Chapter 4
Daar zat ik dan helemaal alleen in een steegje. Ik zuchtte diep, waar was ik in godsnaam eigenlijk mee bezig? Ik wou gewoon zo graag weg van thuis. Maar is dit de goede oplossing? Ik heb geen onderdak, eten en alles wat je hard nodig hebt. Hoe moet ik dit ooit weer oplossen? Naar huis gaan is ook geen optie, mijn vader zal dan waarschijnlijk heel boos worden. Hij heeft vast al wel gemerkt dat ik weg ben. Of nog niet, maar dan zou hij er toch wel achterkomen. Dat hoop ik tenminste, dat die ergens ook nog aan mij denkt. En trouwens.. al zou ik graag terug naar huis willen dat gaat nooit lukken. Ik had een dag rond gezwerft en ik wist niet waar ik was. Ik zag plaatsnamen voorbij komen die ik nog nooit gezien had. Ik heb geen idee waar ik nu in beland ben. “Meisje?” Ik keek omhoog naar waar het geluid vandaan kwam. Voor mij stond een groep mensen. “Ja..?” Stamelde ik. Een jongen die ongeveer net zo oud was als mij kwam naar voren. “Wat doe je hier?” Vroeg hij, hij pakte mijn hand op zodat ik omhoog kon komen. “Ik heb geen huis.” Wat was dat stom om te zeggen, het was wel de waarheid maar dan nog. Misschien was ik al wel snel dood, geen eten. Zonder eten kan niemand. “Wij ook niet.” Hoorde ik een andere stem zeggen. Zoekend keek ik rond maar ik wist niet wie het zei. “Je kunt mee met ons, hoe groter de groep hoe sterker we zijn. We zijn allemaal dakloos.” Zei de jongen weer. Ik bekeek hem wat beter. Hij was best knap, hij had donkerbruin haar met daaronder een heel klein baardje, geen echte baard maar wat kleine haartjes. Verder droeg hij een baggy broek en een vest met een drukke print erop. “En dan..? Wat gaat er dan gebeuren?” Vroeg ik. Eigenlijk wou ik graag met hun mee. Ik kende ze dan misschien wel niet maar dan had ik tenminste mensen om me heen, en ze zaten in dezelfde situatie als mij. Misschien konden we elkaar wel steunen. “Nou, we lopen hier meestal een beetje rond. We bedelen om geld. Jaz daarzo heeft een gitaar”Hij wees naar een jongen met donkerblond haar. Jaz lachte naar me en gaf me een knipoog. “Soms gaat iemand gitaar spelen, kijken of we op die manier wat geld binnenkrijgen. Als het echt niet lukt dan moeten we wel soms stelen, nooit veel. Tenminste we doen echt ons best. Maar soms kan het niet anders.” Hij keek naar de grond. Ik mag hem wel, hij had er duidelijk moeite mee met waar hij mee bezig was. Ik staarde de jongen aan. “Hoe heet je? “ Vroeg ik. “Danny. En jij?” Hij maakte een beweging met zijn hand dat ik mee moest komen. Ik deed het. ik dacht dat ik meer kans had met hun dan dat ik hier alleen rond zwerfde. “Mirza.” Ik liep naast Danny en met zijn allen liepen we het donkere steegje uit. “Mooie naam.” Fluisterde hij me nog toe, toen we vervolgens de straat op liepen midden in de nacht.
Reageer (2)
1 decennium geledenZo mooi geschreve!!
1 decennium geledenPlz snel verder <33