‘Tagas?’ vroeg Jane. Ik keek naar beneden. Waarom had ik dat nou gezegd?! ‘Vaderloos?’ vroeg Alec. Ik keek naar Santiago. Ik was de gene die niet wou dat ze het wisten, en ik verklap het zelf. Straks is het mijn schuld dat Tagas dood is. Jane kwam recht voor mij staan. ‘Wie is Tagas?’ vroeg ze. Weer keek ik naar beneden. Santiago pakte mijn hand en kneep erin. Ik zuchtte, ik moest het wel zeggen, maar ik wou het niet. Ik voelde een hand op mijn schouder en keek weer op. Alec stond voor me, Jane stond nu achter hem. Hij wist dat ik Jane aardig vond, maar vaak ook wel erg eng. ‘Lieverd wie is Tagas?’ vroeg hij. Ik schudde mijn hoofd. ‘Niemand’ mompelde ik. Hij zuchtte. ‘Wie is het Hael?’ vroeg hij met een boze vaderlijke stem. Ik haalde zijn hand van mijn schouder, ik ben geen half mens meer, ik kan hem wel aan als hij boos word. ‘Hael’ zei hij dreigend. ‘Het is de engel van de muziek’ mompelde ik. Hij keek me verbaasd aan. ‘Het is een engel, je kan niet liegen Hael’ zei Felix. Ik keek hem doods aan. ‘Ik lieg niet’ siste ik. Weer kneep Santiago in mijn hand. Ik keek hem aan en hij zuchtte zacht. ‘Zeg het maar, hier komen we niet meer onderuit’ fluisterde hij in mijn oor. Ik schudde mijn hoofd. ‘Hael, als je het niet zegt dan..’ dreigde Alec. Wat heb ik aan zo’n vader?! Hij wees ook nog eens naar Felix. ‘Wie is Tagas?’ vroeg hij nog een keer. Ik zuchtte, ik kon het inderdaad niet meer verstoppen. Ik keek ze aan. ‘Onze zoon.’
Reageer (17)
Snel verder!!!
1 decennium geledenOMG JIJ BENT GEMEEN SCHRIJF VERDER!
1 decennium geleden