Hoofdstuk 1. wat nu?
19-02-2075
Lief dagboek.
Seconden, minuten, uren, jaren en eeuwen zijn verstreken. De wereld is veranderd, de mensen zijn veranderd en eigenlijk is alles veranderd. Altijd willen we iets beter, we vinden niks goed genoeg. We zoeken de perfecte wereld, de perfecte maatschappij, terwijl we diep van binnen weten dat die niet bestaat.
Maar we luisteren nooit naar wat we diep van binnen horen, omdat een onperfecte wereld ons een doel geeft, het beter maken. Als alles perfect was, zouden we dan nog wel een rede hebben om te leven?
Dat is dan mijn mening, en niemand heeft daar ooit naar geluisterd en dat blijkt uit de wereld zo als hij nu is. Chaos, oorlog, iedereen die vindt dat hij het beste idee heeft en daarom vind dat iedereen daar naar moet luisteren. We zijn zoveel verder in de tijd, maar het lijkt alsof we millennia terug zijn. Onze politieke leiders blijven haast nooit lang, worden meestal binnen twee jaar vermoord door de volgende leider, met de beste ideeën waarnaar we allemaal zouden moeten luisteren. Maar zo werken mensen niet, we vinden toch dat wij de beste mening hebben en weigeren om zomaar iemands mening over te nemen.
Ik herinner mij nog wel de verhalen van oma, over een wereld waar je veilig was, natuurlijk waren er gebreken, maar die zullen er altijd zijn. Een wereld met acceptatie en respect.
Een wereld met liefde. Wel even wat anders dan de wereld van nu, bestaande uit haat en het verlangen naar macht.
Waarom heeft het zo moeten gaan, waarom moest de wereld zo veranderen, waarom is de wereld veranderd in hel.
Liefs, Ceri
Ze liep naar buiten en ademde de lucht in, barstte spontaan in hoesten uit en deed snel naar mondkapje op. Al die fabrieken met hun gassen! Het was dan wel beter voor het milieu, maar nog steeds geen pretje om in je longen te krijgen. Roken was tegenwoordig overbodig, ademen is genoeg. Ze was op weg naar het winkelcentrum, moeder had haar gestuurd om de maandelijkse boodschappen te doen. Wat vlees, schoonmaak artikelen en andere kleine dingen. Groente en aardappelen verbouwde ze zelf binnen, waar luchtfilters er voor zorgen dat alle planten niet meteen doodgingen, als ze al wilden groeien tenminste.
Overal waar ze keek zag ze posters van leiders, voorlopig was hun “leider” Max.
Leider, zo noemen ze zichzelf graag, dictator zou toepasselijker zijn.
Zijn ideeën waren vreselijk, zover ze die wist. De politiek is tegenwoordig meer gefocust op indoctrinatie. Iedereen had zo zijn eigen ideeën, de taak van een leider was om te doen alsof hij het er compleet mee eens was. “De stem van het volk” was een ander mooi woord voor leider, nou als hij de stem van het volk is schaam ik mij om er deel van te zijn.
Verzonken in haar gedachtes liep ze tegen iemand aan. “Sorry” Zei ze en liep snel door.
“Wacht Ceri!” Die stem kende ze, dat moet Mithos wel zijn. Ze zuchtte diep, zette een neplach op en draaide zich om.
“Mithos, goed om jou weer eens te zien!”
“Ja! Tijd geleden, hoe gaat het met je?”
“Goed hoor, en met jou?”
“Ook, onderweg naar het winkelcentrum zie ik? Zal ik even met je meelopen?”
Ze knikte van ja, niet omdat zij het graag wilde, maar ze wist dat ze haar arme zieke vader er een groot plezier mee zou doen. Mithos was de zoon van een van vaders vrienden, hij had een hoge positie in het bestuur en was al tijden verliefd op Ceri.
Ze kende hem eigenlijk niet zo goed, maar uit respect voor haar familie voelt ze zich gedwongen om hem een kans te geven. Eigenlijk wilt ze niet iets met iemand die betrokken is bij het bestuur. Ze viel sneller voor een meer artistiek en vrij iemand.
“Ik ken de manier waarop jij kijkt, je bent aan het denken, waar denk je aan?”
“Aan wat mama mij vertelde te kopen, ik geloof dat ik iets vergeten ben.”
Natuurlijk dacht ze daar niet aan, maar je twijfels hardop uitspreken is gevaarlijk, al helemaal tegen iemand die in het bestuur zit. Ze keek naar hem, zou hij het door hebben, dat ze loog? Ze wist dat hij niet dom was, maar schoolslim is toch wat anders.
Snel begon ze over wat anders te praten; het weer, de nieuwe buren en dat soort veilige onderwerpen. Tot hij opeens stil blijft staan en haar aankijkt.
“Zou je het wat vinden om vanavond bij mij te komen eten?
Ze twijfelde, tot in hoeverre telden haar eigen belangen meer dan die van haar vader?
Ze wilde eigenlijk helemaal niet, maar ze had zich zelf gedwongen hem een kans te geven, en dit was absoluut een kans hem beter te leren kennen.
