Six.
Dear readers,
de komende vier weken worden enorm druk want de laatste examens van het jaar staan onheilspellend voor mijn deur. Ik verdrink bijna in de taken en testen die alle leerkrachten nu nog willen doen en het voorbereidend werk voor de examens. Dit betekent dus dat ik met veel moeite nog zal kunnen schrijven, zeker als de examens van start zijn gegaan. En net nu natuurlijk, krijg ik weer inspiratie voor verschillende verhalen. Ik kan niets beloven, maar ik zal mijn best doen toch op zijn minst nog één hoofdstukje online te zetten. Ik weet dat ik sommigen teleur stel omdat dit verhaal al traag vooruitgaat, maar ik hoop dat jullie me kunnen vergeven. Eens school achter de rug is, hoop ik wat meer tijd en inspiratie te hebben.
Yours sincerely,
Holmes.
Mijn rokken ruisten terwijl ik me van mijn kamer naar het gemeenschappelijke salon begaf. Mrs. Hudson glimlachte goedkeurend toen ik haar kruiste. Zelf kon ik ook een glimlach niet onderdrukken. In deze jurk voelde ik me net een prinses, klaar voor de komst van haar prins die haar naar het bal zou begeleiden. In zekere zin was die gedachte geen fantasie. Nog steeds vroeg ik me af hoe ik mijn hart had kunnen verliezen aan de beste vriend van mijn vader. Bij de gedachte aan hem, sloeg mijn vrolijke humeur in een klap om. Hoe kon ik vrolijk met Watson naar het bal, terwijl Holmes misschien in een krot lag weg te kwijnen. Maar stemmen op de trap wekten me uit mijn schuldgevoelens. Ik keek net over mijn schouder toen de deur opendraaide en een man het salon binnenwandelde. Watson zag er piekfijn uit in zijn pak. Voor de gelegenheid was zijn wandelstok opgepoets en had hij een gloednieuw zakhorloge aangeschaft.
"Je ziet er adembenemend uit,Alice." zei hij met een lichte hoofdknik.
Ik glimlachte dankbaar. Mijn huid tintelde van het complimentje en mijn bloed raasde door mijn aderen.
"Dankje,dokter." antwoordde ik zacht.
"Alsjeblief,noem me John. Dokter klinkt zo stijf."
Hij strekte me galant zijn hand toe, die ik gewillig aannam. Hij leidde me het huis uit, de al kouder wordende buitenlucht in. Een vierwielig rijtuig stond ons al op te wachten. Zodra we ingestapt waren, liet de koetsier zijn zweep knallen en schoten we Baker Street door. Op straat haastten de laatste klerken zich naar huis, waar hen een warme maaltijd en een liefhebbende vrouw opwachtte.
Een kwartiertje later arriveerden we voor The Royale, een restaurant annex hotel annex feestzaal die vanavond het Bal der Geneesheren herbergde. Eens binnen voelde ik de blikken van enkele tientallen mannen en vrouwen nieuwsgierig op me rusten. De eerste die op ons toekwam, stelde zich voor als Dr. Patrick Wale, werkzaam in het Charing Cross Hospitaal. Hij was jong, midden twintig ongeveer. Hij had staalgrijze ogen en zijn mond was niet meer dan een streepje in zijn gezicht. Maar door de constant opgekrulde mondhoeken had hij een vrolijk uiterlijk dat me spontaan deed glimlachen. Zijn vingers waren ruw en zijn nagels vertoonden sporen van grove vuiligheid. Zijn ogen flitsten onophoudelijk van links naar rechts, al werd hij achternagezeten en in zijn wang zat een bijna volledig geheeld litteken van wat volgens mij een houw van een handmesje was. Ook aan zijn manier van spreken merkte ik dat hij afkomstig was uit de lagere sociale klasse. Dat, en het feit dat hij enkele keren subtiel naar Watson's zakhorloge gluurde, deed me concluderen dat hij niet was wie hij zei dat hij was. Meteen was ik op mijn hoede voor deze leugenaar. Even liet hij zijn blik nauwlettend over mijn gelaat glijden.
"Wel, John, is dit je verloofde? Ze is nog mooier dan je haar beschreven hebt. Aangenaam,juffrouw," zei hij met een twinkeling in zijn ogen, waarna hij mijn hand nam om ze te kussen.
Ik liet het gelaten doen, gelukkig dat ik mijn handschoenen nog steeds droeg.
"Ik ben John's verloofde niet," merkte ik luchtig op. "Zij is ziek en moet het bed houden. Ik ben Alice Branson, een goede vriendin die bereid was hem te vergezellen."
De man fronste even nadenkend, waarna er een tevreden glimlach op zijn gezicht verscheen. Maar die was al even snel verdwenen als hij was opgekomen. Hij begroette me met mijn echte naam en excuseerde zich toen. Watson keek me met een glimlach aan.
