'Wil je het echt niet proberen?' vroeg ik aan Santiago toen ik net een hert op had. Hij schudde zijn hoofd. 'Ik hou het bij mensen,die dieren stinken verschrikkelijk' mompelde hij terug. Ik haalde mijn schouders op en pakte nog een hert. Eerst vond ik dit allemaal wel erg zielig, maar als ik moest kiezen tussen mens of dier had ik sowieso dier gekozen, ik ga geen mensen pijn doen. Ik heb ook geen gif dus zou ik ze ook nooit kunnen veranderen. Waar ik ook wel blij mee ben, zo zouden ze nooit zo'n leven hoeven te leiden. 'Ben je klaar?' vroeg Santiago na een tijdje. De zon was al onder en de maan stond mooi aan de hemel. Ik knikte. Hij pakte mijn hand en trok me een hoge boom in. Het uitzicht was werkelijk prachtig, mooier dan ik ooit gezien had. Ik zuchtte bij de gedachte aan het uitzicht op het huis van de Cullens, hoe zou het met hun zijn? Hoe zou het met Summer zijn, zou ze me missen? Zou ze plezier hebben met Lotus en Beer? Al die vragen vlogen door mijn hoofd terwijl ik naar het uitzicht keek. Santiago had mijn hand stevig vast, voor mijn veiligheid waarschijnlijk. Ik glimlachte en legde mijn hoofd op zijn schouder. Voor mensen waren onze huiden koud geweest, maar voor elkaar was onze huid warm, omdat we ongeveer dezelfde lichaamstemperatuur hebben, alleen ik wat hoger dan hem. Hij zelf keek niet naar het uitzicht, hij keek naar mij, met een mooie glimlach om zijn gezicht. Hij hield echt van me, ik zag het. Ik zag dat onze band was uitgegroeid tot liefde, en geen goede vriendenband meer, gelukkig. Ik begon mijn gave steeds beter te snappen, ik kon nu echt de banden tussen mensen zien, terwijl dat eerst alleen een vaag beeld was. De andere dingen die ik kon, kon ik nu ook nog, alleen wat beter, waar ik erg blij om was. Pap had voor onze ruzie nog verteld dat mijn moeder ook vaag banden tussen mensen kon zien, en dat ik het daarom ook kan. Mijn moeder was dan wel mens, maar ze was wel goed voorbereid op het leven als vampier,ze trainde haar gave al, terwijl ze niet echt wist wat ze kon. Ik snapte het eigenlijk allemaal niet, ze was gewoon een mens. Mijn vader antwoorde mijn vragen over mijn moeder ook niet meer sinds kort, misschien deed het hem pijn om over haar te praten, ik had geen idee. Ik zuchtte en keek Santiago aan. 'Zullen we gaan?' vroeg ik. Hij knikte. Ik klom rustig naar beneden, tot een bepaalde hoogt waar ik sprong, het bleef gewoon leuk. Santiago kwam naast me staan en samen liepen we rustig terug naar 'Huis', maar mijn echt huis was nog steeds in Londen.
Reageer (5)
Oh, ze heeft heimwee. Wat lief.
1 decennium geledenIk ga je stalken als je niet verder gaat(flower)
1 decennium geledenIk ben evil
Snel verderrr <3
awh!! zo lief!!
1 decennium geledensnel verder <33
hij is zo sgattig
1 decennium geledensnel verder
we geven je egt geen rust hoor:P
snel verder!!
1 decennium geleden