Blinded with love.
Met Dani naast me liep ik naar de bushalte. Dani uitte haar frustraties over onze scheikundeleraar vrij luidruchtig, maar zoals gewoonlijk stoorde ik me daar niet aan. Ik was het gewend. “Bocht rechts.” Het korte bevel van Dani voerde ik meteen uit. Ik kende de weg van school naar de bushalte wel, ik wist alleen nooit goed waar de bochten waren. ”Aye aye captain.” Tegelijk barstten we in lachen uit. Dani vertelde nooit uitgebreid welke kant we op moesten. Ze wist hoe vervelend ik het vond als ze er te diep op in ging. “Daph, rechts!” Ik snapte niet meteen wat ze bedoelde dus liep ik gewoon door. Niet veel later voelde ik hoe mijn kont de grond raakte en hoorde ik gevloek naast me. “Kan je niet uit je doppen kijken, trut!” Een furieuze jongensstem schreeuwde naar me. “Als ik het had gekund, dan had ik het wel gedaan hè,” antwoordde ik, een arrogante ondertoon kon ik niet weglaten. “Oh fuck,” het was meer voor zichzelf bedoeld dan voor mij. “Zeg maar gewoon niets en loop door, eikel,” siste ik hem venijnig toe. “Het spijt me, ik wist niet dat-“ ruw onderbrak ik hem, “Nee natuurlijk wist je niet dat ik blind was, begin gewoon meteen te schelden. Ga. Lekker. Weg!” Dani trok me omhoog en duwde me zachtjes verder. “Laat hem lekker, niet op in gaan,” suste ze me. “Het spijt me echt heel erg,” wilde hij weer verder gaan. “Ja joh, rot lekker op,” snauwde ik terwijl we wegliepen. “Hij blijft staren,” gniffelde Dani toen we ver genoeg van hem weg waren. “Hoe zag hij er uit?” vroeg ik, wetend dat ik er eigenlijk niets aan had. Dani begon hard te lachen, waardoor ik haar een verbaasde blik wierp. “Oké, hij was best wel héél erg knap. Hij had een lief gezicht, met een beetje brutale bruine ogen. Hij lachte niet echt, maar volgens mij heeft hij dan kuiltjes in zijn wangen. Zijn haar is goudbruin met een beetje slag niet echt gel gezien. Hij zag er eigenlijk vrij simpel uit, maar wel leuk.” In mijn hoofd zag ik hem eigenlijk wel voor me. Ik was niet mijn hele leven blind geweest, toen ik net een half jaar op de middelbare school zat was er één verschrikkelijke ochtend. Ik was voor de zoveelste keer door mijn wekker heen geslapen en moest in alle haast naar school, daardoor keek ik niet uit een sprintte veel te snel de houten trap af. Doordat ik sokken aanhad gleed ik de bovenste trede al uit, ik viel van de trap waarbij mijn hoofd meerdere malen de muur en ook treden raakte. Eenmaal beneden op de grond was ik al bewusteloos. Mijn moeder vond me een uur later toen ze terug kwam van haar wekelijkse rondje wandelen. Natuurlijk belde ze meteen een ambulance en moest ik naar het ziekenhuis, maar voor mijn zicht was het al te laat. Ik had meerdere klappen gehad op de zenuw die mijn zicht regelde waardoor de zenuw zover kapot ging dat ik niets meer zou zien. Dat was ook de reden dat ik er niet tegen kon als mensen zo’n medelijden met me hadden, het was mijn eigen domme schuld. Daar is geen medelijden voor nodig. “Klinkt oké, maar hij was echt een eikel,” besloot ik maar te zeggen. Aan de manier waarop Dani ademhaalde wist ik dat ze nu tegen me in zou gaan, maar ach dat maakte me niet uit. “Hij was misschien wat bot, maar hij bedoelde het niet zo. Én hij bood zijn excuses aan. Het is toch alleen maar goed dat mensen je niet meteen als blinde zien, tenminste vind jij.”
“Hij bood inderdaad zijn excuses aan, meerdere keren. Waarom ben ik nou weer zo stom en ga ik zo bot tegen hem doen?” vroeg ik mezelf hardop af. “Omdat je nu eenmaal een temperamentje hebt schat, kun je ook niks aan doen,” mompelde Dani. “Ja ik weet het, ik kan er ook niets aan doen dat mijn vader Italiaans is,” lachte ik.
Ik kon niet ontkennen dat ik steeds bleef denken aan die jongen. Ik wist niet waarom, ik had nog niet eens écht met hem gepraat maar hij bleef steeds in mijn gedachten naar voren komen. Ik wist zijn naam niet eens. Argh, soms kon ik echt gek worden van mezelf. Opeens werd mijn kamerdeur luid open gezwaaid en verraste de stem van mijn broer me, die zich vlak naast me bevond. “Daphne, ben je klaar? We zouden naar de stad gaan, remember?”