"Je bent ongelooflijk," mompelde hij onder de indruk.
Ik keek snel weg, in de hoop dat hij mijn blos niet zou zien. In de hoek van de ruime zaal merkte ik Wale op, druk in gesprek met een lange magere man met een gebogen rug. Hij was in het gezelschap van een vrouw met wel érg mannelijke trekken. Even dacht ik zelfs baardgroei bij haar op te merken. Maar dat was onmogelijk, dus keek ik snel weer weg, voor ze me zagen kijken. Maar de mannelijke vrouw bleef me fascineren, dus eens om de zoveel tijd wierp ik een vluchtige blik naar haar toe.
Enkele uren waren voorbijgegaan en ik had vele complimenten ontvangen van vrijgezelle dokters hier aanwezig. Enkelen rakelden zelfs mijn vader op, maar dat onderwerp sneed ik af zodra ik kon. Subtiel gluurde ik weer naar de vrouw met de baardgroei. Tot mijn grote schrik keek ik haar recht in de ogen. Ogen die ik onmiddelijk herkende. Die bruingroene ogen waar ik al enkele dagen wanhopig naar op zoek was. Even staarde ik haar, of hem, aan met ene blik vervuld van verbazing en angst. Dan draaide hij, zij, zich om en begaf zich richting de toiletten. Haastig zei ik Watson dat ik mijn neus ging poederen en wandelde achter haar aan zonder argwaan te wekken. De toiletten leken verlaten toen de deur achter me dichtviel. Langzaam liep ik langs de deuren, maar geen enkele was bezet. Met een zucht liep ik naar de spiegels, waar ik mijn neus begon te poederen. Opeens merkte ik de vrouw achter me op. Ik keek haar even aan via de reflectie in de spiegel. Nu was ik zeker van mijn stuk. Mijn handen trilden als gek toen ik mijn poederdoos weer in mijn handtasje liet glijden. Ik wilde me net omdraaien en haar, hem, zeggen dat ik hem, haar, herkend had, toen ze langs me kwam staan en me over het kastje een enveloppe toeschoof. Verbaasd keek ik op van het ding naar zijn, haar, gezicht. Even waren de gelaatstrekken van Holmes teruggekeerd. Ik glimlachte hem waterig toe en nam de brief aan. Voorzichtig nam ik zijn hand in de mijne.
"Ik ga je bevrijden, dat zweer ik," zei ik zacht, maar hij antwoordde niet.
Misschien was hem verboden met me te praten, maar ik zag de spijtige uitdrukking in zijn ogen. Een seconde later was hij door de deur verdwenen, de zaal in. Ik stak de brief veilig in mijn handtasje en volgde zijn voorbeeld. Toen ik de zaal weer inliep, zag ik Holmes met zijn begeleider naar de uitgang lopen. Zonder mijn blik van hen af te rukken, begaf ik me naar Watson. Op een meter of twee van hem vandaan bleef ik als bevroren staan. Holmes's begeleider had zich naar me gekeerd en een kwaadaardige glimlach speelde met zijn mond. Op dat moment besefte ik dat dàt de persoon was die ik zou moeten stoppen. De lange magere man met de rug van een kluizenaar was Professor Moriarty, de Napoleon van de misdaad. Zijn blik ving de mijne voor enkele seconden. Koel keek hij me in de ogen en ik zag even de ziel van een man zonder emoties en bereid tot het uiterste. Maar ik hield mijn hoof rechtop en keek hem vastberaden en strijdvaardig aan, ookal liepen er koude rillingen over mijn huid. De spanning was duidelijk voelbaar. Watson keek me fronsend aan en volgde mijn blik naar de man. Maar die was al door de deur geglipt voor Watson hem gezien had. Hij kwam op me toe en legde zijn hand op mijn arm.
"Alice,wat is er?" vroeg hij bezorgd.
Ik slikte en keek hem met een diepe zucht aan.
"Moriarty." sprak ik zacht zodat enkel hij het zou horen.
Zijn ogen werden groot. Nog geen vijf minuten later zaten we in een rijtuig dat richting Baker Street ratelde. Ik staarde in gedachten verzonken voor me uit. Zorgvuldig prentte ik me het gezicht van Moriarty in, met Holmes's brief tussen mijn vingers geklemd. Hopelijk deed hij dat ook met mijn gezicht, zodat hij zou weten dat ik Alice Catherine Holmes was, de dochter van zijn aartsvijand. Het zou immers het laatste zijn dat hij zou zien voor hij zijn laatste adem uitblies en ik wou dat hij wist wie hem naar de Eeuwige Jachtvelden zou sturen.
Reacties & kudos? ^^
Reageer (6)
HOLMES ALS VROUW. LMAO Echt gewoon GENIAAL
1 decennium geleden