Chapter 42. A boy
*gooit nog meer virtuele cupcakes en chocolatchipcookies*
Ravens pov:
Ik zat op mijn kamer. De zon liet haar laatste stralen over mijn gezicht strelen. Het werd koud buiten, waardoor mijn nieuwe toevluchtsoord mijn kamer was geworden. Ik kon hier uren zitten, om over de tuin uit te kijken. Genieten van de zon, genieten van de wind en zelfs genieten van de regen. Door onbekende redenen kalmeerde het me. Justin ontweek me angstvallig. Alsof ik iets verkeerd had gezegd. Misschien besefte hij zich nu ook dat er geen "ons" was. Hij had immers een vriendin, van wie hij hield. Tenminste daar ging ik van uit. Ruby zat op de grond en staarde, net als ik, naar de ondergaande zon. Niemand zei wat. Woorden zouden het moment verpesten. De lucht werd donkerder. De maan verscheen al. De maan vond ik nog mooier dan de zon. De rust en puurheid die zij uitstraalde was adembenemend. Door het schelle geluid van de bel dook Ruby in elkaar. Dat deed ze nu elke keer als de bel ging. Die ene dag spookte nog steeds in haar hoofd. Niet alleen bij haar, bij mij ook. Maar ik probeerde het niet te laten merken. Ik moest sterk zijn. Ik schonk haar een geruststellend glimlachje. Ze lachte kort terug. Ik hoorde voetstappen op de trap. De deur werd met een knal opengetrokken, gevolgd door het geluid van een wat lage jongensstem. Niet zo zwaar als een mannenstem, maar ook niet zo hoog als de stem van een jongetje. Erins stem beantwoordde de jongensstem. 'Justin,' gilde ze naar boven. Justins kamerdeur werd opengedaan en dichtgeslagen. Opnieuw klonken er stampende voetstappen op de trap. Daarna Justins stem, die leek te discussiëren met degene aan de deur. Ik werd nieuwsgierig. 'Zullen we gaan kijken?' vroeg ik aan Ruby. Ruby keek even twijfelend en ik zag een vlaag van angst in haar ogen. Toen knikte ze. We liepen de trap af in de richting van de gang. Justin kwam ons tegemoet lopen. 'Willen jullie misschien even boven blijven?' vroeg hij, ietwat bot. Ruby's gezicht ging van verbaasd naar hatelijk. 'En waarom dan wel?' 'Vrienden van mij zijn hier.' 'Dus wij mogen niet naar beneden omdat je vrienden hier zijn?! Hebben die vrienden soms net zo'n groot ego als jij en past het anders soms niet in de woonkamer?! Schaam je je voor ons of zo?! Mogen jou vrienden ons niet zien?!' 'Ja, ze mogen jullie inderdaad niet zien!' gromde Justin driftig. Het voelde alsof iemand me stak met een mes. Niet zo erg als bij de beelden, maar toch pijnlijk. 'Kom Ruby, we gaan wel naar boven,' fluisterde ik. Justins gezicht vertrok, maar ik negeerde zijn zielige ogen en draaide me om. 'Wacht, zo bedoelde ik het niet,' zei hij zwakjes. Ruby draaide zich met een ruk om. Haar ogen leken vuur te spuwen. 'Hoe bedoelde je het dan, hè?! Ze zijn gevaarlijk?! Ze zijn aso?! Ze doen ons pijn?! Wilde je ons beschermen tegen jouw vriendjes?!' schreeuwde ze. 'Nou, zoie-' Hij werd onderbroken door de jongensstem. 'Justin, wat is er nou? Tegen wie schreeuw je?' De jongen leek dichterbij te komen. Onbewust zette ik een paar stappen naar achter, richting de muur. Ik hield niet van vreemde mensen. Ze begrepen me niet. 'Ryan, blijf daar! Ik kom er zo aan,' antwoordde Justin. Ik bespeurde een angstige ondertoon in zijn stem. 'Is zij daar? Je zou haar toch laten zien? Kom op man, laat haar zien.' De jongen kwam steeds dichterbij. Haar? Hadden ze het over mij? Had Justin over mij verteld? Waarom wilde die jongen mij zien? Angst overspoelde me. 'Ruby, laten we naar boven gaan,' piepte ik. Ze keek me bevreemd aan. Gevolgd door haar rende ik bijna naar boven. Ik probeerde mijn ademhaling onder controle te krijgen. Vragen spookten door mijn hoofd. Wie was die jongen? Waarom hadden hij en Justin het over mij? En waarom kwam zijn stem me zo bekend voor?
Reageer (6)
moet ik iets bekennen?
1 decennium geledensoms werkt ze echt op mijn zenuwen
juist op verkeerde momenten doet ze nou zo stom
verder <3