Foto bij Wie is het masker ?

Ik kon niet meer wachten dus nu eindelijk is het nieuwe hoofdstuk. Laat zo veel mogelijk mensen het lezen en stuur linkjes naar je vrienden.

Tranen van woede en van verdriet glijden over mijn wangen.
"Hoe kan je ?"vraag ik en pak haar vast.
Ze kijkt me angstig aan. Haar ogen vol verwarring.
"Hoe kan je ?"vraag ik nog eens woedend.
"Hoe kan ik wat ?"vraagt ze.
"Hoe kan je me zo bedriegen ,Julliët !"roep ik boos en draai van haar weg.
"Ik weet niet wat je bedoelt."zegt ze angstig en valt op de grond.
"Vertel het hem. Ik weet dat jij het hem kan uitleggen."zegt ze machteloos tegen Fleur en kruipt naar haar toe.
Fleur draait zich om en opent haar mond ,maar sluit hem weer meteen. Ze lijkt te twijfelen. Julliët blijft haar hoopvol aankijken. Opeens loopt Fleur naar de zee.
"Ze probeerde ons te vernietigen ,maar ik vergeef haar."zegt Fleur met een engele stem.
"Ik... Ik... Ik deedt wat ?"vraagt Julliët paniekerig.
"je probeerde ons te vernietigen. Meerderre keren zelfs."roep ik boos en loop weg naar de trap.
"Ik zou jou nooit pijn willen doen !Nooit !"schreeuwt Julliët me na.
Een traan glijd over mijn gezicht. Ik vertrouwde haar ,maar zij veraad me en probeert me zelfs te vermoorden. Tranen stromen over mijn gezicht en ik ren snel naar de trap. Wanneer ik mijn voet op de eerste treden zet vliegt de hele trap in brand.
"Wow !"roep ik en val achterover.
"Luister ,ik laat je er niet doorheen."roept Julliët en rent naar mij toe.
"Wat wil je."zeg ik boos en sta op.
"Ik wil dat je weet dat ik je nooit pijn wou doen."gilt Julliët woedend.
"Fleur ?"schreeuwen we tegelijk.
"Wat ?"piept Fleur angstig en draait zich om.
"Wat is hier aan de hand ?"zeg ik boos.
"Ik... ik..."stottert Fleur en rent dan weg de trap op door de vlammen.
"Wow. Wie had gedacht dat ze door de vlammen zou rennen."zegt Julliët met een droog gezicht.
"Ik niet."zeg ik en kijk haar aan.
Julliët gegielt even en kijkt me dan weer serieus aan. Ik schiet in de lach van haar gezicht.
"Zijn we uitgelachen."zegt Julliët en probeert boos te kijken wat niet echt lukt.
"Waarom ?"vraag ik uitdagend en leun naar voren zodat mijn gezicht bij de hare hangt.
"Haal je maar niks in je hoofd. Ik kan nog steeds vuurballen schieten."zegt ze en zet haar handen in haar zij.
"Maar raken is iets anders."zeg ik met een grote glimlach.
"Oh nu ga je te ver."zegt Julliët en ze stoot haar vuist naar voren.
Snel ontwijk ik haar vuist en pak haar arm vast. Ik draai haar arm op haar rug en laat haar op de grond vallen.
"Dat had je vast en zeker niet verwacht."zeg ik terwijl ik boven haar hang steunend op mijn armen.
"En jij dit zeker niet."zegt ze en duwt met haar benen mij van haar af en ik val op de grond.
"Nu zijn de rollen omgedraaid."roept ze uit en ze zet haar voet op mijn borstkas.
"Oh ja ?"
"Jaaaaaah !"gilt ze terwijl ik haar voet pak en haar in het zand laat vallen.
"Moest dat nou ?"vraagt ze boos en ze veegt het zand uit haar gezicht.
"Ja."zeg ik en ik hijs mezelf overeind.
"Je bent nog precies zoals vroeger."zucht Julliët en gaat ook overeind zitten.
"Ben jij dan wel verandert ?"vraag ik en schuif dichter naar haar toe.
Julliët wordt stil en kijkt naar het goud gele zand.
"Nou ?"vraag ik nieuwsgierig en til met mijn vinger haar hoofd omhoog.
"We moeten hier meteen weg !"gilt ze verschrikt uit.
"We ?"vraag ik verwardt.
"Ja ,jij ,ik en Fleur. We moeten meteen weg."schreeuwt ze en schiet overeind.
"Hoe bedoel je ?"vraag ik en schiet ook overeind.
"Ik herinner me het opeens weer."zegt Julliët en pakt me vast.
"We lopen gevaar. Groot gevaar. We moeten nu meteen weg."schreeuwt ze en rent naar de trap.
"Hoe wil je weg komen ?"vraag ik aan haar en ga staan.
"Eh."zegt Julliët en kijkt naar de vlammen.
"Nou ?"vraag ik.
"Misschien dat dit werkt."zegt ze en beweegt haar handen naar beneden.
Maar de vlammen schieten omhoog.
"Is er mischien een andere weg ?"vraagt Julliët en draait zich om naar mij.
"Ja ,maar het is niet echt een weg."zeg ik en loop de andere kant op.
"Goed."zegt Julliët nors en loopt achter mij aan.
"Dit is het."zeg ik en wijs naar een rotsachtige riggel die langs klif omhoog loopt.
Julliët slikt is er echt geen andere weg.
"Sorry dit stuk strand is nogal afgelegen."zeg ik en stap op de riggel.
"Je kan het best tegen de kliffen leunen."zeg ik en kijk naar het water dat het stuk riggel af en toe overstroomt.
"Oké."zegt Julliët nogal gespannen en stapt op de riggel.

Reageer (1)

  • TimeTravel

    Luek!!! alleen was dat stukje niet ook al in een ander hoofdstuk?? of ik kan gwn jouw verhalen al in mijn hoofd lezen!!(A)(A)
    was het maar zo.... VERDERRR!!!!!!!!!!!

    1 decennium geleden

Meld je gratis aan om ook reacties te kunnen plaatsen