~20~

Ik staarde naar Edward. Het was lunchpauze, en meestal praatte Edward met mij, maar hij had het te druk om naar Bella te staren. Hij had het negeren opgegeven en zat nu met haar alleen aan een tafel. Hij had zelfs net een hap pizza gegeten. Ieuw.. Bella wist wat we waren. Ik mocht haar wel, net zoals Alice. Alice wou heel graag met haar gaan praten, maar dat mocht nog niet van Edward. Straks gingen we met zijn drieën jagen, Edward, Alice en ik. Alice stond op en ik volgde. ‘Bella, Alice, Alice, Bella’ stelde Edward Bella en Alice voor. ‘Hey Monifa’ zei Bella tegen mij. Ik knikte als begroeting. ‘Gaan we?’ vroeg ik. Edward knikte en stond op. De bel was al gegaan. ‘Je auto staat straks op de parkeerplaats met de sleutels erin’ zei Edward tegen Bella. Ze knikte. Met zijn drieën liepen we naar buiten en met de auto van Edward reden we naar huis. Toen de auto in de garage stond renden we hoog de bergen in. Ik had best wel trek in bergleeuw, die toch niet zo vaak langskwam. Edward knikte. ‘Ik ook’ grinnikte hij. ‘En wat gaan jullie morgen doen?’ vroeg ik na een tijdje jagen. ‘We gaan naar een mooie open plek die ik heb gevonden’ zei hij. ‘Ga je jezelf in de zon laten zien?’ vroeg ik. Hij knikte. Ik rook in de verte bergleeuw. ‘Neem maar’ zuchtte Edward. Ik glimlachte naar hem en begon te rennen. Mijn lievelingseten, bergleeuw.