“Jezus Mitch, laat me niet zo schrikken. Ja wacht ik kom eraan.” Mitch liet een korte grinnik horen waarna hij de kamer verliet. Op mijn kamer had ik een soort ‘mat’ liggen, waardoor ik vanaf mijn bed makkelijk naar de deur kon lopen. Eenmaal beneden aangekomen bood Mitch me meteen mijn jas aan, die ik gauw aanpakte en aandeed. Mitch was 19 en had dus een rijbewijs. Waarschijnlijk had hij mama’s autosleutels van de tafel gejat. We hadden afgesproken om vandaag samen naar de stad te gaan, omdat Mitch nieuwe kleren nodig had, en ik eigenlijk ook wel. “Je kiest wel een beetje leuke kleren hè,” mompelde ik zacht tegen Mitch. “Natuurlijk, je kent me toch,” was het antwoord van mijn egotrippende broer. Niet veel later hoorde ik dat Mitch de auto parkeerde en stapten we uit om naar de drukbezochte winkelstraat. We waren net de winkelstraat ingelopen toen Mitch stopte met lopen, automatisch hield ik ook halt. “Wat is er?” vroeg ik hem dan ook. “Eeh,” kwam het zachtjes van voor me. “Oh mijn god, “ bracht ik even zacht uit. Ik herkende de stem onmiddellijk, het was de stem die ik de afgelopen dagen niet uit mijn hoofd kon krijgen. “Dus, gaan jullie nog iets zeggen of blijf je mijn zusje aanstaren terwijl ze dat niet ziet?” verbrak mijn broer heel simpel onze ongemakkelijke stilte. “Pff, kan jij niet nadenken over wat je zegt,” reageerde ik bot op hem. “Staat ‘ie echt te staren,” fluisterde ik daarna, hopelijk zodat hij het niet zou horen. Mijn broer liet een harde schaterlach horen. “Ja best wel.” Volgens mij snapte de jongen voor mijn neus er echt helemaal niets van. “Ik eh, ja nogmaals sorry. Ik weet niet wat me bezielde.”
“Stop alsjeblieft met dat medelijden de hele tijd, dat wil ik niet en als je alleen maar daarom gekomen bent mag je ook weer doorlopen ook.” Hoewel ik niet meende wat ik zei, kwam het er toch uit. “Nee, dit klinkt misschien heel raar maar ik kan je niet uit mijn hoofd zetten.” Ik kon nog net mijn antwoord inhouden, ik wilde hetzelfde zeggen. “Het klinkt niet zo heel raar, ik heb hetzelfde gevoel,” gaf ik blozend toe. “Oké, waar in hemelsnaam gaat dit over?” onderbrak mijn broer ons wederom. “Mitch als jij nu eens even kleding gaat kopen, gaan wij even wandelen oké? We moeten even praten!” Na een zacht ‘oké’ gemompeld te hebben slenterde Mitch weg. “Ik weet niet eens je naam, of hoe je eruit ziet maar je blijft door mijn hoofd spoken.”
“Mag ik je meenemen naar een hele mooie plek? Het is misschien vijftien minuten lopen hiervandaan.”
“Als je me onderweg in ieder geval je naam verteld, en meer over jezelf. Ik ken je niet eens, maar ik ga graag mee.” Een opgeluchte zucht ontsnapte de jongen naast me. “Max, ik heet Max. En jij?” Ik voelde hoe hij mijn hand pakte en deze schudde. “Daphne, ik heet Daphne,” imiteerde ik hem. “Mag ik je hand blijven vasthouden terwijl we lopen,” vroeg Max. Zijn stem klonk hees, en ik denk dat hij bloosde maar dat kon ik natuurlijk niet zien. “Dat mag wel, als je me dan de goede richting in trekt, en het niet de hele tijd zegt waar we heen moeten. Dat vind ik stom,” biechtte ik op. Zachtjes trok hij me mee. De stadse geluiden begonnen zachter te worden naarmate we langer liepen en Max vertelde ondertussen over zichzelf. Tussendoor vroeg hij dingen over mij, over mijn blindheid onder andere. Niet veel later begonnen we langzamer te lopen. Het enige dat ik nog hoorde waren de vogels die vrolijk tsjilpten en onze voetstappen op het zand. Max liet mijn hand los en zei helemaal niets, liet me genieten. Ik rook vers gemaaid gras, ik voelde zachte wind door mijn haren waardoor ik mijn armen spreidde en de sjaal mee uitspreidde die ik om mijn nek gedrapeerd had. Het was heerlijk en ik was zelf ook sprakeloos, tot Max weer begon te praten. “Het is prachtig hier, net als jij. Daphne, misschien klinkt het raar. En ik wil ook helemaal niet te snel zijn, maar ik vind je geweldig. Je bent anders dan andere meiden en dat is niet omdat je blind bent maar omdat je zoveel lef hebt. Je bent moedig en zelfverzekerd. Jij bent degene die ik zoek.” Ik voelde zijn armen die me rond mijn middel vastgrepen, en daarbij omdraaide. Ik voelde hoe hij dichterbij kwam, en hoe zijn adem neersloeg op mijn gezicht. Hij rook naar kauwgom, en iets zoets. Ik vergat alles om me heen toen hij liefdevol zijn lippen op de mijne drukte.
Er zijn nog geen reacties.