Hoofdstuk 6.

''Heb je het haar al verteld?'' vraagt Pattie. ''Nou uuh... nee'' zegt Justin. ''Wat niet verteld?'' ik laat mijn moeders hand los en kijk hun met vragende ogen aan. ''Ik moet over een week weg naar een ander land shawty.'' O nee niet weer een belangrijk persoon verliezen, of eingelijk 2 want Pattie is ook wel belangrijk geworden in mijn leven... Ik voel weer die rottranen over mijn wangen stromen, ik dacht dat ze op waren, maar nee hoor. ''Je hoeft niet te huilen" zegt Pattie. Ik kijk naar de grond. ''Ik verlies weer een belangrijk persoon, of eigenlijk 2...'' Als ik opkijk zie ik Justin lachen. "Wat valt er te lachen het is toch niet grappig?!" ''Je mag mee'' Ik spring naar ze toe en omhels ze. Weg van mijn vader, weg van Nederland, weg van- o fuck... Weg van Puck.. Ik wil deze hele week met haar door brengen, no matter what! Ik hoor allemaal sirenes. ''Ik heb de ambulance gebeld.'' zegt Pattie. ''Ja dat is het beste'' zeg ik zachtjes. De bel gaat en Pattie doet de deur open. Justin geeft me een snelle kus op mijn mond. We kijken hoe mijn moeder word afgevoerd naar het ziekenhuis, voor onderzoek. Ik pak mijn Iphone uit mijn zak. ''Ik sms me vriendin even.'' ''Ja is goed, je kan deze hele week bij ons logeren.'' Zegt Pattie. ''Dankjewel.'' Zeg ik. ''Moet ik dan ook een paar spullen meenemen?'' ''Dat is wel handig ja, de dagen voor we weggaan brengen we je gewoon weer hier heen en pak je wat je nodig hebt voor een lange tijd.'' zegt Pattie.''Dan zie ik jullie zo!'' Zegt Pattie als ze de deur uitloopt. ''Wil je mijn kamer zien?'' vraag ik terwijl ik dit smsje naar Puck stuur:

Puck, mijn moeder is dood, mijn vader heeft haar doodgestoken... Ik ga bij Justin wonen... Volgende week al... Zal ik vragen of je de hele week daar ook mag logeren? IkhouvanjePuck. 

''Ja is goed, moet ik helpen inpakken?'' vraagt Justin lief. ''Ik vind het best.'' We lopen de trap op en doe de deur van mijn slaapkamer open. Er hangen overal posters er zijn ook 2 posters met Justin erop. ''Mag ik je ondergoed doen?'' vraagt Justin lachend maar toch ook blozend. Hij maakt me aan het lachen. ''Nee we doen het samen.'' ''Dat vind ik ook goed'' zegt hij terwijl hij zijn lippen op de mijne drukt.