukte een kus op zijn voorhoofd. Ik zette hem weer op het bed. ‘Waar is papa?’ vroeg hij. ‘Ik haal hem we even’ zei ik en ik liep naar de deur. Santiago was net klaar met het vertellen aan Renesmee. ‘Tagas vroeg om je’ zei ik. Hij knikte en wou weglopen maar bleef met een glimlach naar een plek achter me staren. Toen ik iets om mijn been voelde keek ik pas naar beneden. Ik glimlachte meteen. Tagas. Ik pakte hem op en keek blij naar hem. Ik drukte weer een kus op zijn voorhoofd. ‘Goedzo lieverd’ zei ik met een glimlach. Nu hij kan lopen moet hij alleen nog leren lezen en schrijven. Ik drukte nog een kus op zijn wang en gaf hem aan Santiago.