Ze besloot dat dit niet het moment was om te beslissen en vertelde hem dat ze het eerst thuis zou overleggen. Hierna ging hij er niet verder op in, dat was onbeleefd. Zo als een echte heer hielp hij haar met de boodschappen en bracht haar thuis.
Mithos ging niet verder mee dan de deur, dus ze liep meteen naar binnen en ging opzoek naar haar moeder.
“Nog wijn, Ceri?”
“Nee bedankt, ik heb genoeg gehad”
Hij zette de fles weer neer en schonk zichzelf ook niet bij, nooit meer drinken dan je gasten.
Ergens werd ze wel gevleid door zijn manieren, want een jongen met manieren is tegenwoordig zeer zeldzaam.
Ze had, ondanks dat ze was gekomen omdat haar moeder er op had gestaan, een leuke avond gehad. Hij was erg aardig, maar ze kon er niet tegen als hij over de politiek of maatschappij begon. Ze had dan zo’n moeite om zich niet uit te laten in haar ideeën.
Waarom gaf God haar een mening als ze die niet mocht geloven?
Maar dat soort logica telde ondertussen niet meer, media logica moest je geloven.
Als internet het zegt, dan is het waar.
Ze bleef nog een tijdje bij Mithos aan tafel zitten, en had het idee dat hij wat te veel ophad.
Hij bleef maar praten over dat hij het zo waardeerde dat ze langs kwam en dat hij het zo gezellig vond, hij vroeg haar zelfs om op zijn kat te passen als hij ooit weg zou gaan!
Ze snapte er niks van, later zou ze het wel begrijpen.
Het was elf uur dat ze hun jassen aan deden en richting de deur liepen. Snel gaf ze Mithos zijn kat Sam nog een aai, en verliet het huis.
En alweer liep hij haar naar huis, zoals een echte heer doet. Maar hoe hij zijn best ook deed, ze walgden van zijn ideeën, al had hij er niks over gezegd deze avond, ze wist dat hij wilde dat ze ingevoerd zouden worden..
De doodstraf, en dat soort primitieve ideeën. Zo zag zij dat. Vroeg in de oertijd was het zo dat als iemand iets van jou kapot maakte jij dat terug deed, iemand iets van jou vermoorde, jij iets van die ander vermoordde. Maar we zijn al zoveel verder in de maatschappij, we vinden ons allemaal hypermoderns en zoveel beter dan de oermens, dus waarom laten we die oertradities dan niet los? Omdat we dat niet kunnen. Zeggen dat je iets bent is makkelijker dan het echt zijn. Nu was het tegenwoordig ook belangrijker dat mensen geloven dat je het weet en de beste bent, dan dat je dat echt bent of weet.
Ze zuchtte diep, ze wist dat haar ouders het beste met haar voor hadden en dat Mithos een prima man zou zijn, maar ze was pas 17, ze had nog genoeg tijd om een ander te vinden.
Een van wie ze wel zou kunnen houden.
Dagen verstreken en haar gedachtes waren gevuld met twijfels. Haar ouders twijfelden absoluut niet, Mithos was perfect voor haar.
En ze snapt ook wel dat ze dan denken, want ze kennen haar totaal niet.
Ze zat alleen in haar kamer, zoals altijd. Te denken over de wereld. Ze vond het pure stommiteit dat mensen denken dat ze het beter weten dan de rest en vinden dat zij de ideale oplossing hebben voor alles, maar toch moest ze bekennen dat zij er ook schuldig aan was.
Over een paar minuten zou een van haar vriendinnen langs komen, Simone. De enige tegen wie zij haar ware gedachte uitsprak, de enige op de wereld die ze echt vertrouwde.
Ze kon niet wachten om haar alles te vertellen, haar hart zat zo volgestopt dat ze het idee had dat hij elk moment kon ontploffen. Op het moment dat ze haar mobiel wilde pakken om Simone te smsen hoorde ze de deurbel. Ze rende naar beneden en zag tot haar verbazing Mithos staan.
“Hey Ceri, heb je even tijd?”
“Mithos?! Uhm Simone komt zo maar ik heb wel even denk ik.”
Hij liep naar binnen en Ceri ging hem voor naar boven toe.
“Ceri, ik kan er niet tegen, wat doe ik fout? Ik zie dat je wat dwars zit, maar wat is het? Wat ik ook mis heb gedaan vertel het me!”
“Mithos….”, ze slikte even maar ging verder: “Je hebt niks fout gedaan, het is… ik kan het je niet vertellen!”
“Waarom niet, ik vertel niks door, heus niet!”
“Ik zeg niks meer dan dit: De verschillen tussen onze fundamentele ideeën zijn te groot.”
“Wat bedoel je daarmee?”
Ze keek hem aan en hij snapte dat ze niet meer ging vertellen dan dat en de andere hint snapte hij ook, dus hij verliet haar kamer, haar huis maar liet zijn hart achter bij haar.
Ze gooide zichzelf op bed, wensend dat haar leven niet zo moeilijk zou zijn, wensend dat alles beter zou worden. Ze was zo moe, ze wilde slapen maar voordat ze de kans kreeg in slaap te vallen was Simone er. Ze zou haar wel alles vertellen en misschien zou zij weten wat ze moest doen.
Er zijn nog geen reacties.